• Nie Znaleziono Wyników

Schema van een stro-cellulose fabriek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Schema van een stro-cellulose fabriek"

Copied!
17
0
0

Pełen tekst

(1)

t

~;;~'"

t;---~

SCHEMoA. van een STRO-OELLULOSE FABRIEK •

(2)

!

1f2

I -, .,.

1 .

Schema van een stro-cellulosefabriek. Litteratuur:

G.S.Witham Modern Pulp and Papermaking

(1920)

:F.Hoyer Die St rohze

11

st offfab rikat i on

(1926)

F.Müller Die Papierfabrikation und ihre Maschinen I (1940) R.H.Clapperton en W.Henderson Modern Papermaking

(1947)

U.Pomilio U.Fomilio U·foIQilio Ind.Eng.Chem.

2h

657 (1939)

Chimie et Industrie

6 267 (1921)

Chimie et Industrie 8 41

(1922)

y /'

/~~ fabrikation

(1929)

.

1f

E.Heuser en E.Opfermann Technik und Praxis der

Papier-~,)

~{/

)'~

J.H.Perry · Chemica!

E~g:in88r'B

Handbook · .

/

Inleiding.

L~ ·~~·,)hJ h;" ,

Strocellulose ~ een ~_belangrijke grondstof voor de bereiding van papier en ook van kunstvezels. Terwijl voor de eerste een witte cellulose met sterke vezels wordt vereist, is voor de fa-bricage van bijvoorbeeld kunstzijde juist de zuiverheid de voornaam-ste factor. Men kan allerlei soorten stro als grondstof gebruiken, roggestro is echter het meest geschikt. Het cellulosegehalte van

~ .LLI.-,(/

?::?::

roggestro is!

54

%,

van tarwest:r:r'f-8,%. Men verkrijgt uit de lucht-droge stro gemiddeld een opbrengst van 42 " luchtlucht-droge cellulose, zodat we voor de vervaardiging van 1 ton l.d. strocelstof, 2.4 ton l.d. stro behoeven. De opbrengst van 1 H.A. tarwe is gemiddeld

5

_

.. __ . -.. ---

.-~--ton stro. De luchtdroge stro bevat gemiddeld 88

%

droge stof, even-als in doorsnede luchtdroge cellulose.

Verwerking. Het stro komt in balen van ±. 50 Kg van de dorsmachi-nes de fabriek binnen en wordt in een grote loods, waar minstens de behoefte voor een jaar inkan, opgeslagen. Van hier gaat het naar een hakmachine, waar de halmen tot stukjes van 1 - 2 c.m. lengte worden gehakt. Dit is nodig om bij de ontsluiting een betere en

snellere inwerking van het ontsluitingsmiddel te krijgen. De machine werkt met een sneldraaiend messenrad waartussen de halmen geleid worden door een transportband. Vervolgens passeert het haksel een schudzeef waar ongerechtigheden als knopen, graankorrels, stof enz.

worden afgescheiden. De loods en hakmachine zijn ongeveer 200 meter van de eigenlijke fabriek gelegen om brandgevaar te vernrljden en ook

(3)

2

om de fabriek zoveel mogelijk van stof te vrijwaren, wat een zuiver-der eindproduct oplevert. Men transporteert het haksel met behulp van perslucht naar de fabriek, waar het in een reservoir wordt ver"':

zameld, door gebruik.te maken van een cycloon. Uit deze voorraads-bak worden de kookketels gevuld.

Ontsluiting. D~eschiedt in kogelvormige of cylindrische kokers, waar het ::~~: èf door werklieden aangestampte stro met een op-lossing v~natronloog, natronloog plus natriumsulfide, of natrium-sulfiet wordt gekookt. Op deze verschillende procédé's wordt later teruggekomen. Men moet nu enkele uren hiermede koken onder druk, afhankelijk van soort stro en concentratie. Hier heeft men dus een discontinufteit in het bedrijf. De "gaar" gekookte massa, die nog maar ongeveer de helft van de ketelruimte inneemt,wordt door middel van lage druk stoom uitgeblazen in een reservoir. Om dit behoorlijk

---te kunnen doen , moet men de kookke---tel wel eerst voor een deel met een vloáistof, bijvoorbeeld afvalloog, opvullen. De massa komt uit het voorraadsvat in een schroefpers, waar de afvalloog uitgeperst wordt, die naar de regeneratie-afdeling gaat. De ontsloten stof wordt verder gereinigd door het met warm water op te . oeren en ~og­

maals in een schroefpers te ontwateren. Dan wordt de massa met wa-ter verdund tot een concentratie van 0.3 - 0.4 ~ en naar de sorteer-inrichting gepompt.

