isomerisatia van butaRn
"SHELL LI'iUID FHASE nt0(~ES .. ,'·' j . ~,'[e,)'l:r
~.
INHOUD
INLEIDING. pag. 1.
ALGEIvlENE BESPREKING VAN DE BESTAANDE PROCESSEN. pag. 1.
VERGELYKING VAN GAS- EN VLOEISTOF- FRASE PROCESSEN. pag.
3
.
DE KATALYSATOR. HET A1C13 - KOOLWNrERSmOF DE VL:EDING. DE REACTIE CONDITIES. DE INSTALLATIE. CONSTRUCTIE MATERIALEN. WiliTERIAAL-BALANS. WARMTE-BALANS. BYLAGE BEREKENINGhEN UITGEVOERD pag. COMPLEX. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. AAN DE DROGERS5
.
6. 6.7
.
8. 11. 11. 14.~--- - -
-'\
pag. 1.
INLEIDING
Het isomeriseren van n-butaan tot iso-butaan heeft~vooral in de laatste wereldoorlog4 een grote vlucht genomen. Dit vond z~n oorzaak in het feit dat het iso-butaan een grondstof is voor het vervaardigen van benzine met een hoog octaangehalte. Deze benzine wordt gebruikt
voor vliegtuigen. Daar er tegenwoordig ook dit soort benzine voor het wegverkeer wordt gebruikt is de vraag naar iso-buttan zeker niet afgenomen. Een goed bewijs hiervoor is het feit dat er plannen zijn om een grote alkyleringsinstallatie,met een capaciteit van ongeveer
150 000 ton per jaar, in Pernis te bouwen.
ALGEMENE BESPREKING VAN DE BESTA.;,.NDE PROCESSEN
Er bestaan op het ogenblik
5
processen voor het isomeriseren vanbutaan. Al deze processen gebruiken dezelfde katalysator; nl. AICld Als promotor wordt droog HCl-gas gebruikt. Deze processen z~n:
1. Shel1 Vapor Phase proces
2. Anglo ~ersey proces
3. U.O.P. proces
4. Het proces van de St. Oil
5.
Shell Liquid Phase proces(Daar deze processen niet onder specifieke namen bekend staan worden
z~ meestal aangeduid met de naam van de maatschapp~ die het proces
gebruikt~
Deze processen zullen nu even kort nagegaan worden. Shell Vapor Phase.
Het gasvormige otltaan wordt samen met het benodigde HCl gas
in de reactor gevoerd. Deze reactor is gevuld met de vaste katalysator. Daar de activiteit van de katalysator afneemt
m"t~e reactietemperatuur en het gehalte aan HCl in de voeding regelmatig verhoogd worden. Na verloop van t~d is
het echter noodzakelijk om de katalysator te vernieuwen. Het AgIo Jersey proces.
Dit proces werkt ook in de gasphase. De reactor is gevuld met bauxiet. Het AlC13 wordt in dampvorm gelijk met de voe-ding toegevoerd. Dit AICIJ slaat nu neer op het bauxiet.
Op deze manier wordt de activiteit van de katalysator vr~
behoorl~k constant gehouden; hoewel het toch noodzakel~k
~--- - -
-f
t
pag. 2. Het U.O.P. process.
In tegenstelling met de beide voorgaande processen wordt hier met vloeibare voeding gewerkt. B~ diD proces wordt een complex, gevormd uit AIOI.) en hogere koolwaterstoffen,als katalysator gebruikt. Dit complex ontstaat uit nevenreacties b~ de isomerisatie. Om dit te bereiken wordt een gedeelte van de voeding met AIC13 verzadigd. Deze
z~stroom wordt samen met de hoofdstroom en het benodigde HOI in de reactor gevoerd. De reactor is gevuld met brokken kwarts waarop zich het complex afzet. In dit complex lost het AIC13uit de voeding op~
Op deze wijze wordt een constante activiteit van de katalysator ver-kregen. Dit complex dat een dikke stroop is, vloeit langzaam naar beneden en verliest daarb~ steeds meer AI013 en hiermede z~n activitei'
als katal~sator. Het uitgewerkte complex wordt onder uit de reactor afgetapt.
Er moet nog op gewezen worden dat dit complex vr~wel onoplosbaar is in à..e voeding.
Het proce,s van de St. Oil.
Hier wordt ook het AI013-koolwaterstof complex als katalysatoD ge-bruikt. Men laat hier het vloeibare butaan~samen met HCl~in fijn ver-deelde toestand door het complex opstijgen.
Het Shell Liquid Phase process
B~ dit proces wordt een oplossing van AICl~ in gesmolten SbCI~als
katalysator gebruikt. In de reactor wordt de vloeibare voeding,samen met het benodigde HCIJmet de vloeibare katalysator goed gemengd. Daar ook bij dit proces er het complex uit AIClj en koolwaterstoffen
gevormd wordt en dit de activiteit van de katalysator verminder;(, is er van de onoplosbaarheid van dit complex in de voeding gebruik ge-maakt om de katalysator voortdurend te reinigen. Om dit ui~~oeren wordt een stroom katalysator uit de reactor afgetapt en uitgewassen met de voeding • Het AIC14 en SbCl~ dat niet in het complex gebonden is lossen op in de voeding. Uit de bodem van de waskolom wordt het complex afgetapt.
Uit het voorgaande bl~kt dat de isomerisatie-processen in twee groe-pen verdeeld kunnen worden: nl. de gasphase en de vloeistof- phase processen. Om dus een keuze te make~ welk proces gebruikt zal worden zal er dus een vergelijking van de voor-en nadelen van beide soorten processen gemaakt moeten worden.
-._ ,
-pag.
3.
VERGELYKING _ VAN GAS' -EN VLOEIS'rOF- PH!SE PROCESSEN
Daar er b~ de selectie van een proces, in eerste instantie een keuze gemaakt moet worden tussen de gas- en vloeistof-phase processen, is
het misschien het beste om de beide methoden van de 8hell mett elkaar
te vergel~ken. Niet alleen z~n deze twee processen dus b~ dezelfdef'liM4
in gebruik;ook zijn er in de literatuur vergel~kingen tussen de beide
processen gemaakt.
Toen het Liquid Phase proces in de laatste oorlog ontwikkeld werd, leek het er op dat dit proces het gasphase proces misschien zou
kun-nen verdringen. Door echter het laatste te verbeteren is men er in
geslaagd dit proces weer vergel~kbaar te maken met het Liquid Phase.
Om de beide processen goed te vergel~ken is het misschien wensel~k
om ee~t nog eens de verwerking iets uitgebreider na te gaan.
1. Het Gas Phase proces. ( zie fig.;' ).
De voeding wordt eerst gedroogdj~ daarna verdampt en met H
Cl-gas gemengd. De voeding wordt nu iB de reactor gevoerd. Meestal
heeft men enige reactoren parallel geschakeld. Er kan hier nog
even op gewezen worden dat de vermindering in activiteit van de katalysator uie optreedt, het gevolg is van de vorming van
het reeds eerder genoemde AIC13 -koolwaterstoffen complex.
Het reactorproduct wordt eerst door een kolom, die gevuld is
met bauxiet, gevoerd. Op dit bauxiet slaat het,eventueel
mee-gevoerde, AICl~neer, wat anders elders moeilijkheden door verstop
pingen zou kunnen geven. Hierna wordt de gasstroom g econden-seerd en opgevangen in een buffervat. Op dit buffervat staat
een kleine gepakte kolom waardoor de,niet condenseerbare) lagere
koolwaterstoffen worden afgeblazen. Om te voorkomen dat hierb~
ook HCltverloren gaat, laat men een gedeelte van het HCl vr~e
product hier als absorptie-middel doorstromen.
Vanuit het buffervat wordt het product naar een stripper ge
-voerd, waar het HCl uit het product verwijderd wordt. Het HCl wordt weer teruggevoerd in het proces.
Na' de stripper is het soms nog wensel~k om het product te wassen
met een verdunde loogoplossing om de laatste resten Hel en AIC~ nog te verw~deren.
2. Het Liquid Phase proces. (zie fig. l ) .
B~ dit proces wordt de voeding ook eerst gedroogd. Na droging wordt de vloeistof opgewarmd tot ongeveer de reactietemperatuur.
Çj
•
~-pag. 4.
De voeding wordt nu door een waskolom gevoerd. Door deze kolom
stroomt een, uit de reactor afgetapte, hoeveelheid katalysator in
tegenstroom met d.e voeding. Van deze katal~/sator stroom gaat nu alles
behalve het A1Cl.3 -koolwaterstofcomplex in oplossing. Dit complex, dat
ook eventuele andere verontreinigingen bevat, wordt onder uit de
was-kolom afgetapt. Door deze continue reiniging van de katalysator wordt
verkregen dat deze z~n activiteit behoudt.
