...
.
..
..
.
.
. ,\ •• I •• • • ~=: .. -~ --'-'-, ' -'--' , , '--'-'-'-~r
'
\,Fabrieksschema.
Bereiding van
glycerol
uit allylalcohol
en waterstofperoxyde
Februari
1959
F.Dijkstra
Poot straat
14DELFT
~
II
I\ .
Hoofdstuk I
A
.
Inleiding 1B
.
Overzicht bereidin~smethod~n van glycerol 1C
.
Bereiding van ~lycerol uit acroleine en waterstof-peroxyde 3
D
.
Over zicht processen voor de bereiding v~n glyceroluit allylalco~ol en waterstofperox~de 4
E
.
beschrijving proces5
Hoofdstuk 11
M2.teriaal balan s Hoofdstuk 111
\':armtebalans
A. bereke:0.iwç :,eactis-v{arn1te
B. VJ-armtebalans é1f,p.3raten Hoofdstuk IV
Berekeningen apparaten
D
.
DestillatietorenG
.
Ionenwi~selaarsH. t:ciple effect verèa::lr·er Hoofrstuk V A. I\~a terialen B. :Gconomie Literatuur
1
6
2J
23
74
30 30 34\ '
-1 ..
Hoofdstuk 1
Opdracht: Het opstellen van een fabrieksschema voor de bereiding van glycerol uit allylalcohol en waterstofperoxyde.
A. Inleiding
Glycerol is een zeer belangrijk product van de chemische industrie en vindt toepassingen op velerlei gebied, zoals voor de fabricage van spring-stoffen ( nitroglycerine,dynamiet),pharmaceutica ,
cosmetica, in de tabaksindustrie enz.
Hieronder volgt een overzicht van de ver-deling van het verbruik van glycerol over de verschil-lende industrieën voor ~et jaar 1950 in de V.S. (1)
Alkydharsen Tabaksausen Ontploffingsmiddelen Cellophaan Cosmetica Pharmaceutica Diversen: 31.500 1}.500 13.500 12.000 5.400 5.400 Papier,kurk,drukinkt , voedingsmiddelen, textiel enz. . ---25.. ::= .700 ton
"
'I"
It 'I"
107.000 tonHet verbruik aan glycerol in de V.S. be-droeg voor 1940
voor 1950
158 millioen lb. (72.000 ton)
240 " It (107.000 ton )(3)
De productie voor 1957 was 110.000 ton. In West-Duitsland was de productie in 1954 9382 ton(2)
Uit het bovenstaande blijkt dat glycerol in grote hoe-veelheden wordt gebruikt terwijl de consumptie nog steeds toeneemt.
B. Overzicht bereidingsmethoden van ~lycerol
Tot 1948 werd glycerol vrijwel alleen verkregen als bijproduct bij de hydrolyse van oliën en vetten voor de bereiding van zeep en vetzuren. In Duitsland werd in de eerste wereldoorlog glycerol
verkregen door fermentatie van suikers en in de
-2-tweede wereldoorlog door hydrogenolyse van suiker, maar deze methoden zijn thans onbelangrijk (4), hoewel aan de laatste methode no~ steeds aandacht wordt besteed
(5).
In
1948
is Shell Chemical Corp. na vele jaren research door de "Shell Group" begonnen met de synthetische bereiding van glycerol, uitgaande van propeen, dat in grote hoeveelheden beschikbaarkomt bij het katalytisch kraken. Het proces verloopt via allylchloride,chloorhydrinen en epichloorhydrine. De tussenproducten zijn ook belangrijke grondstoffen voor chemische processen b.v:
allylalcohol , voor de bereiding van allylesters b.v. diallylphtalaat,waaruit kunstharsen worden verkregen.
allylchloride,voor de bereiding van trichloorpropaan,
~ebruikt als ontvettingsmiddel. epichloorhydrine , grondstof voor epoxyharsen.
Door Shell Chemical Corp. wordt dit proces
toegepast in de V.S., in Houston ( Texas) en in Norco
ie
(Louisiana). Totale producfcapaciteit voor
1958
circa41.000
ton(5A).
Sinds1957
wordt op deze wijzeglyce-rol gefabriceerd in Nederland in Pernis. Een analoog proces wordt toegepast door Dow Chemical Corp. in de V.S. ( Geschatte productie voor
1958 32.000
ton ).In1957
werd van de totale geproduceerde hoeveelheidglycerol in de V.S. reeds 40% synthetisch bereid en dit percentage neemt nog steeds toe. In
1955
werd door Shell Chemical Corp. aangekondigd dat zij volgens eengeheel andere methode glycerol uit propeen zou gaan
bereiden , waarbij als tussenproducten waterstofper-oxyde en acroleïne optreden. Details over dit proces zijn niet bekend gemaakt.Gezien de octrooien van deze maatschappij van de laatste jaren heeft men het proces
ongeveer kunnen reconstrueren
(
6,7
,
8
,
8A)
.
In1959
zal glycerol op deze wijze verkre~en worden ageleverd.( ,
-3-C. Hereiding van glycerol uit acroleine en
waterstof-p
erOXyde.
x
Het proces bestaat uit de volgende trappen. a. Jsopropylalcohol + zuurstof
=
Aceton + H202
Isopropylalcohol wordt verkregen door hydranatie van propeen • Aceton is een zeer waardevol bij-product. De condities voor deze reactie zijn:
b.