Sortering. In de strocellulose komen nog ongerechtigheden voor als onkruidstengels, die niet door de loog in oplossing worden gebracht, zand en knopen. Men laat de brei over een schud zeef met gaten van 6 m.m. diameter stromen, waarop de Onkruidstengels en knopen achter-blijven. Dit zelfde kan men bewerkstelligen door gebruik te maken van een roterende cylinder met spleten van 3 - 4 m.m. breedte, waar. binnen men de cellulosepap laat stromen. De vezels zullen door het cylinder oppervlak' gescheiden worden van de grovere stukken. Zeer modern is de centrifugaal-sorteerder. Hierbij wordt de vezelbrei in een rechtopstaande, snel roterende cylinder gebracht. In de cyl1n-derwand zijn naar buiten conisch lopende spleten aangebracht, dit om verstopping te voorkomen. Om het zand kwijt te raken laat men' de mas-sa over een zogenaamde zandvang stromen. Dit is een ondiepe bak, met op de bodem ruggen dwars op de stroomrichting. Het zwaardere vuil blijft hier achter. Nu nog is een fijnsortering nodig, waarbij men gebruik kan maken van een cylinder met fijne spleten, waar de

(4)

-strovezels net doorheen kunnen. In de cylinder zijn schoepen

gecon-strueerd die de binnenstromende vezelsuspensie tegen de cylinder-r

wand opstuwen waardoor de vezels sneller van de verontreinigingen worden afgezonderd. Door tegen de spleten van buitenaf f~ne water-straaltjes te spuiten wordt verstopping voorkomen.

Bleking. De brei moet voor het bleken worden ingedikt tot een con-centratie van + 8 ~, daar de bleekloog sneller werkt b~ een hogere confentratie. Het indikken geschiedt door in de pap een cylinder mát

een oppprvlak van fijn koperdoek te laten roteren. Binnen in de cy-linder zijn schoepen zodanig aangebracht, dat de door het koperdoek binnenkomende water in een afvoergoot wordt geschept. De bleking wordt uitgevoerd door natrium hypochloriet of chloorkalk. toe te voe-gen aan de hollander inhoud. Meestal kan men volstaan met

5

%

ac-tief chloor op de' droge stof. De bleking met uitwassen kan 10 uur duren. De bleking wordt ook wel in 2 trappen uitgevoerd, waarb~ men echter tussentijds .moet uitwassen. De vezels ontziet men daarentegen

--

-~---.:...

in meerdere_mate, De bleking veroorzaakt ook weer een discontinulteit

--..-=-==--_.-.:--::- "- -

-Men kan om tijd te besparen, en vooral wordt dit b~grotere fabrieken toegepast, gebruik maken van een bleking in to'rens. Hierbij kan men een concentratie van de vezelsuspensie van 18 - 20 ~ nog bleken. In een hollander is dit niet te bewerkstelligen. Bij deze hoge concen-tratie heeft men nog het voordeel,dat de bleekloog in veel

geconcen-~

1

:::::re:O:d::;:~re:~:::k::gV::~: ::::~:d:::::

~:r~::nt-J ~tJ ~V1 gespaard door snellere inwerking, vulling, lossing en uitwassing.

f1.. ~~f!Y-./ Continue bleking in torens wordt ook reeds toegepast. (zie bij het

besc~reven Pomilioproces).

Aflevering. De gebleekte cellulose-pap transporteert men in een roerkuip, waar de concentratie ongeveer I

%

is en van hier vloeit de massa naar de z.g. presse-pate, d.w.z. een lang:eef, natper-sen en droogtrommels (90°). Men rolt de baan op een spil on kan de rollen als zodanig in de handel brengen.

(5)

"

-' ... ·~

.