Na de waskolom wordt de voeding gemengd met HCl en in de reactor
gevoerd. Deze reactor bestaat uit een groot vat voorzien van een roe~
werk. Na de reactor bevat het isomerisaat een hoeveelheid opgeloste
katalysator. Deze katalysator wordt verw~derd door eenvoudig te
des-tilleren. De gasvormige ~opproducten van deze katalysator verw~dering
worden gecondenseerd. De verdere verwerking van het isomerisaat is
gelijk a-:-\n die beschreven bij het gasphase proces na condensatie van
het isomerisaat aldaar.
Bij de ontwikkeling van het Liquid Phase process v'erd verwacht dat er
b~ deze methode de volgende voordelen verkregen zouden worden:
1. Een hogere conversie per doorvoering.
2. Gemakkel~ker te hanteren katalysator.
3. Kleinere apparatuur.
Een ruwe schatting van de kosten voor een Liquid Phase ~nstallatie
met een geltke capaciteit als een Vapor Phase proces leverde het
vol-gende op:
Kapitaals kosten 0,69 van die voor de Vapor Phase.
Productie kosten 0,73 ft ft ft tI "
Maar sedert dien is er veel verbeceri(.aan het Vapor Phase proces. Al
deze verbeteringen hebben er toe geleid dat er tegenwoordig financieel
nog maar een gering verschil is tussen de beide processen. De volgende
tabel geeft dit duidel~k aan.(Voofr 1000 bbl~~
~
v:
a.l2-Or __ Pl1ase ~p 1.475.000) Liquid Phase $ 1.375.000') Benodigd kapitaalProductie kosten ,é/bbl
'IIh!
u~~
{ 1. Hulpstoffen ed. (bv. Stoom)
\ 2. Chemicaliën 9,10 7,61 8,67 8,98 f ~. Oper 22,17 20,57 • Onderhoud 8,37 10,13 \
\ 5. Verze_~~~ingen, belastingen etc • 36,41 34,43
84,71 81,72
. . ~0ota8l ',é / bbl.
~l'/vlOC-\1(..,
1-<-I
"
I
L
pag. 5.
Uit het voorgaande volgt dat op economisch gebied er we~n~g invloed op een eventuele keus uitgeoefend zal worden. De keus zal dus door de voor en na- delen van de processen zelf. Als m men deze nagaat·
dan bl~kt het,dat het Liquid Phase proces enkele grote voordelen
bezit. Deze zijn:
1. Het proces is minder gevoelig voor verontreinigingen in de
vo~ding.
2. Een hogere en constante conversie.
~
3.
Zonder grote veranderingen ook te gebruiken voor deisomeri-satie van pentaan.
Een nadeel van het Liquid Phase proces is: dat het AIC13-koolwater~
stof complex zeer corrosief is • Daar dit complex vervoerd wordt door
een gedeelte van de installatie) is de kans op lekkages groot. In de
pract~k is dit dan ook voorgekomen. Dit nadeel weegt echter m.i. niet
op tegen de voordelen van het procesjzodat hier de keus ten gunste
van het Liquid Phase proces valt ~ lvJ- I7f /..-...-1 >~
L-:
.Y.-I.IfC/Ck/
•
Daar een goede vergel~king tussen dit proces en de andere processen die in de vloeistof-phase werken, niet goed mogenl~k is en dus een
gefundeerde keus niet gema'lkt kan worden , zal dit achterwege gelaten
moeten worden.
, Hierb~ moet nog de opmerking gemaakt worden dat het gekozen proces
m.i. enkele zeer aardige facetten he?ft;die een behandeling ervan zeker rechtvaardigen.
Dil KATALYSATOR
Zoals reeds eerder is vermeld, bestaat de katalysator uit een ~JlIJXI
oplossing van AICI.,3 in gesmolten SbCI...3. Het SbCI.,3 t dat hier dus als
~r
voor de katalysator dient, heeft het voordeel dat het weinigI..,
~~_nie't ~~t met lagere koolwaterstoffen.I Men he0'ft hier te maken met een eenvoudig v2:.:>~istof ,-:. vast systeem.
~I>;' • ~ Er zijn geen verbindingen gevonden. Voor het gebied waarin gewerkt
- ~J
~~){ wordt is in fig.~een smeltpunt-concentratie grafiek gegeven. Uit deze grafiek volgt dat er b~ l53 uF een eutecticum is. De AIC13
concen-tratie is dan 7,5 gew%.
Voor de isomerisatie van hutaan wordt gewerkt met Oplossingen die
8- 12 gew.
%.
AIC13 bevatten.De katalysator heeft, b~ de condities waaronder gewerkt wOrdt,een dichtheid en een viscositeit die, allebwee, ongeveer 2ix zogroot z~n
als die van water
b
D
atmosferische omstandigheden. Door deze vr~J.
L
[A.r~ k-~~
f lf'W' (u.- J..t.----rf v,..-·
.,.J !~
---~,
pag. 6.
lage viscositeit wordt het transporteren van de katalysator zeer
ver-gemakkel~kt. De grote dichtheid heeft tot gevolg dat de emulsies in
de reactor zDch snel afzetten. Dit laatste heeft tot gevolg dat er geen aparte afscheider nodig is. Dit probleem wordt nog besproken bij de beschouwing van de reactor.
HET AICI.-KOOLWATERSTOF CO~w~t
Zoals reeds eerder vermeld is, ontstaat er in àe reactor een complex
van AICI~ en hogere koolwaterstoffen. Deze hogere koolwaterstoffen
worden uit nevenreacties gevormd. Bij de heersende temperatuur in de reactor zijn deze stoffen niet stabiel en er treedt kraking op. Het
schijnen vooral deze krakingsproducten te zijn die tot complex vorming aanleiding geven.
Dit complex is taai vloeibaar en in elke hoeveelheid oplosbaar in
de katalysator. Om nu de katalysator te zuiveren wordt gebruik
ge-maakt van de onoplosbaarheid van het complex in butaan. De
oplosbaar-heden van SbCI~ ~n AICl~in butaan zijn gegeven in fig.~ •
Uit het afgescheiden complex kan me~ het AICI~z~1 als de
koolwater-stoffen weer terugwinnen. Daar de hoeveelheid complex te klein is) om de terugwinning van het AICl3 lonend te maken~wordt dit niet gedaan.
Om de koolwaterstoffen terug te winnen wordt het complex met water
gehydrolyseerd. De afgescheiden la3.g koolwaterstoffen wordt naar een
opslagtank gepompt.
Tot slot moet er op gewezen worden dat het complex zeer corrosief is.
Het SbCl~schijnt wel deze corrosiviteit iets te drukken, maar het is toch noodzakelijk gebleken om alle p~pleidingen en vaten die met de
katalysator in conta,pt komen te bekleden of geheel te vervaardigen
uit nikkel of Hasta oy. De keuze van materialen wordt later nog
be-sproken.
DB
-_
VOEDI.
_
-
NGDe voeding wordt meestal verkregen uit diverse delen van de raffina-derij. Enkele belangrijke bronnen voor de butaanvoeding zijn de
alky-latie en de stabilisatie van benzine.
Hoewel het proces vr~ veel verontreinigingen kan verdragen is het
toch wenselijk om na te gaan hoeveel er van een verontreiniging aan-wezmg mag zijn voordat deze grote invloed gaat krijgen.
1. water.
De voeding mag zogoed als geen water bevatten. Ten eerste
pag.
7.
en verder kan water in de installatie samen met het Hel aanleiding
geven tot Jcorrosie.
De maximaal toelaatbare hoeveelheid water is gesteld op 6,001 kg. per kg. voeding.
2. Onverzadigde koolwaterstoffen.
De voedingen uit bovengenoemde bronnen bevatten meestal geen olefiner Deze olefinen geven aanleiding tot de vorming van het reeds eerder
genoemde complex.
Voor een goed functioneren van de installatie mag de voeding niet meE meer dan 0,1 gew.
%
aan olefinen bevatten.3.
Zwavelverbindingen.C,I' , • Deze reageren q~an.!ï~t~tief met AlCl.a • Daar vooral de voeding uit
J
...
de benz~ne stabilisatie z. wavel kan bevatten, is he~ r,wense~ijk om deze... /~ te verW'lJderen door ~e wassen met loog. ,t~, \,."CUd LU))"
Een voeding die 0,02 gew.
%
zwavel bevat, kan nog goed geisomeriseerë worden , z~ het dan met een hoog verbruik aan katalysator. ,~4. Hogere koolwaterstoffen. :,..
1\"
t1 ,l \t.\, ;'.
t \~ De invloed hiervan is reeds besproken bij het complex.DE REACTIE CONDITIES.