P: ca.
2,5
atm ; T: 110oC; oxydatie in de vloei-bare fase.Het reactiemengsel wordt na verdunnen met water en toevoegen van een stabilisator (b.v. 8- hydroxychinoline en Na-metastannaat,4-10 ppm) gefractionneerd.
Opbrengst: 93% aceton op isopropylalcohol 90% waterstofperoxyde op zuurstof Vele octrooien op d~~ebied zijn verschenen(9). Oxydatie van propeerlvtot acroleine (10)
H25= CH - CH
3 + O2 . . CH2 : = CH-CHO + H20
Reactieomstandigheden: P:l-10 atm,T:300-400o C Katalysator: vast bed van Cu
20 op drager b.v.SiC Opbrengst ca. 86% acroleïne op propeen.
Het reactiemengsel wordt door destillatie gescheiden. c. Acroleïne + isopropylalcohol-+ Allylalcohol +aceton
Reactiecondities:P: atmosferisch ,T: ca.400o C Katalysator : vast bed van MgO + ZnO ( mol.verh. 4: 1 )
Opbrengst ca:77% allylalcohol op acrolelne. Zuivering geschiedt door destillatie ( 11). d. Allylalcohol + H202
-+
glycerol.Het fabrieksschema handelt over dit deel van het proces.
Resumerend zien we dat uit 3 mol propeen 2 mol aceton en 1
moJ
glycerol wordt verkregen. Ook bij dit proces treden belangrijke tussenpro-ducten op n.l. waterstofperoxyde en acroleïne die ook voor andere doelei0den gebruikt kunnen worden, terwijl aceton een zeer waardevol bijproduct is.
-4-Hierdoor is dit proces, evenals het
"chloorproces"
zeer flexibel en dus bijzonder aantrekkelijk in
ver-band met variaties in de afzetmogelijkheden van de
diverse producten. Het gebruik v
a
n het
-kostbare-chloor wordt nu echter
vermede~.Van de fabriek door
Shell gebouwd in Norco, die volgens dit proces werkt,
zijn vrijwel geen productiecijfers bekend. Alleen de
capaciteit van de waterstofperoxydefabriek is 30
mil-lioen lb H202 per jaar.
D.Overzicht processen vo
o
r bereiding van glycerol uit
allylalcohol en waterstofperoxyde
Literatuur over dit proces is vrijwel alleen
te vinden in octrooien. Over het algemeen blijkt dat
de reactie het best in waterig milieu verloopt.
Ver-schillende typen katalysatoren worden gebruikt:
a.
mierenzuur; voordeel: gema
k
kelijke regeneratie van
de katalysator; dit kan door destillatie gebeuren.
Nadeel: lagere opbrengsten dan met W0
3
.(12)
b.
alkylarylsulfonzuren; ook hier is de katalysator
ge-makkelijk teru
g
te winnen door destillatie. Echter
ook lagere opbrengsten dan met W0
3
.(13)
c.
p.xyden; (of zuren hiervan)
b.v.W0
3
, Mo0
3
, 8
e
02'
(ook heteropolyzuren van deze oxyden worden
ge-bruikt)
Een groot aantal octrooien, dat betrekking heeft
op
d
eze katalysatoren is in de literatuur te
vin-den. (14, 15, 16)
Over het algemeen blijkt W0
3
de gunstigste
eigenschappen te
bezitten:
actief en het me
e
st
selec-tief. (17). Een nadeel is dat
d
e katalysator
m
oei-lijker terug te winnen is dan de bovengenoemde zuren.
De verschillen in de opbrengsten met de diverse
kata-lysator
e
n (ca. 60
%
vo
o
r de zuren, 80-90% voor W0
3
)
zijn zo groot, dat voor het hierna besproken proces
W0
3
als katalysator is genomen. De gegevens zlJn
voor-al
ontleend aan twee
octrooien (15 en 16). In (15)
wordt
- - -
-\
-9-wordt een methode
aan~egevenvoor het
terugwinnen
van de katalysator, die eveneens is toegepast.
E. Beschrijving van het proces
a. Gegevens uit de literatuur en
aannamen
Volgens (15) heeft men de
beste
resultaten
onder
de volgende condities:
overmaat
allylalcohol
:
1,5
-
4mol per mol H202
grote hoeveelheid water
:60-100
"
"
"
"
hoeveelheid wolfraamzuur:0,0001-0,05"
"
"
"
Bij zeer lage katalysator
concentraties
0,0001-0,0006
mol
H2W0
4per mol H202 is katalysatorre
g
enerati
e niet
nodig
.
-Scht
e
r wo
r
den d
e
contact-l-
,
i j
fe
:r.
.
da~zeer groot:
50 - 100 uur. Voor een technisch proces op grote schaal
is
dit
ongewenst.
Het blijkt dat men bij 72 mol water
per
mol
waterstofperoxyde een maximum heeft in de opbrengst
aan glycerol, berekend op
àlylalcohol,
en een zeer
goed rendement op H202 • Bij me
e
r water neemt dit
laat-ste nog iets toe, maar het rendement op allylalcohol
af. Daar het water later door verdampen verwijderd
moet worden, is meer water niet gunstig.