4 Di v'erse procédé' s.

Het belangrijkste van de cellulosefabriek is de ontsluiting. Naar de aard van het ontsluitingsmiddel onderscheidt men de vol-gende werkmethoden:

A. Het Sodaproces:

t is het oudste proces en wordt gekenmerkt door de toepassing van natronloog als ontsluitingsmiddel. Men gebruikt ongeveer

15

%

NaOH op het strogewlcht en een hoeveelheid water, dat de sterkte van de loogoplossing ongeveer 7

%

is, d.w.z. voor ,lOO kg stro,

15 kg NaOH en 200 1 water. Men kookt gedurende

3-3*

uur bij 5-6 ato afhankelijk van het soort stro. Met vullen, op druk brengen, af-blazen en ledigen, duurt het gehele koo~proces 6t-7tuur. De

verwarming geschiedt door directe stoom door de wentelingsas in de ketel te leiden, of bij zeer grote kookketels, die men ~oeilijk kan draaien, door de loog rond te pompen en op temperatuur te

houden met stoom door middel van een warmtewisselaar.

De natronloog wordt gemaakt door soda met kalk te behandelen in een roerkuip. Daar bij een koking niet alle loog wordt opge-bruikt, regenere~t men de uit de schroefpersen vloeiende afval-loog, door deze in te dampen tot een bijna watervrije massa en deze dan in een oven te verbranden, waarbij de opgeloste orga-nische bestanddelen verdwijnen. Hierbij ontstaat soda, die weer door causticeren in loog wordt omgezet.

Dit procédé wordt weinig meer toegepast en is verdrongen door het volgende.

B. Het Sulfaatproces:

Hierbij wordt behalve met natronloog ook met natrium sulfide ontsloten. Men gebruikt op 100 kg haksel 200 liter kookloog waarin ongeveer 10 kg NaOH en ongeveer 4 kg Na2S aanwezig zijn. De duur der koking is circa even lang ams bij het sodaproces en

kan op dezelfde wijzen worden uitgevoerd. De druk bij de

ont-sluiting iS,meestal 6 ato. Het voordeel van deze werkwijze is, dat de vezels meer worden ontzien en men een betere en gemakke11j bleekbare cellulose verkrijgt. De regener.atie van de afvalloog

geschiedt ook weer door indampen en verbranden in een oven, doch dit laatste onder toevoeging van natrium sulfaat,dat hierbij wordt

(6)

,

/

r:l

-5 _

~e.°l\

Door behandelen met kalk is weer de benodigde te ver-krijgen. Het Na2804 is goedkoper dan de soda, waardoor het sulfaat procédé economischer is dan het sodaproces.

De in de stro voorkomende 6i02 wordt door de alkalische behandeling in beide procédé's opgelost als Na2Si03, dat b1J het causticeren ook kalk vergt. Normaal be~at stro circa 0,5

%

8i02,

rt"'~

.

r. ,-4tsfrgJ

-r""

,

in het westen van Nedeland-k8:frY'Wel 5 % 6i02 bevatten, waar-door moeilijkheden bij de regeneratie kunnen optreden, daar er 1n dit geval Na28i03 afzettingen ontstaan in de oven. In dergelijke omstandigheden is men genoodzaakt van een andere ontsluitings-methode gebruik te maken b.v. van:

C. Het Monosulfietproces.

De ontsluiting met zure sulfieten, CaHS03, zoals bij de fabricage van houtcellulose, -kan niet worden toegepast op stro, door het voorkomen van 6i02. Daarvoor inde plaats is het z.g. monosulfiet-procédé gekomen, waarbij Na2603 als ontsluitingsmiddel dienst doe~,

naast wat NaOH, om het kiezelzuur in oplossing te brengen. Voor 100 kg haksel past men toe 200 1 water, 10 kg natriumsulfiet en 4 kg natr.onloog.

De inrichting van de fabriek is identiek aan die werkende volgens de 2 vorige werkwijzen. Een terugwinning van de kookloog wordt echter niet toegepast. Wel zou eventueel vanilline-kunnen worden bereid hieruit. Met het opstellen van een monosulfiet-fabriek moet men rekening houden met de aanwezigheid van een af-voerkanaal J om deze afgewerkte loog te kunnen spuien.