~~'1,
Het is geblekenVdat de de condities waaronder het proces verloopt,\,'.'
L
sterk van elkaar afhankelijk zijn. Daar D.]( deze invloeden elkaar1,
vaak compenseren is het proces vrij flexibel. De variabelen zullen nu afzonderl~k besproken worden.1. Temperatuur. (Zie fig.ó )
De tempetaruur is gebonden aan twee grenzen: nl. het stolpunt van de katalijsator en die temperatuur waarboven er teveel kra-king optreedt Voor normale
-
._.- - gevallen liggen deze grenzen bij. - - ~
153 OF en 205 7.
Wordt in dit
temper
a
tuur
~g
e
b
ied
de temperatuur verhoogd;dan heeft dit t ot gevolg dat er een verhoogde omzetting optreedt. (N.B. TenzijVvermeld zijn de veranderingen van een variabelegedaan met constant houden van de andere condities.) 2. AlCl,..3 concentratie. (zie fig.!, )
Deze factor heeft grote invloed op de opbrengst en de omzet-ting. De concentratie van het AICIJ wordt echter weer b eper-kingen opgelegd door het smeltpunt van de katalysator (fig.r ) Het een en ander heeft tot gevolg dat de maximum c~ncentratie
van het AlC14 13
%
kan zijn en dat het niet mogelijk is om met willekeurig hoge concentraties en lage temperaturen te werken. Uit fig.! volgt dat een verhoging van het ÀlC~ gehalte eenL
verhoogde omzetting tot gevolg heeft. Er moet hierbij op g ewe-zen worden dat ~ deze gegevens op vrij actief AlC~gebaseerd-:c-'
t"
~~, ó~!.tl·" ,(}L~ ... k ~ ~~.c,;:.~
v'-~L':.\,
cel d.tl I \uHj ( f\ i..,~ ~
C(~'-'-\ .
-')\~G ~ I\~f 't(\),.J.J ~ ,~1/\"/.
. el",: rl .
\0(
~t.l\.,,)l..,.~
LtH (, \dL
h
\-
,l 0ifJ C\-JV'i"
M. .... 0 l . I. ?
'-p:lPf'1'2. '/J ~'''77~ ~
'7
~A/~~ /~ ~ ~,/:7 /~OI1t-~PK./"""" ~~
.ç"iJ777:7~" ~'7~
F'l "?'.l--t7/-;Z7~
7??n~
/''7./-ne?
~ /77»W,'"H~
~ L,'Y'~
?7~.:?
~ ~~
/,?P
/.7-?/~
'/-:11'~ ,~.na
~~
~
'?r~
7"'7"~
IE?'
/7'xo-7""'y-H?7-0
/;
r
"---'
/~/
;.'"~
'A7777~
"6
7~~n.-
'?'~I'7~P
r
~ ~
f,i
.l
-z?7--7~
/,~~Pn/
/
7?'
~~ ':7?7~~?
~ó7
7/4
n//.?~
/'~~ /-y,c
;op~
#71'
~
Y.Jt-H~ ~;rp7/,}>Y
.~
:70
,,~,,~~
r;7f7/~ /~,-t
~ ~
/,,~
'~/-r.l~
~"H7
~ /??:lt,,~
./'
~7'~
~~ ~
7
~/~i1
~
/h~ ~
/17
/7 -
--~
H?"-7·7*?-'
(E'
/1~/ ~,~~
~/~ ~
~ ~~?
77.önl-r
.1~~()
/PZ~IH'//~r
.ü?/7
77 ?;Lr
~ ~
(L,~J~
~ 7~
~~
--n-~ ~
7/""
L
7
~~
;/ -- Py-~
7~~~
~
,~/f/~
l1eJ
~/17~ ~.~,~
/~
~tr~~'
Ir
r./7~?//.? ~
17~ ~
P; ~pH-37:7????>--7.7
~
/?y
~
-!;~ ?~7
7,r
7?T/-?t/
?.1/Y
/?:
~ ~
P?'"/71""
~
.J~ ~
I.. .
..- 7'"._/~
'"')'/y
.
~7~7:7?+
~
"?-~,/-/-7~
~ ~~
~'pJ?;U/i ~'7
-~
y
3~ ~
'lr~
/7
~
/
l1,,/,~lliJ
;3
7~ 'r,~77
.f-:v:r~ ~
/tr /;/
/. '7 //~./7?J'
~.I~7'
7~jV ~l~;nI
,~J'_(J
%
/-H~7 ~
"0
4~777
/P/T/7
'H-??~ L.",17~
,P)'./7~
7/?J~77
~ ~'7.~
/7-/·7/
.
~//~
J.7-'7
'b:4y_7 77 7/,H-f-o
~4~
"H./ZO
~4-717/
~
'7.77
71
/?~
/~r
Ol hd
.#rJ,J
/7','1
J-nfl)(T7?::J ~~/
X'---
!l(-
.~
'J?1
~ ~
r;;"H-T7rJJ
'7~,e-
~
~:1t:1f~cJlo~
.
_
~./:n/?r-M 4~
~/r,~~ ~
/p=u7P"
l~/py
-.../'~
7p~-P~I ~
~
~/.:1
~ ~?'
/.;-?~ ~?
~
r.r;p
~
H"V"P /47;7.~ ~
-?.p-
4
,,~:/
//~
"'/7l'y~."P ~n~
/'
~I
)'7:7 ·:7 ~rnup,7 ~/r
/-?J
~ ~ ~ .l~'7r ~<7-6
~.~ ~
~ /f'?~
'H--r'r~
~~ ~
/~
I',P-?-IJP
-r
~~
77
r)!!-~~
.h·
7r
;:-/77-?P
Hrr Pft1"t)
-/~/,r"'-'
/?<?7
Jn
'i 7 H? /ry7 -11~
J
y
? rTf:; ' H h '1+? 7 ' ~ ~ uy~??n ~ "~:P/?-nr~"""'
;11Jl
~
/77;J~
/,.'eJ,p~.,.f
07/
/;'?-.rP~
h.
y
/?.'7?-TUP~77-n
??/
-7~ ~r77n
~
;f-P;r~~
'
/
~~
~
" »n-?rtJ/
Z~-'HYt~~
·t"r"'u-
/"J?"-U~
7"
~-P/f??~~
*r4:HM
~LJ~ 7~~/
H7 r~~
.#
~.'?'J
.
/~
')t/
ÎP/
//7,,~m---r~rl
/4~r /~
/p
j/:
/,?-j
~7':
»77
'P~ /..,,~
r:/,? /, '/4-7
~~
H??-Pr~7'
!Y
•~7~~ ~L~
"4r
r---~
-...
~~~
/7
"?'/'7'
r""
r
f/k:
7'~ ~'Jf
0/
~'7~/'
~
H??-d~
~
J17
~
-~
~
/7 7/ -7~
/7"--7
/~
7-??Y
~ ~
+y
-1171.1
"7 YJ---?-~ J---?-~'.l'r;Jy
77Y7'p~
?
?,~
? -7: ç/7
7-7-Md
/717
~.P-7
7PrN --.-,'~ -n--~7--?7/ln-Y7~r ~ '1-'
H-?:JP
'/;7,f'
/7'
~
~./?~ 7~h~~-;:f
~ ~~:7
~/r
h":1g'-r~7.f,rp~
~/r-~ /~/r-~
/~nppnl ~
/,1/7(U4AIk?~
?p~/71
H-?1r~// ?;y~
~ ~r
/,P:u rn/7'"/
~7~
/;7/7c;J;-;h7
4~ /~
~/~~
Y
Iq(/'·~:rr/;.ç;
'j7~7?7/'71U?7P
r?r
Yl7rr
/.~ ~
;rnP7/
7';~
~ ~.;h7/.7
~J:-
77-p-7hl
~?
'
~
~.,p~ 7h~r?p-#-~/
n-?Y~ ~//'/~
r-?·7,77n~
'
~~.:>e;
;/7~
7/
/
~ #~
n-n-~
/r"
/~
1kIM---W~~7
.'
~ /?.vn~~71'
~ ,P~?,/70
./
7777P1~6?P"Y
/T
/77:l"~
7-"7'7>'H?/T~77/'47'"Y ~
~ ~rl,"
~
r
~
~/~ ~
4r,rr
r
H-7.t~
.
~ ~/~
h,'
/
~ 4-n~
,~r
L~ ~--rr
/~
/r»7/J/~
~"'.1?:Yr'
rn-
r H?-~ ~~
Ç7/~7";1~
o/'}'/7'~
",(~~
~
r;1l.,,n'
~~J?~7 7~I"~rr
'
u,e<?/7
/~PP?
~?:1P
r
~ ~./-01~
7"7'.I'-7?/~ ~?7P/-?
I
\ ,\"
.