De katalysator reageert als wolfraamzuur:
H2W0
4 .Voegt
men
W0
3
toe dan wordt dit tijdens het
proces omgezet in
H2W04zodat in het volgende steeds
de formule H2W0
4wordt
gebruikt
.
Het wolfraamzuur is onoplosbaar. Met
water-stofperoxyde vormt zich perwolfraamzuur: H2W06 (volgens
(17) H2W05 ) dat wel oplosbaar is. In de
r~acto:r;eIl; .z~jndus geen vaste bestanddelen
aanwezig~ ~ (.').\tV ",'~~':~f.'r\!l.)'\'-,
I
De
volgende reacties hebben plaats:
H
2
W0
4(=HW0
3
0H)
+H202
-+H2W05(=HW0
3
00H)
OH
t
H2W05
+ H20~CH-CH20H ~H
2C-C-CH20H
I
HOH
I
H2y-~-CH20HOW0
3
H
OW0
3
H
H2y
-9-9
H2
+H2W04
OHOHOH
(17)
enz.
';"-zuur
\'-'
-6-De reactie wordt uit gevoerd in
3
tankreac-toren in serie met in elke reactor een gemiddelde ver-blijf tijd van 1 uur.Intensief mengen i s belangrijk. Dit type reactor is voor een dergelijk proces in de vloeibare fase het meest geschikt.De temperatuur in de eerste twee reactoren is 540
C.
Een hogere temperatuur geeft een groot verlies aanH2
02 door ontleding. Na twee uur bij 540C
is de hoeveelheid vrij H202 teruggelopen tot minder dan 5% '(
en kan de t emperatuur zonder bezwaar verhoogd wor~d~n~ \ ., (' . Een uur bij 710 C maakt de reactie compleet.(16) \ :,\
. .. . ~
Over de aard van de gevormde bijproducten is weinig bekend. In(12) wordt bij het gebruik van mieren-;-als katalysator voor de zelfde reactie gesproken over
poly~lycerol (= polyglycerolaether) en allylglycerol-aether als bijproduct, ook hier zullen deze producten kunnen optreden. Verdere nevenreactie: ontleding van
H2 02 • Andere nevenreacties die kunnen optreden zijn de
vormin~ van oxydatieproducten uit H202 en allylalcohol,
glycerol en eventuele onzuiverheden in de voeding. Resumerend hebben we de volgende reacties:
H202 + allylalcohol ~ glycerol
glycerol -+ polyglycerol + water allylalcohol + glycerol~allylglycerolaether +water allylalcohol glycerol ~ H2 0 +
%
02 onzuiverheden-+ oxudatieproducten Gegeven: de omzetting in glycerol is87% berekend op H20 2
89% " " allylalcohol
De samenstelling van de voeding is als volgt gekozen (16): 1 mol H202
2 " allylalcohol
0,028" H2W04
72 "water
-7-Men krijgt dan 0,87 mol glycerol. Omgezet is 0,978 mol
allylalcohol, over 1,022 mol allylalcohol.
Voor de verdeling van de 0,13 mol H
202 en 0,108 mol allylalcohol over de nevenreacties is het volgende aangenomen:
0,06 mol
H
202 + 0,06 mol allylalc. ~ polyglycerol +
H
20 0,01 mol " + 0,02 mol " " - . allylglyc.aether0,04 mol 0,02 mol
"
"
+ 0,028 mol """ + bijproductenWe nemen volkomen willekeurig aan dat gemiddeld uit 6 moleculen glycerol 'is Er ontstaat dus 0,05 mol water.
Resumerend: Voeding: 1 mol
H
202 =: 34,02 2 mol allylalc. =: 116,16 0,028 molH
2W04 =: 7,00 72 mol water =: 1297!44 1454,b2 Producten: 72 molH
2 0 0,028 molH
2W04 0,87 mol GSlycerol 1,022 mol allylalc. 0,08 molH
20 0,01 mol 02 bijproducten: 0,01 mol polyglyc. 0,01 mol allylgl.aether uit 0,028 mol allylalc. + onz.heden + 0,04 molH
202 + 0,01 molH
20 oxydatieproducten 0,02 mol H 20 + 0,01 mol 02 het polyglycerol opgebouwd. g"
,t"
g =: 1297,44 g =: 7,00"
=: 80,12"
=: 59,36 ft =: 1,44"
=
0,32"
=: 8 294"
1454,62 gNa de reactie is de katalysator in colloïdale
toestand aanwezig. Met een calciumchloride - oplossing
wordt di~ gecoaguleerd en afgecentrifugeerd. (15) In de centrifuge kan
89%
van het toegevoegde wolfraam-zuur. worden teruggewonnen.
/~.-Na afdestilleren van de overmaat allylalcohol kan men in een filter nopg een kleine hoeveelheid
kata-l ysator terug krijgen, n.l. 3% van de oorspronkelijke hoeveelheid. Een deel van het wolfraamzuur wordt tijdens het proces omgezet in oplosbare polywolfraamzuren:
H2W20
7
,
H2W4 0 l3 enz. Dit wordt niet afgescheiden in centrifuge of filter, maar wordt in de ionenwisselaars teruggewonnen. Aangenomen is dat dit 6% van de oorspron-kelijke hoeveelheid is. Het verlies aan katalysator is dan 2%, ~ regelmatig moet worden gesuppleerd.De hoeveelheid CaC1 2 is relatief klein en kan
?2
__
e~onomische wijze met ionenwisselaars worden verwijderd, "..1 voordat de vloeistof naar het verdampstation gaat.", . Het zou daar uitkristalliseren, waardoor speciale
voor--, .