Het Na2803 wordt bereid uit soda. Men laat een soda-oplos~ing

door een absorptie-toren neervloeien, terwijl men 802 onder in de

to~ren leidt. Deze 602 bereidt men door verbranden van zwavel, of door verbranden van afgewerkte ijzeraarde van de gasfabrieken, waar eerst de cyaan-verbindingen uit zijn gewonnen.

6trocellulose wordt ook vervaardigd door gebruik te maken van loog en chloorgas als afzonderlijke onts"luitingsmiddelen. Het C12 werkt ook in op lignine onder vorming van in water of alka11 oplosbare ch1oorlig~ine-verbind'ngen. Uitsluitend gebruik maken van C12 blijkt niet moge11jk. Het volgend procedé·past de NaOH-C12

(7)

,

-•

ontsluiting toe. D. Pomilioproces. 6

Aan de hand van het bijgevoegde schema volgt hier de beschrijving: Het gehakte stro komt door de persluchtleiding de fabriek binnen en wordt opgevangen door middel van de cycloon 1. In de transport-schroef 2 wordt de massa gemengd met de toevloeiende loog. Men

voegt op 2.4 ton haksel, 7200 g oplossing toe, die 34 gram NaOH per liter bevat. De vezelmassa valt in de ongeveer 15 m hoge toren 3. Deze is vervaardigd van 5-6 mm dik plaatijzer. Boven in de

toren, enkele meters onder de rand wordt de sponsachtige massa opgewarmd door stoom van 1,5 ata .in te leiden. De horizontale

doorsnede van de toren is een rechthoek van 3 bij 0,5 meter, terwij de hoeken sterk afge~ond zijn, om dode hoeken te voorkomen. De

massa zakt in ongeveer 2 uur door de toren. Deze tijd is te

regelen met de snelheid van draaien van de walzen 4. Deze walzen zijn voorzien van grijpers zoals in het aanzicht op het schema 1s te zien. De min o~ meer ontsloten stof wordt uitgewassen in de schroefgoot 5 en komt dan via de schroefpers 6 en de transport-schroef 7, in de vervezelaar 8. Hier worden de nog aan elkaar hangende deeltjes uiteen gewreven, waarna de massa met een

concen-tratie van ~ 30

%

door de ventilator 9 boven fn de chlorerings-toren 10 wordt getransporteerd. Deze chlorerings-toren is van gelijke con-structie als de loogtoren, maar is kleiner. De hoogte is ongeveer 10 meter en de zijden van de doorsnede zijn 2 en 0,5 meter. De binnenwand is met zuurvast materiaal bekleed en de walzen met grijpers zijn van hard rubber. In ongeveer lt uur zakt de massa hier doorheen, wat op analoge wijze als bij de loogtoren wordt geregeld. De h.h. chloorgas die wordt ingeleid is ongeveer 200 kg per ton eindproduct.

De massa wordt uitgewassen door water toe te voegen in de roerku1p 11 en dan te concentreren in de schroefpers 12. De chloor-ligtllnev:erbindlng, dle in water oplosbaar ls, wordt hier dus

verwijderd. De in loog oplosbare chloorligbineverbindingen worden afgezonderd in de roerkuip 13, waar een verse loogoplossing of de afvalloog, afkomstig van de transportschroef

5,

aan de massa wordt toegevoegd. De temperatuur in deze kuip wordt op ongeveer 300

(8)

,

. , .I • f 7

geregeld waardoor de werk1ng versneld wordt. Na verdunnen 1n de

roerkuip 14 wordt de brei opgepompt door de pomp 15 naar de

wasinricht1ng 16. Eventueel kan hier ook gebruik gemaakt worden van het wassen door uitpersen en opnieuw verdunnen evenals bij

5,6, zo ook bij 25. In de roerkuip 17 wordt de concentratie op 1-2

%

gebracht en de vezelsuspens1e passeert de voorsorter1ng 18, de zandvang 19 en de fijnsortering 20. Hierop volgt de blek1ng

waartoe eerst de concentratie in de concentrator 21 op 18-20%

wordt gebracht. In de schroefgoot 22 wordt gemengd met het ~ypochl~ r1et. Nodig is ongeveer 3

%

vrij chloor berekend op de gebleekte pulp. De bleking voltrekt zich in de bleektorens 23 en 24, waarna 1n de roerkuip 26 de massa verdund wordt tot 1-2

%

waarna de presss·

~ate het eindproduct aflevert. In het schema ià zeer schematisch de presse-pate geschetst. In werkelijkheid zijn er meerdere nat-persen en droogtrommels.