"
:;{/f'
/~.~./ry-.J/J.
-7
07-~ %
'
;;'~ç.
'
~~
L)," \'\-1 ' ;;::;;;'; ''' ~ -;.;;;;? -'"'' N;; ---~ '~? ~~ ~ ~ ~ ~u-~
/77'7~r-7"7 7#7.??
~
/.-.;,~r
~.P-~
/,7'''77r,?-7.,.,r./~~t?1J-:Y ~ ~ ~J7/~F '7
/./?U?"~/7
~ :i~zne:
/7
?--/~;?4
~ /~
/:'~
/7~
/
.~~
/0
:,
-.;>p~-/
9 07~
/~.k7~
//e'
'~-?7/~I'~
7:
.
r/
~ <.~
/h'7?~
I,/ Ir
H7?~-n;--~
7"7?/"
.~P'Y
~:7
~ /7~
~
/d7P
I'I:
;'1 'I "' !' Vpag. 8.
z~n. In de prakt~k is alt~d een gedeelte van het AICI~ als complex
gebonden. Om een goede omzetting te behouden moet het gehalte aan
complex beneden 3
%
gehouden worden\ lDit laatste kan men regelen..
door de hoeveelheid katalysator die uitgewassen wordt te varieren.
3.
De HCI concentratie. (zie fig.t9 )
~ Uit fig.~volgt dat een verhoging van het HCl gehalte tot 5 gew.
%
\ gunstig is. Een verdere verhoging heeft weinig zin meer omdat de
toe-\ name van de omzetting sterk verminderd.
i
I
I
~~\
(
4. Contacttijd. (zie fig.5 )
In het algemeen is gebleken dat er b~ een hogere temperatuur of AICl4
concentratie een kortere vontacttDd nodig is om eenzelfde omzetting
te verkr~gen.
Verder wordt de contactt~d nog bepaald door de mate ~rn mengfing die
in de reactor wordt ber~kt; d.w.z. hoe goed is de ro~er.
5.
De volumeverhouding katalysator- koolwaterstoffen in de reactor.Deze invloed is gegeven in fig./o • Tot op zekere hoogte worden de
veranderingen in deze verhouding gecompenseerd door de wederz~dse
verandering van verbl~ft~d in de reactor.
6. De mate van menging in de reactor.
Om een optimale omzetting te kr~gen is een goede menging tussen de
voeding en de katalysator vereist. Door het grote verschil in
dicht-heid tussen de katalysator en de voeding moet men dus een ~o~~ roer
-werk hebben, want de emulsies hebben een zeer korte t~d nodig om
zich te ontmengen. Een gunstige factor hierb~ is de wederz~dse oplo&B
baarheid van de beide componenten.
DE INSTALLATIE
Hoewel het proces reeds in grote trekken beschreven is, is het toch
noodzakel~k om de hele installatie hier nog eens in details na te
gaan.
Daar de voeding, indien deze uit opslagtanks komt, vr~wel alt~d
ver-zadigd zal z~n met water; moet men deze dus eerst drogen. Als drogerE
worden kolommen gevuld met AI~OJ gebruikt. Het AI~OJis gekozen~omdat
deze stof zeer goede droogeigenschappen heeft, gemakkel~k te
regene-/ ' -'? ren is en bovendien een lange levensdtlur bezit.
De gedroogde voeding wordt nu tot omstreeks de reactie temperatuur
opgewarmd. Deze verwarmde voeding wordt nu in de "kat alysator wa
s-kolomtl (Cat scrubber) geleidt. Deze kolom is voorzien van een zg.
- l
.
"disk and doughnut" vulling. Dit zijn een soort showerde~s metaf-wisselend de vorm van een ring of een schijf. In tegenstroom met
de koolwat erstoffen loopt een,uit de bodem van de laatste reactor
.
.
:, y.'"
,.
\ ",f
~. - -~ - - -
-pag.
9.
afgetapte, stroom van het katalysator mengsel. Daar de grootte van
deze katalysator stroom bepaald wordt door de hoeveelheid complex
die in de reactor gevormd wordt en daar deze stroom nooit erg groot is ; kan er volstaan worden met een kleine doseerpomp voor het trans-port van deze stroQ~.
Na de waskolom wordt het HCl aan de voeding toegevoegd. Deze HCl komt uit de "stripper" waarin het HCI van het isomerisaat gescheiden wordt. De druk in de "stripper wordt hoger gehouden dan de druk in de rest van de installatie zodat er geen pomp nodig is om het HCl te transporteren.
In de reactoren wordt de voeding,, goed gemengd met de katalysator d.m.v. mechanische roerders. In het begin werd gewerkt met één
reac-. ,~ tor, maar uit onderzoekingen is gebleken dat, door _!let splitsen van
~ I. t~ deze reactor in ee? _ ~~~al _~~~~ner~_~_~_~p. __ .9.ej;er~_ om~.et:!Ling
verkre-gen we~. Op deze manier schijnt~het ~ve~wicht beter benaderd te
~~~. worden. Uit de onde~zo~kin~en is gebleken dat drie reactoren het
/~ best zijn; het toepassen van meer reactoren zal geen lonende
verbete-")
ring meer geven. ..-:" ,
Voor het roerwerk is relatief weinig 'energie nodig om een goede
menging te verkr~gen. Uit de pract~k is gebleken dat men kan volstaan met ca. 0,1 Pk. per kubieke Foot inhoud.
De isomerisatie reactie is exotherm en wel ~ 44 BTU. per pound, ge-vormd isobutaan. De temperatuur in de reactoren regelt men door de
temperatuur in de voeding-opwarmer te regelen. Het
temperatuurs-verschil tussen de opgewarmde voeding en de reactoren is e en goede indicatie hoe de reactie verloopt.
De scheiding van het isomerisaat en de katalysator is zeer eenvoudig.
Door het grote verschil in dichtheid ontmengd de emulsie zich zeer snel. Zoals reeds eerder is opgemerkt is hierdoor een aparte afschei-der overbodig. Inplaats hiervan is bovenin de reactoren ~ gedeelte
~ afgescheiden door een zeefplaat. In de '(rustige" ruimte boven deze
;? zeefpla~ treedt dan de ontmenging op. De katalvsator stroomt door
~> d plete weer terug naar de reactie ruimte en het isomerisaat wordt
bovenin afgevoerd.
Het isomerisaat,dat uit de reactoren komt, bevat nog opgeloète ~JIIX hoeveelheden SbCI~ en AICIJ • Om deze te vermjderen past men een
eenvoudige destillatie toe. Het is gebleken dat een kolom van 10 schotels en een reflux-verhouding van
i
-
:
-
1 voldoende is om een vrij-wel volkomen scheiding te verkrijgen.-\ " ~ ( \( ... . \ '-\. t I t;. ~. I .. ~\ I, \' , " \ " ' , t '" . \ \ \ " , '.' . (. I ' ,,' .~ '{J.~ . n,,; \ I ' f' ,
pag. 10.
De koolwaterstoffen die uit de"katalysator afdampertt komen worden
()
gecondenseerd en afgekoe~. Hierna voert men het
kolwaterstoffen-f' \. •
\'"
mengsel in een buffervat. Dit buffervat is voorzien van een kleine
gepakte kolom, waardoor men een gedeelte van de lagere koolwatere
\'
-
1
stoffen laat ontwijken. ~:n ~e voorkomen dat er hierbij verlie,s op-treedt van het dure HOI laat men een zij stroom van het HOI vrije pro-duct ui-t de
-
~trip:pert;
als~
door deze kolom lopen.Vanuit het buffervat pompt men het isomerisaat naar de stripper. (Een zij stroom wordt als reflux naar de ttkatalysator afdampertl terug
gevoerd. )
Deze "stripper bevat 20 schotels. Er worden voor deze stripper twee methoden gebruikt.
~ 1. Als een normale destillatie kolom.
2. Door de voeding als reflux te gebru iken.Hierb~ vervalt
fi
U.l~,r
de condensor bovenop de kolom, maar daarvoor komt in de\
\j.'\/'
~ r, plaats een koeler om de voeding goed te koelen./ ,
n,~ Van deze twee methoden heeft de tweede het voordeel dat de gassen
f/"
gemakkelijk wwer teruggevoerd kunnen worden in het proces. Ook gaatzo de ~ condensatiewarmte niet verloren.
Daar het bjj deze "stripper" er om gaat om een bodemproduct te
krij-gen dat vrij is van HOI kan er niet vermeden worden dat de HOI ilili stroom bovenuit de kolom nog koolwaterstoffen bevat. Meestal bevat
deze stroom ongeveer 40 vol.