" zieningen nodig zouden zijn.
In verband met de grote hoeveelheid water die verdampt moet worden is een multiple effect verdamper economisch verandwoord. De keuze van het aantal effecten is afhankelijk van een groot aantal factoren (18).
Hoe meer effecten men gebruikt des te groter moet het drukverschil tussen eerste en laatste effect zijn.
Het aantal is dus afhankelijk van de temperatuur van de verwarmingsstoom voor het eer~~e effect en het vacuum dat men in de laatste trap economisch kan verkr~jgen.
De druk in het laatste effect kan niet te laag genomen worden, daar dan het gasvolume en daarmee de apparatuur
(de afscheider) zeer groot wordt. Aangenomen is dat de omstandigheden zo zijn dat een triple effect verdamper het meest economisch is. Deze verdamper werkt met wat in de Angelsaksische literatuur " backward f eed " wordt genoemd. De voeding gaat in het laatste effect waar de laagste druk en temperatuur heersen, de vloeistof gaat vandaar naar 2 e en tenslotte le effect, dat met verse stoom wordt verwarmd en waar de hoogste temperatuur en druk heersen. Men heeft nu het voordeel dat de meest
geconcentreerde oplossing die door het hoge glycerol-gehalte zeer visceus is en dus een slechte
warmte-- - -
-
-9-warmteoverdrachtscoefficient heeft,de hoogste temperatuur heeft,zodat ook hier nog een goede verdamping optreedt. Bovendien heeft men een iets hoger stoomrendement dan
bij "forward feed".
b.Plaats van de fabriek en productie
Gezien de benodigde grondstoffen zal de fabriek geplaatst worden bij een olieraffinaderij. D@ze zi1n
vrijwel steeds aan open water ~elezen,zodat de grote hoeveelheid koelwater gemakkelijk beschikbaar is.
De productie is gesteld op ca. 2 ton per uur aan glycerol. De fabri ek zal continu werken en b.v. 8000 uur per jaar in bedrijf zijn. De jaarproductie is dan 16.000 t~n per jaar.
Deze productie is genomen op grond van de vol-gende overwegingen;
1. De fabriek vn 8hell in Norco produceert 30 mill. lb H2U2 per jaar. Indien dit geheel voor de glycerol-bereiding gebruikt zou worden, zou dit overeenkomen met een productie van 32.000 ton per jaar.Een deel van het waterstofperoxyde wordt echter als zodanig verkocht, zodat de ~lycerol-productie kleiner zal
zi jn, maar wel van deze orde van grootte.
2. De productie en het nog steeds toenemend verbruik van glycerol doen verwachten dat voor een dergelijke hoe-veelheid in West-Europa afzet gevonden kan worden.
Een productie van 2 ton ~lycerol per uur komt overeen met een voeding van 25 kmol
H
202 per uur.De voeding per uur wordt nu:
=
50 kmol allylalcohol -1800 kmol water=
0,7 kmol H2W04
=
c.Beschrijving fabrieksschema aan deDe voeding bestaat uit:
850,5 kg 2904 kg 32436 kg 175 kg
hand vàn fig. 1
1.
gerecirculeerd allylalcohol als azeotroop met water Ca) 2.·
., \2. vers allylalcohol als azeotroop met water Cb)
3.
water met iets glycerol, afkomstig vanionen-wisselaars uit tank Tl Cc)
4.
gerecirculeerde katalysator-suspensie uit centrifuge CCd)5
.
katalysator-suspensie van filters Flen F2
uit tank T2 Ce)
6. waterstofperoxyde als
30%
oplossing Cf) 7. water Cg)Deze worden gemengd in M en gaan naar de eerste reactor.
De reactie wordt uitgevoerd in
3
reactoren, Rl ,R2,R
3
;in de eerste reactor en de tweede is de tem-peratuur 540C , in reactor3
710C. De inhoud van de re-actoren wordt rondgepompt ( de pompen Pl , P2, P
3
).
Door spuitstukken ( 11 nozzles") wordt de vloeistof in de reactor gebracht. Op deze manier krijgt men een goede menging. In de rondpompleiding van de reactoren Rlen R2 is een koeler aangebracht ( resp. Klen K
2 ~ om de reactie-warmte af te voeren. Bij
R3
moet de temperatunr verhoogd worden van 54 tot 710C, terwijl er nog maar een kleindeel van de reactie plaats vindt. De reactiewarmte is hiervoor niet voldoende en in de rondpompleiding is
daar-om een stodaar-omverwarming Sopgendaar-omen.