Regeneratie van de afvalloog wordt in het algemeen niet

uit-gevoerd. Wel kan dan een deel van de loog, die uit de schroetgoot 5 komt, nieuwe loog toegevoegd worden en aldus opn1~uw worden gebruikt voor de ontsluit1ng in de loogtoren. Hierdoor wordt het

volume van de afvalloog kleiner en alkali verbruik kleiner. Deze kan gebruikt worden voor onkruiddodende vloe1stof, na toevoeging van zekere chemicaliijn.

Het afvalwater, dat van de verschillende wass'ingen komt (5, 6 12, 16, 25), is gecomb1neerd pract1sch neutraal en levert weinig moeilijkheden bij de afvoer.

Het voordeel van het beschreven proces is:

~ het continu verlopen van de fabr1cage;

de op deze wijze geproduceerde strocellulose is van goede

hoe-danigheid. De vezels worden zo goed als niet aangetast. De ont-slu1t1ng met loog gaat bij gemat1gde temperaturen en lage drukken, die met chloorgas in de koude. Bij hoge temperaturen kan de

oellulose hydrolyseren in het zure mi11e~, dooh daarvoor bestaat hier geen gevaar. Bovend1en wordt ju1st door het zich vormende

1

HCl de vorming van het OCll teruggedrongen. Dib ion heeft een

(9)

1

1

Y

t ) o' 8

.Q. Het NaOH en 012 kunnen eenvoudig worden bereid door electrolyse

van keukenzout. In Nederland bestaat een oversch~iervGn en

~--zoucldus hier goede toepassing kunnen vinden, alhoewel de 8l8c-trische stroom duur is. In het proc~s worden beide producte

- ---- - ---_.- --- .

o'ngeveer in de hoeveelheden verbruikt, die bij de electrolyse worden gewonnen. Vele cellulose- en papierfabrieken hebben een kleine electrolyse-installatie om de l~og en C1

2 te maken, no-dig voor de bereiding van de bleekloog. De verder benono-digde loog wordt,gekocht.

Voor een celluloaefabriek werkend volgens het Sulfaatprocédé 1s nodig voor 1 ton strocellulose:

voor machines enz. 300 K.W.U. à 3 ct

-

-

f.

9.--'

?/

~

///

240 kg natriumsulfaat 300 kg kalk / "15

" 6

..

"

"

36.--

18.--f. 63.--/ ! , • >{I \ .

'~v ~y/'

\

if

\

~J: \ _ t\r" \

,

'-' ...

Voor het pfomilioprocea is nodig: voor machines 230 K.W.U.

voor electrolyse 500 K.' .U. 250 kg keukenzout

"

,

..

3 ct 3 6

"

-f.

"

"

6.90 15.-- ~5.--f. 36.90

(Getallen uit F. MUller Die Papierfabrikation und ~hre Maschinen) Daarbij komt het veel groter gebruik aan stoom bij het

sulfaat-().tfs,~iol~

procédé en besparing van absQppt1ekrachten bij het continue

Pomilioproces. Economisch is' deze .. _f~,!:l:~~_,_,~~~ __ ~e~~~ verantwoord. Volgens Perry, blz. 2796 is de hoeveelhe1d NaOH, die ont-staat per K. W.U., bij gebruik van de gunstigste elec'trolysevat, name11jk de Hooker Type ~S",0,93 Lb, d.i. 0,42 kg NaOH;voor

on-~

geveer 250 NaOH is dus nod1g: 0.42 :""'600 K.W.U.

Müller is dus wel opt1mistisch hierin, maar deze verandering is verder van weinig invloed op het geheel/ /Boverid1en is de h.h.

natriumsul~aat nodig voor de fabricage van 1 ton strocellulose

volgens het sulfaa.tproces lager 'dan MUller opgeeft. Normaliter is dit 170 kg. Er zou dan ~ f. 10.-- in mindering moeten worden gebracht op de f. 63.--. Wat ook het Pom111oprocea economischer laat b11jven.

(10)

I

Berekeningen .