%
koolwaterstoffen. Aangezien deze niet verloren gaan,is dit feit vwrder weinig belangrijk.Het isomerisaat , dat nu vrijwe-l:' 'HGl meer bevat (0,01 mol. %) wordt
afgekoeld en met verdunde loog gewassen om de laatste resten zuur en sporen katalysator te verwijderen. Hierna kan men het opslaan of direct naar de alkylatie voeren.
Op de vraag of de scheiding van het iso- butaan van het butaan niet gelijk in de isomerisatie installatie kan geschieden, moet zeker
bevestigend worden geantwoord.De vraag is echter of het bijvoegen van deze destillatie kolom verantwoord is omdat er toch een
de-iso-butaan àestillatie kolom in de alkylatie nodig is. Dit is waa~s~~n
lijk de reden waarom HX men deze kolom niet aan de isomerisatie
pag. 11.
CONSTRUCTIE MA TERIALE1.4
W'(
i I .r'"I I '
-I
l
Alleen voor de delen ven de installatie die met de katalysator incontact komen, moeten er corrosie- bestendige materialen gebruikt
worden. Voor alle andere delen kan men staal gebruiken.
Dit bovenstaande hoeft niet strikt gevolgd te worden. Uit gegevens
bl~kt dat het mogenl~k is om voor de katalysator afdamper en voor
de waskolom ook staal te gebruiken. Voor de ee~t genoemde wordt als
reden opgegeven de lage concentratie van het AlC13 en voor de tweede
dat de corrosieve werking van het complex ( reeds genoemd b~ de
be-spreking hiervan) door de aanwezigheid van kleine hoeveelheden SbCl~
sterk verminderd wordt.
De corrosie wordt sterk beinvloed door de snelheid waarmee de vloeiäi
stoffen passeren en door de eventueel aanwezige spanningen in het
materiaal. In fig.~ zijn enkele metalen an alliages gegeven wat betreft
hun corrosie bestendigheid. Hieruit blijkt dat voor de constructie van
pompen en die delen wwar grote snelheden optreden het best Hastafoy
gebruikt kan worden. Daar het niet a~t~~_mog~nli~ is om Hastaloy
ap-paratuur te verkr~gen
---
wordt.-
er vaak nikkel geb~~~t. Zo gebruikt de- ' . ' -
....
- -" -- - --Shell met nikkel beklede of geheel lnikkelen reactoren voor het Liquid
Phase proces. 1 .' . ,I .. ~)
~ \ I r" / I ..; (
l'
i\Jt7
~v.!~ t ~ ..I MATERIAAL BALANS.!
B~ deze materiaalbalans ztn de drogers niet betrokken. Er is
aangeno-men dat in deze drogers al het:'water verwijderd wordt.
Voor er aan de eigenl~ke materiaal-balans begonnen kan worden, moet
eerst bepaald worden hoe groot de capaciteit van de installatie zal
worden. Voor dit schema is uitgegaan van de alkylatie installatie met
7t
een productie van
150 000
ton per jaar die te ~ernis gebouwd z~l word~Gekozen is een isomerisatie installatie met een capaciteit van ca.
875~ ton per jaar. Dit komt ruwweg overeen met een voeding van 17,5
ton per uur als er een omzett ing van ca
55
%
wordt aangenomen.De materiaalbalans is in tabelvorm als b~lage toegevoegd. Hoe deze
berekend is~zal nu in het kort toegelicht worden.
Volgens gegevens uit de practtk is de samenstelling van een normale
voeding ongeveer: Iso-butaan n- butam
5
gew.%
94,5
"
pentanen 0,5 "Gekozen werd een voeding met resp.
5; 94,65
en 0,~5 gew%
~XDe grootte en samenstelling van de katalysator stroom die wordt
uit-gewassen üangt natuurltk van zeep veel factoren af. Voor de berekening
\ "
I
pag. 12.
en met de normale samenstelling van de katalysatorstroom. Deze
ge-gevens zijn:
Verliezen(per uur) Samenstelling AIO 1.; 6kg. HOI
SbOlj 2,4 kg. Sb013
HOI 2,4 kg. AIOI:)
Deze tabel is al omgerekend Koolwaterst.
op een voeding van 17,5 ton/uur.
De gemidde1tde
AICl3
samenstelling van het complex is:
50
%
SbOl] 25%
HOI5
%
koolwaterst. 20%
Kat. (gew%
1%
88,6%
8,9%
1,5 %Uit de bovenstaande gegevens werd als samenstelling voor het com-plex, dat afgetapt wordt, de volgende s~enstelling gekozen:
AI013 6 kg.
SbC13 3 kg.
Hb~ 0,5 kg.
koolwaterst 2 kg.
Uit deze aanname volgt voor de samenstelling van de kata lysator-stroom: AICl.3 SbC15 HOI 12 kg 118 kg. 1 kg. koolwatersD 2 kg.
Uit het bovenstaande kan dus de materiaalbalans van de waskolom berekend worden.
In de reactor moet de voeding 5 gew.
%
HCI hebben. Daar de HOI -stroom uit de stripper ook nog koolwaterstoffen bevat;i~ er een kleine berekening nodig om de hoeveelheid HOI te bereken.De gemid~;elde samenstelling van deze stroom is: (gew.%)
HOI 53 %
L C'I 18 %
i - Ct 17,5
%
n -O~ 11%
c~- 0,5 %
Stel het gewicht van de koolwaterstoffen in de HOI stroom
=
x kg. Dan heeft men nodig 1/95t
17500 + x) kg. HOII
~
,I
I .
pag. 13. Uit het voorgaende volgt:
17500
+ x=
22-!
19 47
Hieruit is x te bepalen en dus verder ook de gehele HOI-stroom.
In de reactor heeft een omzetting van n- butaan in iso- butaan plaat~
Er is aangenomen dat
55
%
van het n-butaan wordt omgezet en dat de1'.' omzettinr: voor 97% in iso-butaan is. Uit de nevenreacties wordt
')
~!
~~
gebonden in het complex en de rest bestaat uit koolwater-stoffen. De aanname van de ~~~~ hoeveelheid van elk van deze koolwaterstoffen afzonderlijk is vrij willekeurig.Het isomerisaat dat uit de reactor komt bevat nog SbCI~ en AICIJ
Het blijkt dat de hoeveelheid AlOlJ zeer klein is t.o.v. de
hoeveel-heid SbO~. Uit gegevens uit de pract~k verkregen werden de hoevee
l-heden die hier opgelost zouden kunnen zijn geschat.
Het berekenen van de samenstelling van de reflux in de Itatalysator-afdamper is niet tdirect uit te voeren. De berekening hiervan is als volgt uitgevoerd:
Stel er komen van één der componenten van het isomerisaat Akg uit de reactor. De reflux bevat van deze component X kg. In het buffer-vat komen dus A + X kg van deze stof. Aan deze hoeveelheid worden B kg toegevoegd door de reflux die hier door de gepakte kolom wordt toegevoerd. Als verlies in het gas dat afgelaten wordt, wordt C kg. aangenomen. De hoeveelheid die nu in de stripper wordt ingevoerd is A + B ~O kg. Als er D kg. met de HOI stroom worden afgevooerd dan bevat aet bodemproduct: A+ B -
e -
D kg.Door de samen-stelling van het gas dat men uit het buffervat laat ontsnappen aan te nemen en daar de reflux naar ~ het buffetvat
on-geveer het tiende deel van het uiteindel~k product is ( praèt~k ge-geven) kan de samenstelling van de strippervoeding berekend worden Hierbij wordt er nog op gewezen dat de term D reeds bekend i~
Uit de samenstelling kan de moleculaire samenstelling berekend wordez
De reflux heeft dezefde samc;nstelling als de strippervoeding. Hierna
is Jlet verder niet moeilijk om de samenstelling en grootte van de ze reflux te berekenen.( Er is vroeger al opgemerkt dat er hier een refluxverhouding van ~ + 1 gebruikt).
MATERIAAL BALANS.
katalYS~torll uit Hel stroom I rea~tore~--~-:::=l
---~
~
trt'~~~:'.l.o~~1'f<tL
_
189
-::
--
-1'9~
_: -::~
~~~
---
fj;
95 --=--
~52 uit
::
f5":iï~
875 15,07 369 6,35 ! 1244 21,42 10297 177,291 16564 285,19 232 4,13 116796 289,32 7558 130,141 61 0,85 11 0,15 : 72 0,90 192 2,66: 0, 0,01 1117 30,63 j 1117,5 30,64 1116,5 30,62 115 0,5°, I 1 115 0,50 1850 8,11,1 1 6 0,05,
I
il 6 I 0,05 'I 25 0,19', I I,I
_. __ . ____ . _______ . _. ___ -!.. _______ ..• _ .-1 _ _ • __ . _ . _ _ _ .• __ " _ _ _ _ _ _ • _ . _ . _ _ i. _ _ ___ ~_ __ __ ,1 Mol.gw. Voeding r---'-- -. ---.--_. --~ -' -·NP'-···i-l!"i""--~--.· ,.-- -.- - .---- --t.!j--.-... t--·_-..:k.- T _IJJ /{J. , <: Cf 3°
,
°
5 I i-<Jf , 58,08 875 15,07 5, ... In-C.y158,08 16564 285,19 94,65 c,f172,10 61 0,85 0,35 II
Hel 36,4
6 1I
0,02 SbC~ ~2S,13 118 : 0,52 A-l-G;J.i 1 } 3,34 : 12 0,09 . K.W·~ _ _ _ . _ _ _ . ____l.