De inhoud van
R3
stroomt in de coagulatie-tank CT I • Hier wordt door een pompje P4 lQ%-ig CaC12 oplossing toegevoegd onder intensief roeren (aangevoerd door h ). Het colloidale H
2W04 vlokt uit. De verblijf-tijd in CT I is
5
min. , biJ een temp. van 710C.In centrifuge C wordt het grootste deel van
de kata~ysator afgecentrifugeerd. De vloeistof stroomt
in een klein reservoir T
3
'
waaruit het naar dedestil-latietoren D gepompt wordt. De afgecentrifugeerde kata-lysator wordt continu weggespoeld met water en weer in het proces gebracht.
In D wordt allylalcohol als azeotroop met water afgedestilleerd ( kookpunt 890C) tezamen met een kleine hoeveelheid lichte bijproducten , die in
(
d~fr 0
sor
Cd l
als gas worden afgevoerd
of
met het allylalcohol
plus water worden
gerecirculeerd
.
De verwarming van de
destillatietoren geschiedt in een verdamper Vdl,die met
stoom van 152°C wordt verhit. De temperatuur in de
kook
-ketel is 102°C. Het -ketelproduct wordt door filter
Flge-pompt
,
waar nog een kleine hoveelheid katalysator wordt
afgescheiden.Er zijn twee filters aanwezig
~~hgetekend).
Wanneer het ene filter in gebruik is wordt uit de
andere
de afgefiltreerde
katalysa
tor
met water weggespoeld naar
T 2 •De gefiltreerde vloeis
t
of
gaat
door
een
warm-tewisselaar Ww. De temperatuur van het ketelproduct is
hoog en deze warmte wordt benut om de voeding voor de
triple effect verdamper op te warmen.
De
temperatuur van
de vloeistof daalt van 102 tot 51°C en
wordt
in ko
e
ler K3
verder verlaagitot 200C.Dit is de
gunstigste
temperatuur
voor
een
goede
werking van de ionenwisselaars
,
waar de
vloeistof vervolgens dooifstroomt om het CaC1
2
t
e
verwij-deren. In de kationenwisselaar wornt Ca++ verwijderd (Kw),
,
in de anionenwisselaar Cl
en de
polywolfraamzuren.
De
ge-zuiverde vloeistof str
o
omt in een wachttank T
4
en wordt
vandaar gepompt via de warmtewisselaar Ww
,
waar de
tem-peratuur van de vloeistof stijgt van 20 tot 71
0C,naar
het
inda~station.In een triple effect verdamper TEV wordt de
circa
6%
-ige oplossing van glycerol ingedampt tot
80%
.
De condities zijn:
(mm
ziln mm Hg )
in eerste effect
:
~em~.kokendevloeistof
1250C,druk
760 mm
emp·stoom
175°C,"
9ata
in tweede effect
:
temp.kokende vloeistof
850C~druk430 mm
verwarming met oververhitte uamp uit
eerste effect
,temp.
1~5°C,druk760 mm
in derde effect: temp. kokende vloeistof 71 0C,druk 250mm
verwarming met damp uit tweede effect
( lOC oververhit),temp.850C,druk 430 mm
De damp uit het derde effect wordt afgezogen door een
water-straaléjecteur WE,die de druk in het laatste effect op
250 mm houdt.
Met pompen wordt de vloeistof uit het derde
naar het tweede en uit het tweede naar het eerste effect
ge
bracht.
Uit
het eerste effect wordt de ingedampte
vloei-stof gepompt naar een vacuum-destillatie apparatuur
vol-"
g
ens Ittner (19). Hier wordt zuivere
glycerol
verkregen.
Het derde ef
f
ect is dubbel uitgevoerd i.
v.m.het grote
volume af te voeren dam
p
( èèn getekend ).
Van kationen-en anionen-wi
ss
elaars zijn
elk
twee aanwezig, zodau een geregenereerd kan worden,als de
andere wordt gebruikt. Regeneratie vindt èèn keer per
34 uur plaats en gaat alsvolgt
:
De
ione
n
wisselaar wordt
eerst gesp
o
eld met water om procesvloeistof uit te spoelen.
Daar deze vloeistof glycerol bevat en bovendien voor het
pro~esveel water nodig is, wordt dit waswater niet
af-gevoerd maar naar reservoir Tl
~epompt,waaruit het
regel-matig
aan de voeding wordt toegevoe
gd
.
De kationenwisselaar
wordt
na
het
spoelen
geregenereerd met
10
%
H
2S04 e
n
da
a
r-na
ge
wa
s
s
e
n
m
e
t water. Deze vloeistoffen worden door pomp
Pb
door de ionenwisselaars gepompt en via leiding Ll
af-gevoe
r
d.
D
e a
n
ionenwis
se
laar wordt
~eregenereerdmet 10%
N
a
oH
.
H
ierbij gaan de
po
lywolfr
a
a
m
zur
e
n
in oplossing en
deze vloe
istof wordt via leiding L4 naar tank CT
2
gebracht.
De ionenwisselaar wordt tenslotte met water gewassen.
In CT
2
wordt het NaOH geneutraliseerd m
e
t 20%
HCl, waarbij onoplosbaar H
2W04 ontstaat
,dat
uitgevl
o
kt
wordt door toevoegen van CaC1 2-oplossing. De suspensie
wordt door
Ps
door filter F
2
geperst. De filterkoek wordt
gewassen met water
,
de
vloeistoffen worden door L5
afge-voerd.