Uitgegaan wordt van een dagproductie van 12 to~ gebleekte, luchtdroge cellttlose. Daarvoor is nodig, dat in 2 uren 2,4 ton luchtdroge( 12% vocht) + 7,2 ton loogoplossing, die

34 gram NaOH per liter bevat, door de loogtoren zakt.Dat is . dus: ~112ton stro, 388 kg water en 7200 kg loogoplossing. Soortelijke warmte stro=0,18; s.w.loogoplossing=O,95.

Stelde temperatu1.U' van de in de toren vallende massa: 15°C. Dan moet er geleverd worden:

(2112.6,18 + 388 + 7200.0,95).( 100-15)=646694 kcal door stoom van 1,5 ata (beschikbare warmte-inhoud 5 32kcal/kg. )

Dus in 2 uur nodig 1216 kg stoom van 1,5 ata. Hierbij wordt

de benodigde warmte voor de aanvttlling van de warmte, die door de wand wordt afgevoerd,verwaarloosd.

Berekend zal worden de temperattuU' van de massa

bij aankomst onder in de toren:

Hiervoor nemen wij aan:

wanddikte van de toren:

oppervlakte van de toren ond3r de stoominvoer: temperatu1.lr van de omgeving:

1000C. plaatijzer t

°c

x • Hierin is:

6mm= 0,006m.

hl de warmte-overdrachtscoëfficiënt van de stromassa op de wand,

d de dikte van de wand,

~ warmte geleidingsvermogen van het plaatijzer,

h2 de warmte-overdrachtscoëfficiënt van de wand op de lucht.

Deze laatste controleert in hoofdzaak de warmteovergang.

Aangenomen wordt: hl =

2000kcal/m2t1.1.U'°~.

Ä. =

40kcal/m21.11.U't~er m~

Nu is: h 2 :: hg+ hc+ hs ' waarin:

hg= warmteoverdrachtscoëfficiënt voor geleid.ing, hc= ft voor convectie,

hs= " voor straling •

(11)

,

.}o

T1- T2

HieriB is ~ de emissie-coëfficiënt van het torenmateriaal

=

0,93· Tl is de en T2 de

temperatuur in oF absoluut van de torenwand ( 9000)

temperatuur van de lucht (15°0).

4 0 4

r-A (6,54) - (5,lD) ~ hs = .0,172. 0,93. 4,86-. 135 .

6."Y

~/m2,.lt1XOC

ç

~

h2 ~s

dus

=

',96

+

6,33

=

11,29

kcal/m~nU'°C.

~ l 1

~ k

=

1/

+

0,666/

+

1/

=

e,6b05

+

0,00015

+

0,0886

=

2000 40 11,29

• ~ .

---~21.kCa1/m2

.1.1ur.

oe

Nu is: . 100+t x 11,21.( 2 15). 84. 2= (2112.0,18

+

1600

+

7200.0,95).

Dit levert op voor t

=

84°C

x

=

00000000000

(100- tx)

Tenslotte zal het vermogen van pomp (15) worden berekend: Deze pompt een 1% suspensie uit de roerkuip (14) naar de wasinrichting (16). Laten wij veronderstellen, dat de uit-voering is als in d.e hier afgebeelde tekening:

~

~

~---IO~.

-

'

-r<J

-

--

-

--

-

--

-

--

-Vervoerd wordt in 2 t1Xen 1 ton cellulose in 1f oplossing, d.w.z.

50000~tUlr

= O,0139m

3

/sec.

Stel de diameter van de pijp: 12,5cm = 0,125m. 0 =O,0123m2 •

(12)

-f

..

Het soortelijk gewicht van de suspensie is circal,Olg/cm3

=

_'/ 1010kg/m

3 •

~ r!~/~ ..

-'r.:-() -:. y(Y 1h ,j.û J

~

.

~

~'

Ik stel de viscositeit 3 centipoise

=

p

,

OOO~~~~

_

$~

~

. / ' , . - / De gemiddelde snelheid T = 0,0139/0,0123= 1,13mlsec.

..!:i-{?7

~

v

·r

·d

=

l

'

~3X10:J,OXO

,

12~

Y.

Het getal van Reynolds Re= ,.

~. g

,

Z

O

,

000.3?6X9 , ä~

V(

(~

= 47600.

.

~

,~

----~ Hiertlit volgt voor de weerstandsfactor f volgens de grafiek

op blz. 811 van Perry; f = 0,0061.