_
.
.:.:._.
?
_
__
.
___
_
üi-t-k~
t
.~ -~'~;;ijdeti~g- ...r
--
-
_.---
- -
;
-- -- -
-
.--.- ... -
vef;-' .----:---- -.- . --.- ·bufferv~ t:
<c
r
:.:r:-
~~e~l ~5~;4
1=
~~T~
;:~
)
l~:~o
--
r;~4Ó
-
,.
-
r'i.
q
:
;t
s
~~6~
_
r~tu~
~~~
I
i"'Cf110297 ' 177,29 2608 44,~0 ! 12905 222,19I
14 0,24 991 17,06I
n-CJf!' 7558 130,14 I 1915I
32,97i
9473 163,11 I 1, 10 0,17 ' 732 12,60I
Cj -" 192 2,66I
49 i 0,68 , 241 3,34 ! I , 18 0,25 ! HOl 111.§.,j ____ L~0 J 62 { ___ ~2.9.L
_3J Q9 ___ .:. __ } 3.75_12 3.IJ1. ___ i L9 J.Q9 · 2 1_ 0,06 _, • I is_omerisaa tJ
I< Mo L ! . ·--1· .. - .--~ 537 17 ,86 : 13882 I 23~,
01I
10195 175,54:: 259 3,59 'I _ J.l7.9J_L _--.27,.JL .. -'--.. _. - ----' , - - - - ._-_.- ---. ---+- - - . . - - - -- - - - . __ .-, ' stripper1
---
,
..YQed:l~---.-.-1- --- -bod~l!lpro~_1,!.~t __ _ ..t _]:~ NoL _ --&-- -J_....MP.L _-I < C~ ' 436 14,56 47 1,56i
i ... 61( 11274 194,11 10905 1 187,76 nMC~ 1 8280 142,56 8048 I 138,43C$
ll
210 2,9 1 ! 199!
2,76 HCl , 1117,5 I 30~ I 0,5 __ ' ____ Q.L9] ~-.-...
..
- -product ~--'
...
i-·---
··-
-- -
.. --
_ ..
__ I.~y._ _~Yfo C jlw./f 43 1,43 0,25 9914 170,70 56,80 7316 . 125,83 41,91li
181 2,51 1,04R
0,5 0,01 -~_ .. _. -- - -' • .: - - - - --'- - - _ . -I
I
I
I
·
'1
I 1 , pag. 14. DE WARMTE BALANSVoor de berekening van de enthalpieén van de koolwaterstoffen werd
gebruik gemaak van het ftDatabook on Hydrocarbons ft van Maxwell. Voor het HCl werd de correctie methode voor gassen gebruikt, die
beschreven wordt in "Chemiaal Process Principles " van O.A. Hougen
en K.M. Watson. Tenslotte werd voor de onderdelen van de katalysator
de enthalpie berekend uit de soorteltke warmte •
De warmte balans is net als
d
~~
eri
aa
l
balans genomen over detiJ'dsduur van één uur. \ r '>'
~
. . ...''t.i -' 1. Voedings verwarmer, ./ / In. 22 at ; 25°C. Uit: 22 at.; 83 ~ i-Cl( 68110 Cal. n-Cy 1335390
"
Cç 4680"
Totaal 1408180 Cal 2.Toevoeren per uur: 632 417 Cal.
Waskolom. In. a. Voeding 2 848 597 Cal b. Katalysator stroom 23 at. 89
va
',
-;::::::;: HCl 26 Cal koolwaterst. 250 ti SbCl.! 875 ft AICIJ 203 ft 1354 Cal I 354 Cal ~ 2 041 951 Cal. Uit. a. Voeding; 22 at.; 83°C i-Cr._-
.-
99 733 Cal n-C~I 1 934 013"
C,)- 6 851 ft HCl 13 ft SbCl..s 745 11 AIClj2
4 ft 2 041 449 Cal. Transport 99 733 Cal. 1 934 013 ft 6 851 " 2 640 597 Cal. 2 641 449 Cal.• pag. 15. Transport
.
.
2 041 449 Cal • b. complex: 22 at 83°C HCl 13 Cal. koolwaterst. 250"
SbCl" 30 ti AlClJ24-
ti 387 Cal 387 Cal Totaal uit: , ___ Verlies in de 2 041 waskolom: { 115--Ö~i --' .. --836 Cal.3. Toevoeging van het HCl.
a. Voeding: b. HCl stroom : <" Cl( i-Cr
n-C
r
C)-HCl () 25 at.:; 48 C 84 351 Cal. 60 523 n 40 890 " 1 927 29 824 217 515 ti 11 CalTotaal voeding reactoren:
4. Reactoren. In. a. Voeding: .Q
0
') '\
...<z::._
. .. / /~ b. Terugvoer en aanvulling katalysator: '. 2 041 449 Cal. 217 515 Cal. 2 258 964 Cal. 2 258 964 Cal CO' SbCl.J 13 922 Cal.--
} A1C1J 511 " (...'..
14 433 Cal. c. Reactiewarmte: Totaal in: Uit. a. Isomerisaat; 22 at.; 89 () C. ..( C ~ 70 367 Cal. i-Cr 1 213 728 ti n-C,/ 924 495 ti C ~- 22 418 ti HCl 40 320 ti SbClj 13 648 ft A1C1J 418 ti 2 285 394 Cal. b. Naar waskolom 14 433 Cal 221 839 Cal 2 495 236 Cal. 2 285 394 Cal 1 354 Cal~ Totaal Uit 2 286 748 Cal.
• pag. 16. 5. Katalysator vervnjdering. In. a. Voeding: b. Reflux; 45 DC; 25 at. ~ C'r 13 758 Cal. i-Cl( 232 008 ft n-C'I 179 380 u C.>- 4 359 ft HCl 7 261 ft 437 066 Cal Totaal in
.
.
Uit. a. Isomerisaat; 83 "C; 13 at. L. C'( 84 554 Cal.i-e
t( n-C'I Cr HCl 2 224 306 ft 1 764 441 " 45 291 " 21 693"
4 170 285 Cal b. Katalysator; 90°C SbCl,J 13 908 Cal AICJv 423 11 14 331 Cal 2 285 394 Cal 437 066 Cal. 2 722 460 Cal. 4 170 285 Cal. 14 331 Cal.Totaal uit: 4 184 616 Cal.
Toevoeren aan reboiler: 1 462 156 Cal./uur.
6. Koeling van de koolwaterstoffen uit de kat. verwijdering. In. :Isomerisaat: Uit. Isomerisaat; 50°C; 13 at.
-<
C tI 75 330 Cal. HCl 1 183 905 921 723 22 109 ft"
"
42 132 " 2 245 199 Cal Totaal afvoeren per uur4 170 285 Cal
2 245 199 Cal 1 925 086 Cal.
• pag. 17. 7. Buf'fervat. In.
~
Isomerisaat: b. Reflux: 25 at; 21 DC 411 Cal. 74 384 11 56 979 ti C)- 1 351 ft Totaal in: Uit. a. Aflaat-<
Cv i-C", n-C'f HCl 133 125 Cal gassen; 210C;13 3 002 Cal. 2 180 rr 1 646 11 54 11 6 876 Cal. b. Isomerisaat; 45°C;13 ~Cy 73 150 Cal. i-C 'f 1 234 943"
n-Cr- 952 295 n C5- 17 481"
HCl 37 622
ti 2 315 492 Cal Totaal uit: Verlies: 55 956 Cal/uur. 2 245 199 Cal. 133 125 Cal. 2 378 324 Cal. at. at. 6 876 Cal. 2 315 492 Cal. 2 322 368 Cal. 8. VoorkoeIer van de stripper.In. Uit.
Isomerisaat; 45 D
C;25 at. Idem: 21 tiC; 25 at.
<c"
59 392 Cal. 44 847 Cal i-C 1 002 935 ft 'f 846 226 ft n-C~ 773 418 ft 644 515 n CJ- 18 682 ft 15 763,.
HCl 26222
ft 20 017"
Tot. 1 881 160 Cal Tot. 1 571 368 Cal.