Een
keer per 34 uur krijgt men zo een hoeveelheid
katalysator die met water naar T
2
wordt gespoeld. L
2
en
Lbdi
e
nen vo
o
r
he
t
c
ontroler
e
n van
de
d
)
o
r
Pben P
7
gele-verde
vloeistof
stroom.
De verhouding water-katalysator wordt bij het
uitspoelen van de filters Fl en F
2
gelijk gehouden. Ook de
aanvulling van katalysator geschiedt met relatief dezelfde
hoeveelheid water ( via k in T
2
)
,zodat
uit T
2
een suspensie
-:-','."
,
.
~."\, .... t
-13-van constante samenstelling wordt gepompt.
De 80% glycerol opl. wordt ingedampt en
ge-zuiverd in een" Ituner still". Er zijn vier van deze
eenheden nodig ( èèn
g
etekend ).
In het systeem heerst eendruk van circa 15 mm
Hg. De v
'
oeding gaat in destillatieketel K die verwarmt
wordt met stoom van l75
0e. De temperatuur in de ketel is
l65
0e. Verder wordt open stoom van 10Soe ingevoerd die
- -- _.- 0
in een spiraal wordt ov
e
rverhit tot 165 e en onder in
de ketel tangentiaal uit een
aantal
openingen in een
ring in de ketel stroomt. De open stoom wordt geleverd
door de verdamp
e
r-condensor VG
.
De verdampte glycerol
m
et waterdamp gaat door
een afscheider
Af
en komt in ve. Hier condenseert 6
S%
van de glycerol. De condensatiewarmte wordt opgenomen
door water dat met behulp van een re
g
elaar op zodanige
druk wordt gehouden dat het wat
e
r kookt bij 10
S
oe (1,35
ata). De op
0
eze wijze ontwikkelde stoom wordt voor het
grootste deel gebruikt als open stoom in
K.
Men gebruikt
zo o
p
economische wijze de condensatiewarmte van de
glycerol.
D
e zuiverheid van de hier verkregen glycerol
is 99,5 -9
9
,8
%
( glycerol
A ),De overgebleven damp ga
a
t
via
een~rbindingspijpnaar een tweede con
d
ensor ed
2
die
gekoeld wordt met water van 35
0e
,
dat stroomt door
hori-zontale buizen. Hier condenseert 30% van de verdampte
glycerol. De on
d
erste r
i
jen buizen in ed
2
worden
ver-1warmà met een klein
deel
van de stoom uit ve
•
Het
ge-'\condenseerde
glycerol loopt over deze buizen en
eventu-eel mee gecondenseerd water verdampt hier. Het product
is 9
9
-99,5%
zuivere glycerol
B ).
De damp uit Vd
2
wordt
gevoe
r
'
d door de derde condensor Gd
3
waar de resterende
2% glycerol condenseert
tezamen
met wat water. Het
condensaat wordt
opgev/angen
in rese
r
voir
TS
dat weer
door een stoomspiraal wordt verwarmd met stoom uit vc.
Het product
is
95% zuiver ( glycerol
C ).
De resterende
waterdamp uit de derde condensor gaat naar een
sche condensor
Be
,
waar het vacuum van 15 mm onderhou-den wordt door twee stoomejecteursSE
in serie. De pro-ducten verkregen bij VC en Cd2
worden in afzonderlijke reservoirs opgevangen en evenals het product van Cd3
uit
T
5
met tandradpompjes afgevoerd.De in de ingebrachte 8Q%-ige glycerol opl. aanwezi~e bijproducten worden continu met wat glycerol en water uit
K
verwijderd eveneens door een tandrad-pompje, F9'Condensaat van de stoomverwarming van K wordt in een drum Dr ontspannen tot
2
ata . Hierbij ontstaat verzadigde stoom van 1200C die gebruikt wordt voor de verwarming vanS,
terwijl het resterende water dient als voeding voor de verdamper-condensor VC,voor zovernodi~. re rest wordt af?evoerd.
-15-Physische constanten
gebruikt
bij de bereke
n
ingen.
- .. ---.-.-.--- - - r - - - , - - - ; - - - . . . , -. .--. - - - ---.---,
mol
.
gew
dichtheid kookpunt
soort.
verdamp.
warmt
ö
warmte
kg
/d
m3
°c
kcal/kg, C
kcal
/k
g
______________ +-______ ~--~----~~---~--L-~~~----~---~-~---;Allylalcohol
Glycerol
58,08
92
,09
0,855 (20)
96
,
9
21-96 oC:
O
,6
65
97°C
:
163
1,261 (20) 290
OOC:O,540
55°C: 228
Waterstof-peroxyde
Water
34,02 1,4649(0)
152
18,02
10 ,9982(20) 100
0,9862(54)
0,9784(71)
H2W04
249
,94
5
,5
H
2W207
481,86
H2W4 013
945,70
CaC1 2
110,99 2,5
Bijpro-
1
1,0*
5
0
o
C:O,6
U
O
195°C: 197
1
00
o
C:O,669
I
[2:emiddeld
I
-
20-70o C:O,592
0-18
o
C: 0,555
I
I20-
5
0°
C
:
°
,
6
*
I
20-100oC:l,OO II
I
I
j1,0*
andere temp.
lineair
gein-terpoleerd.
zie bij de
betreffende
berekeningen.
ducten e.d.