-2 L'

v • De wrijvingshoogte Hw= 2.f .

-g. d

De lengte van de pijp is :

2 Bochten van 900 : 80d=

Stel de weerstand van de pomp komt overeen met

12 ID.

10 m.

een pijplengte van: 8 m.

vl= 0, dus (1,13)2

H

= - - - =

~QZ~.

s 2x9,81

De opvoerhoogte = ~Qm., dust totaal: 0,38

+

0907

+

10 = 10,45m.

1= j.Q. ID.

Het verplaatste gewicht is 50500kg/tu~, d.i . 14;03kg/sec.

Het nuttig vermogen van de pomp (afgezien van de mechanische ' '.

verliezen) moet zijn: 1

E= 10,45.14,03. -- = ~ P.K.

(13)

!

__

ix~

I

',

...

~rl t=;:Y~

(14)

\

C

J

24

2'6

J LANqHOUT.

(15)

·"

J

t

. 1 \, I

0.8

:~ ti b,S , it! H++++HHft -j' ~. D,4

i

J

I I t -fr t· o,~ , . . T -_ •• "1 0,1. Ö, I

(16)

- - - -- - - ---~...-....,

7

f

{=

n(!~/U;illo I~Ud;{'tu.re

1.

ff:

!/

ryj(

!Of/~1j

2

xt-f3X'ilt

=

FH'k<J

~

/"n"

/ / = / =

l/Wl

~,

4l

~

-U"

:!

+

Ó, IJ p

6j

.f-

!-.-

"'€=""

h.

~

c

/1

h>-r;

/tto

//.J

9

I

(17)

/ '

J-,

l

2

t-<...u-

~

o&-.rr d<.

~

:

f;

J 2

i;

!

Ii-o

/(.

tv

"P.

û!J

/hn

k;

~

l!W

..

~)

12~

';

'7

1Jr1

!Iw~

1.0

J,o

ij /

2

ft;

1rti-J

?if~~~~f.'

!(Xhj/2y

ti

j"=

!l2

IJ

2 X ó. /

tPl/

h-v)i

/.f

77-111>

X~.

'Y

)

x

d

t-::

tlL//o

ot..,r

~~

..

di

trtj

-!lx;

17:/1)dJ.

:.

WkoU

I~L

:.

b~

C.

oU

-U(r-ff)

J

1

~

IT-

ff)di

~

$1'

'}Ddr.

/1vr

T:

/00 0 SJ V'

(f

-=

/1

Jo

~

(!-t-

)

1.'1

t~

~633

.

5"

10

=

U/I-u)

:

T:

()I O

1/:

/1

tlt

//. lil?

" 6

tfl;

1. .11

-, 2."

T-:.

p

0

U

~

/1

z /

I(

lv

21

2tL

3

-~ Ir

0

Ii

:

#'lt

>

,.

7:/

22. I

~

tfl(J

0

t -/

ti

-;

)0./1

'

/

11

.

~

cf/9

ff,

=

~

1//

2 /t

=

,/1

/:

r

0

!.t:

IP.Zl

//

1u

oW!

u.::t

i..

u....

~

.

lip".,

k..

f.L,..

~l

w~

ti

~

tJ44

ot.%

fdi;i';

M -

/1

.

ho

2-o

ei«..-.

~

o.{.vf

~

o.u

~

~

~

oU

fJ"Hi-,~

t

x

Cytaty

Powiązane dokumenty

N ajistotniejsza wydaje się regulacja przew idująca konieczność zapew nienia w arunków takiego wychowania w ro­ dzinie, które przyczyni się do „właściwego

Une traduction moderne anonyme rend bien l’idée principale d’Horace : « Si, dans un mauvais poète, je trouve deux ou trois passages plaisants, je m’étonne et j’admire ;

To ostatnie jest też zasadniczym niebezpieczeństwem grożącym Rze­ czypospolitej „od wewnątrz” , a mianowicie od króla dążącego do monar­ chii. Drugim

[r]

[r]

Experiments in which nitrate depletion occurred showed that elemental sulfur could be used both as electron donor (oxidation to sulfate) and as electron acceptor (reduction

36/ Czucie ciepła odbierane jest przez receptory, zwane

[r]