•
pag. 18. 9. Stripper. In. a. Isomerisaat: Uit. a. HCl stroom: b. Isomerisaat; ..( Clf 123 'C; 25 8 683 Cal. 1 637 059 ft i-Cli n-Cr C,-HCl 1 230 539 28 767 15 ft 11 ft 2 905 063 Cal. Totaal uit: at • Toevoeren : 1 551 210 Cal/uur. 1571 368 Cal. 217 515 Cal. 2 905 063 Cal. 3 122 578 Cal.10. Koeler voor de reflux van het buffervat.
In. Isomerisstt; 123 °0; 25 at. <C'I 712 Cal. i-Cr 148 769
"
n-Oy 111 923 ft 0J- 2 602"
Tot. 264 006 Cal. Uit. Isomerisaat: 133 125 Cal. Afvoeren: 130 881 Cal/uur. 11. Product koeler. In. Product: 123°C; 25 at.<
C,! 7 971 Cal. i-C,; 1 488 290 " n-C'f 1 118 616 " 26 165 ft 15 ft 2 641 057 Cal. Afvoeren: 884 138 Cal/uur. Uit. Idem: 60 QC; 25 at. 5 604 Cal. 981 169 ti 752 524 " 17 611 f1 11 " Tot.1756 919 Cal.k,.A
~..
';..
_ _ V"'''101 rl.A
..
•
-pag.l Bijlage
Berekeningen uitgevoerd aan de drogers.
Het is niet gemakkel~k om gegevens te verkr~gen over adsorptie drogers
Deze drogers worden meestal gebruikt om gassen te drogen; zodat voor
het drogen van vloeistoffen (wat hier het geval is) er zelfs vr~wel
niets bekend is. In de meeste gevallen wordt voor het drogen de raag
_ van de leverancier geY.E..?agd .• Er zal nu getracht worden met de weinige
gegevens die er gevonden z~n een berekening op te stellen.
Voor het drogen van vloeibare koolwaterstoffen is in dit geval alleen
een artikel van R.B. Derr en C.B. Willmore in Ind. Eng. Chem. van 1939
van belang. In dit artikel worden gegevens over het drogen van benzine
met
A1
20J gegeven. Kort samengevat z~n deze gegevens:1. Totdat het bed 7,6 gew. ~ water heeft opgenomen wordt de
~
benzine volkomen gedroogd; d.w.z. de benzine bevat na het
bed g~en water meer.
dus in evenwicht
~~
~
\
2. Als het bed tenslotte geheel verzadigd is en~~.
?%
( \/"0 ) ',V
i
'
is met de voeding" . bevat het c. a. 10 °0 water. \r \..t,(JLN . {\ ~~~. Is er nu aangenomen wordt~dat deze gegevens ook gelden voor utaan~
dan kan er dus een ruwe schatting gemaakt worden hoe groot de drogers
zullen zjjn en hoe lang e2n droger werkt voordat deze zijn "breakpoint"
bereikt heeft. Er wordt dan hier geen rekening gehouden met de af
-wijking,die er bestaat,in vloeistofsnelheid en dr~~
tussen de proeven met de benzine en de butaan droging die hier wordt
berekend.
Voor de berekening van de drogers hebben w~ nu de volgende gegevens:
1. Droge voeding 17,5 ton/hr. /
2. Watergehalte 0,004 kg. water/kg voeding.
3. "Breakpoint" van het bed bij een watergehalte van 7,5 gew.%.
4. Dichtheid van het bed: 54 lb./cu.ft.
Uit het bovenstaande volgt: Lwater.
Er moet per 12 uur verwijderd worden: 12 x 0,004 x 17 500
~
840k~
Dit komt overeen met 1848 lb. water.
Hiervoor is nodig: 100/7,5 x 1848
=
24 600 lb. Al~O~Dit heeft een volume van 482 cu. ft.
____ Hieruit is te berekenen dat een droger, die 4 uur werkt, een
diame--
ter van ongeveer 3 ft. en een hoogte van c.a. 16,5 ft. moet hebbenNu dat er een ruwe schatting gemaakt is over de grootte van de dro~:
gers, kan er nog een poging gedaan worden om deze 11 1iS ·~ f t op
..'
,
.
.
.
l
•
-•/'
pag. 2.
~
Voor deze berekening zal de methode van A.S.
M
iChaels~ebruikt
wordenDeze methode is all~en geldig als aan de volgende punten wordt vol-daan:
1. De adsorptie vindt plaats uit verdunde oplossingen; d.w.z •
de concentratie van de,te adsorberen, stof is klein. ~
2. De evenwichts adsorptie isotherm is hol t.o.v. de
oplossings-3.
De hoogte van de adsorptie zone blijft constant. L ___ ---...J4. De hoogte van het öed is groot t.o.v. de hoogte van de
ad-sorptiezone.
In ons geval wordt zeker voldaan aan punt 1. Aan de andere punten za~
naar alle waarschjjnlijkheid..., ook wel worden voldaan.
-
- -
-
--
_
..--
-
-
-
-
--
-Voor er nu a9Jl de berekening kan worden begonnen;moeten er eerst nog
enige gegevens worden aangenomen.
Enkele gegevens zoals de afmetingen van het bed, ~rootte vande
voe-ding en het watergehalte kunne~it de bovenstaande ruwe berekening genomen worden. De verdere aannamen z~n.
1. Evenwichtskromme: yt
=
o,~x~2. massa-overdrachtscoëff. X~ vloeistof-vast gebaseerd op het het uitwendig oppervlak der deeltjes sq.ftjcu.ft.
( )o,rr ./
ky a,,= O~O G 1b.water/ hr. cu.ft. ä Y
3. massa-overd tscoeff . in de porien van de deeltjes ~ooo lb. water/ hr. cu.ft. A X. ~. massa-snelheid: 4535 lb. jhr. sq. ft.
UBreakpoint" bij een waterconcentratie in de uittredende
vloei-stof van 0,0001 = y~
Het bed wordt uitgewerkt geacht als de concentratie van het
water gestegen is tot 0,0038
=
y~E2~
~
--
l
y:y .
..
.- - --.- --- --_.------r
w - w,jf I Y y-y' w" yo :0,0001 0,00001 :11111 0-°
0,(J"2) I 10,0004 0,00004 ! 2778 1,6205 0,2717 0,1 :0,0008 0,66016 1562 2,4358 0,~083 0,2 I ,0,0012 0,00038 I 1219 2,9920 0,5015 0,3 0,0016 0,00064 10~2 3,~2 0,5773 O,~ I 0,002 0,001 1000 3,8526 0,6458 0,5 0,0024 0,00143 1031 4,2588 0,7139 0,6 0,0028 0,00196 1190 I ~, 7030 0,7883 0,7 0,0032 0,00256 1563 5,2536 0,8807 0,8 10,003.~_L9~Q029Q --- ---,.--2000 ._---. 5,9662 -_. ~!_~OO 0,85.
. I \\
.
,: :.~ ".--
._ ..--
" •CLe.- V..vth·"{f
"/J
~JC.
I~!f l ' ~ vU Jt7/~~/"7 ~ ~x.-,'.JU .-/~ Ç)~l:r --- v,·.//'-"I:.:' A~ da../ c4-~ ~L/
4e
J"·x -vd/--.,. !C~/u,p./~/ ~~c./.~
4
--L/
~~
v-k-/
~ --w~ ~ ~ ,Ç~/t6"1&1t
~~ c4, ~:/4 /
~~v/ A~&/" ... .# ~_ --4 ~~-' ~,.~/-.d./
~ d "t'tP p-u-/ 4d~ -:;?A:.-/ ~ ~ / n u d d d ' d{ '1QlI!k/~/k ~
:d./
~
~v/
/ '
~
/~ % *"~ ~
tJ/& ~ e4 p-d./,,'rt.
k
~~-w
t?-td/ ~.r..-J-/a.a.-t-c
c/a../ J~e.tu.-lA~
-?/
~d --wa~ #- ~ ~~/&~t,ç ~ ~v-/.-x-c'
-d
0/.
~a-~/ / ,. f"-U .~~ ~~-rY'Açr / ""/
t:I t:I (? /& /
...k?!
~~~d/ ~ ~/~/ ~9< ~//i'-U4,//d.4
~~k
/
id
-uv-/k~t4 -r/~/Jk/
-U-Mri~~h".L~ ~
"/I:'''o3P
q/.
~ ~,"4-~~ -AA~./ ~~// ~ ~pag.
3.