I L. _________ - L _ ___ _ _ - ' -_ _ _ _ -..&-_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ._Gegevens ontleend aan
(3),(20),(21) en (22).
* aangenomen waarde
-16-Hoofdstuk 11 Materiaalbalans
(alle hoeveelheden per uur,tenzij anders vermeld) A. Reactoren.
In dit proces komen
3
recirculatie-stromen voor:10 Gerecirculeerde overmaat allylalcohol:continu. 20 Gerecirculeerde katalysator,
a. van centrifuge: continu
b. van filters Fl en F2 : discontinu.
3
0 Waswater met procesvloeistof uit ionenwisselaars: discontinu.ad 10 De gerecirculeerde stroom van de destillatie-toren is: 1463 k~ allylalcohol
20 kg bijproducten 627 kg water
ad 20a Door de centrifuge wordt 156 kg wolfraamzuur afgescheiden met een hoeveelheid procesvloeistof: aangenomen 150 kg. Dit wordt weggespoeld met
5000 kg water en opnieuw in het systeem gepompt. ( samenstelling: zie onder centrifuge .)
ad 20b In filter Fl wordt
3%
van het wolfraamzuur verwijderd, dit is per 34 uur 170 kg dat wordt weggespoeld met 3000 kg water.Uit filter F2 wordt 6% van het wolfraamzuur, dit is per 34 uur 357 kg, weggespoeld met 6300 kg water.
Deze hoeveelheden gaan naar tank T
2, waaruit de suspensie regelmatig over 34 uur verdeeld aan de voeding wordt toegevoegd.
Totaal per 34 uur 527 kg H
2W04 + 9300 kg H20 of per uur 1 5 , 5 " " + 273" "
Verder wordt aan tank T
2 wolfraamzuur-suspensie toegevoegd om de bij het proces verloren hoeveel-heid katalysator aan te vullen.
Deze hoeveelheid is: 3,5 kg H2W04 + 59 kg H20 •
( dezelfde verhouding H2W04 / H
20 als de gere-
cir-
-17-circuleerde katalysatorsuspensie van de filters). Uit T
2 wordt dus per uur gepompt:
19 kg H2W04 + 332 Kg H20.
ad 30 De totale inhoud van kationen- en
anionenwisse-laar is 13,2 m3 . Deze hoeveelheid
pEocesvloei-stof wordt dus uit de ionenwisselaar gespoeld met water naar tank Tl' waar 68 m3 vloeistof ( 13,2 m3 procesvloeistof + 54,8 m3 water)
Verder
4
0per 34 uur arriveert. Dit wordt regelmatig
in het sJsteem gepompt en wel per uur ( zie bij
ionenwisselaars ): 1975 23 4 kg ft ft water glycerol bijproducten. worden aangevoerd: H
202 als 30%-ige oplossing
850,5 kg H202 + 1964 kg H20
Allylalcohol als azeotroop :
1435 kg allylalc. + 551 kg water
diverse onzuiverheden in het verse allylalc.,
H20 2 ( stabUisator ),aangenomen op : 14,5 kg.
Water, om de totale hoeveelheid aan te
tot 72 mol H20 / mol H202 : 21832 kg.
vullen
De voeding wordt dm totaal 1463 + 1435 + 6 156 + 19 23 + 8 20 + 1 + 4 627+135+5000+1975+332+1984+ +551+ 21832 totaal ( zie bldz. 7 en 9) = 2904 kg 850,5 ft
=
=
= 175 ft 31 It 14,5 " 25 " =32436 ft 36436 kg allylalc. waterstofperox. wolfraamzuur glycerol onzuiverheden gerec.bijprod. water UitB.
-18-Uit reactor 3 komt( getallen bldz. 7 25000 maal ): 1484 kg allylalc. 2034 "glycerol 175 "wolfraamzuur 14,5 " onzuiverheden 25 " gerecirculeerde bijproducten 223,5 " gevormde bijproducten
36 "water, gevormd bij nevenreacties 32436 "water
n8 ft zuurstof
-36436 kg totale massastroom uit reactor 3. In de coagulatietank CT I wordt toegevoegd 4% CaC1 2 op H2W04
=
7 kg CaC12 •Dit wordt toegevoegd als oplossing van 10 gew.%
d.i. 70 kg CaC12-opl.
Totale massastroom 36436 + 70
= 36506 kg.
Afgevoerd in centrifuge 156 kg H2W04 + 150 kg procesvloeistof
=
306 kg. Samenstelling : 8 kg glycerol allylalc. bijprod. water6
"
1 " 135 " 150 kg proces~loeistof. Totale massastroom 36506 - 306=
36200 kg.Samenstelling: 1478 kg allylalc. 2026 "g;lycerol totaal 19 "wolfraamzuur 262 "onzuiverheden +bijprod. 8 "zuurstof 7 "calciumchloride 32400 "water 36200 kg. D. Destillatietoren.
Hier wordt afgevoerd het allylalcohol als azeotroop met water . De condensor is voorzien van een
ft ontluchting': waar zuurstof ontwijkt met ee:qkleine
hoeveelheid lichte bijpnoducten die echter ook voor een deel condenseren ( evenwicht ).