De eerste drie kolommen van de bovenstaande tabel z~n verkregen uit
fig./~. Kolom 4 is verkregen door de gegevens van kolom 1 uit te zetten tegen die van kolom
3
en dan grafisch te integreren tussen de waarden van ~eh Y • D~ze kromme leeft iets van een hyperbool. De integratie is uitgevoerd door de oppervlakken als trapezia te te beschouwen met Y als hoogte ~~ Er zullen op deze manier welaf-wijkingen kunnen ontstaan; maar de fout~die hierb~ ontstaa~ zal wel binnen de nauwkeurigheid vallen,;omda~ Z 'jliiwr;' in de aanname van de diverse gegevens minstens evengrote fouten zullen zitten.
Het laatste getal V~ de kolom 4 geeft aan het aantal theoretische
schotels dat ~ ket bed bevat. De kolom
5
werd verkregen door allegetallen van kolom 4 te delen door het aantal theoretische schotels. De làatste kolem is het quotiënt van Y en het watergehalte van de voeding Y G,
De "break-throughlt kromme kan nu getekend worden door kolom
5
tegenkolom 6 uit te zetten.
(
Voordat er met de berekening verder gegaan kan worden, is het nood-zakelijk om eerst een theoretische afleiding van een paar grootheden
te geven. '
In fig • .3 is e :n theoritische "break-through" kromme gegeven. Deze kromme wordt verkregen door de concentratie van het water in het gedroogde product uit te zetten tegen de hoeveelheid product die gedroogd is. De hoeveelheid water die in de zg. adsorptiezêne wordt geadsorbeerd wordt aangegeven dóor het geärceerde gedeelte. (B~ een adsorptie kolom neemt men aan dat er een adsorptiezêne is, waarin de adsorptie plaats vindt. Voor deze zone is het bed verzadigd en na deze zone nog onverzadigd met water. Deze zone beweegt zich door
het"l.i bed. Bij het IIbreakpoint" is deze Xlä zone nog net in het bed)
Stel dat deze hoeveelheid die in de zone geadsorbeerd wordt U lb. is. Dan geldt voor deze hoeveelheid:
U
=
/.~ê
Yo.J. Y) dw-'6
Als echter de zone geheelmet water verzadigd zou zijn; zou deze Y w lb water bevatten. Dus bij Het "break point" als de zone nog in het bed is, is de frctie die öet adsorptie middel nog kan opnemen:
.L,IIIE
f =
----.l!....
="'fC
Y. -Y ) dw=/<~
_
...:L )
d w -w~
Yow" Yow" 0 Yo WA
Uit deze vergelijking volgt dat in de flbreak-through" kromme die uit de gegevens voor de drogers is getekend, f gel~k is aan het opper-vlak boven de kromme tot Y/Yo = 1.
Hieruit volgt dat f in ons geval ongeveer 0, 628 is.
•
..
,~ .'
/J/
=
~//~~Ä'clx
.
d -m== ~oy 2JV./ -Wtnd/ ~ ~ r #oH ~goj
LIS-::..z..
(J~ -d~/,4 ~
~ ava0~~,h./ .Lçf~
"tlrd/' Zu...:-~"J' ///~,
=;"~
7'.I~R ~/
9,
~r,l(Nodj"7
7
d../
./r...~4-~',;k',u./' 2 -/I-,lf/q
=
~.f p,d'7!1
ó?, cf%.
-<-!fj;
L/
-/uu-//~/ ~
pp,-/
U
-t4d'.'
rJ
; '
y, cP x~ fRI.x ~ /.:
Jl~
f"
J~/
At/~,k0,
.
//
Q~ d't,/t/t ..,~// ~/ Jl~yJ
~t -d/
.
/ /
4P~d/ /~drçf'l~/.
uil :::
7-/r x f ,,'JJ" ==- ~/ • .. r~/ ...// ~/v.ao;s.
.
.x
vU Kd'J&'~ ~"uI;« -$Vpr 1'/ / 'r~.7/
"
/ /
yu/rl?()I/r/./rf'/,/J'
-Rb.,
'/J)- .... ~ -.! tf..c . - / ' / .
-/!.
/PU ...7
..
pag. 4.
De hoeveelheid adsorptiemiddel die per uur nodig is volgt uit de vergelijking L~ X
r
=
G.s Y() •Hieruit volgt voor ons geval L"
=
181,4 lb. A1.{OJ/hr.
j
"
Nemen __ ~j_~~ dat de gemidelde helling van de evenwichtslijn '0,4 is dan volgt voor de term:m G, - 10
SM
-L.s
De hoogte van een theoretische schotel voor de vloeistof wordt
-
-gegeven door de term:
H~
=
~
=
0,0221 ft. kyapDe hoogte voo,r een theoretische schotel voor de vaste stof wordt gegeven door:
H -
~
=
fs - k'
..slap
0,0605 ft.
De hoogte voor een theoretische schotel voor het totale bed volgt dan uit:
m G~ H~~
=
0,6271 ft •Ls
De hoogte van de adsorptiezone wordt dan:
ZA = N.,"SHto5 = 3,7414 ft.
De hoogte van het bed is 16,2 ft.
Hierui t volgt dan voor de mate van verzadiging bij het ttbreakpoint"
Z - ( l-f) ZA
=
0,914 of 91,4%
Z
Het bed bevat per sq. ft. doorsnede 16,2 qu. ft. Al~OJ.
Dit geeft dus:
54.x 16,2
=
874,8 lb. AlzOJ/ sq.ft.B~ het breakpoint bevat het bed:
874,8 x 0,914 x 0,1 M
=
79,96 lb. water/sq.ft. Per sq. ft. wordt er per uur toegevoerd:0,004 x 4535
e
18,14 lb. water.Hieruit volgt dus; dat het "breakpoint" optreedt na: 79,96 = 4,4 uur.
18,14
De hoeveelheid droog butaan die per sq.ft. geleverd wordt is dus: w&
=
4,4 x 4535=
19 954 lb.Als het hele bed in evenwidht zou z~n met de voeding, zou het bevatten :
874,8 x 0,1
=
87,48 lb. water / sq.ft.In de adsorptie zone is dus ~~ geproduceerd:
WA
e-=
87,48 - 79,96)/0,004 = 1880 lb. butaan-,
• I • I _ -pag.5.
De resultaten van de bovenstaande berekening kloppen vr~ aardig met
de uitkomsten van de ruwe berekening, die met behulp van
experimen-tele gegevens is uitgevoerd. De afwijkingen kunnen nog kleiner gemaakt
worden door de gegevens te veranderen. Verder z~n de aannamen van
de evenwichtskromme en de overdrachtscoëfficienten eigenlijk volkomen
willekeurig geweest. Het zal daarom wel toeval geweest z~n dat de
uitkomsten ongeveer kloppen met de eerste berekening.
Behalve dat de diverse aannamen willekeurig z~n genomen mestaan er
nog enkele afwijkingen met de proeven waaruit de gegevens voor de eerstE
berekening z~n verkregen en het berekende geval. Deze afw~kingen
lig-gen in de gebruikte vloeistof; hogere drukken en anA~~~ doorvoer
snel-heid.
Als al deze factoren in rekening worden gebracht dan is het duidelijk
dat de uitkomsten van deze berekeningen alleen te gebruiken z~n om
een ruwe schatting te maken. Uit de pract~k of uit proeven kan dan
bl~ken hoeveel afw~king er zal z~n.
Na de berekening van de adsorptie, bl~ft nu nog over om de reactive~
ring van de drogers te bespreken. Omdat de drogers maar 4 uur werken
is het voor het aantal benodigde drogers van belang hoe lang het duurt
voordat de reactivering voltooit is.
B~ het reactiveren moet het water uit het bed verwijderd worden. Dit
wordt gedaan door warmte toe te voeren. Hoeveel warmte er toegevoerd
moet worden is eenvoud4i1te berekenen. De toegevooerde warmte is nl.
de som van de bevochtiginswarmte; de verdampingswarmte en de warmte
die nodig is om het bed te verwarmen. De eindtemperatuur van het bed
wordt meestal op ongeveer
175
oe
gesteld.Er z~n diverse methodes ontwikkeld om te reactiveren.
De eerste stap is voor alle processen hetzelfde nl. het terugpompen
van de in de kolom aanwezige vloeistof naar de opslag.
Het toevoeren van de warmte en het afvoeren van KiK de waterdamp kan
op diverse manieren geschieden:
1. De warmte wordt toegevoerd door een stoomspiraal in het bed.
De waterdamp wordt afgevoerd door een vacuum op de kolom te zetten.
2. Een andere methode is om hete rookgassen ddor het bed te
voeren. De waterdamp wordt dan gelijk door de gasstroom
mee-genomen.
De beide hier genoemde manieren z~n de basis methoden. Er z~n hierop
aller~variaties
op; zoàls het circuleren van een gas dat opgewarmdwordt en na het bed weer gekoeld wordt om het water te verwijderen.
De eerste methode heeft het nadeel dat er op deze manier een