Afgedestilleerd worden 1463 kg allylalcohol + 627 kg. water. Aangenomen is dat 8 kg zuurstof + 5 kg lichte producten door de "ontluchting" verdwijnen, terwijl 20 kg lichte producten gerecirculeerd worden; verder
-19-dat
1% (
is15
kg ) all~lc. in het ketelproductachterblijft • Dus :
afvoer door "ontluchting" 8
5
1463
20
627
kg zuurstof gerecirculeerd " lichte prod. " allylalc. " bijprod. " water2123
kg Massastroom uit verdamper34077
kg.Samenstelling ketelproduct:
15
kg allylalc.2026
"glycerol19
"wolfraamzuur237
"bijproducten7
I'
calciumchloride31773
"water totale massastroom34077
kg.( In het volgende zijn onzuiverheden en bijproducten tezamen als bijproducten opgegeven).
E. Verwijderd in filter Fl :
5
kg wolfraamzuur. Totale massastroom34077 -
5
is34
0
72
kg.F. De ionenwisselaars worden na
34
u/Ur gebruik gerege-nereerd. Per
34
uur wordt13,2
m3
procesvloeistof naar tank Tlgespoe!.
_
~
_
met
54,
8
m3
water. Het volume vanboven-staande massastroom ad
34072
kg is berekend met de sg van de af~onderlijke componenten, zonder met volumecontractie rekening te houden. We vinden:34072
kg=
33697 1.
13,2
m3
is dus54,8
·:
water is Totaal gespoeld per Samenstelling:13
3
4
7
kg547Ul
.t34
uur naar Tl 68048 kg.5L+?01
kg water12446
"
"
6 "allylalcohol 79~,5::
glycerol wolfraamzuur93
"bijproducten___
2...L..,~5" · calciumchloride 68048 kgPer uur gepompt uit tank Tl
:1609+3
66
:::1975
kg water23"
glycerol4 " bi jpDod.
-totaal gerecirculeerd
2002
kgAan-r
in de J-- '-I , '-20-Aangenomen is datjTonenwisselaars circa 98% van het ca.lciumchloride wordt weggenomen en dat
75% van het nog aanwezige wolfraamzuur wordt verwijderd. We berekenen nu de materiaalbalans voor een
kationen-en anionkationen-enwisselaar per 34 uur.
Een ionenwisselaar die in gehruik genomen wordt is gevuld met 13,2 m3 water
=
13176 kg.Ingaande stroom:34 X 34072 kg procesvloeistof. Verwijderd: 0,98
X
34X
6,9=
233 kg CaC1210,5
X
34=
357 11 wolfraamzuurtotaal 590 kg.
In de plaats van 233 kg
=
2111 mol CaC12 is gekomen 4222 mol H
20
=
76 kg H20. ( hoeveelheid ionen i.p.v. polywolfraamzuur is verwaarloosd ).Aan het einde van 34 uur is in de ionenwisselaar 13,2 m3 procesvloeistof aanwezig
=
13347 kg.Per 34 uur komt uit de ionenwisselaars :
13176 + 34
X
34072 -590 +76 -13347 = 1157763 kg. Gemiddeld per uur 34051,6 kg.Gemiddelde samenstelling per uur: 15 kg allylalc. 2003 "glycerol 3,5 " wolfraamzuur 233 "bijprod. 0,1 " calciumchlo-ride 31407 + 388 + 2
=
31797 " water totaal 34051,6 kg. Resumerend: over 1 uur):Stofstromen over ionenwisselaars ( gemiddeld
In: 34072 - 2 68:34m3
=
199736071
-- -- -- --- -kg procesvloeistof " water ( afgestaan " waswater kg. door ionenwisselaars) 17,4 kg calciumchloride + wolfraamzuur opgenomen door ionenwisselaars 2002 "gerecirculeerd34051,6 " afgevoerd naar triple effect verdamper
36071
kg
,
\
"
-21-G. Triple effect verdamper.
De oplossing wordt ingedampt tot 80% glycerol. Een deel van de bijproducten verdwijnt hier. Aangenomen is dat behalve water de volgende hoeveelheden verdampen: 3 k~ glycerol
15 "allylalc. 50 "bijproducten. Productafvoer uit 10 effect:
2000 kg glycerol 0,1
"
calciumchloride 3,5"
wolfraamzuur 183"
bijproducten 314"
water 2500,6 kg product. Verdampt: In: 30effect 10209 kg H 20 + 5 kg allylalc.+ 15 kg bijprod. 20 " 10376"
"
+ 5"
"
+ 15"
"
+ 1"
glycerol 10 " 10898"
"
+ 5 " allylalc.+ 20"
"
+ 2"
glycerol totaal 31483 kg H 20 + 15 kg allylalc.+50kg bijprod. + 3 kg glycerol = 31551 kg. Uit: 2500,6 + 31551 = 34051,6 kg H. Vacuumdestillatie. ;':,2500,6 kg wordt toegevoegd aan 4 installaties .
(dus per installatie b25,15 kg. )
Verder toegevoegd 0,25 kg open stoom per kg glycerol=
~.~----500 kg stoom. Aangenomen is bij de berekening dat van
de bijproducten 4iets verdampt.
Afvoer van de bijproducten continu uit ketel K tezamen met iets glycerol en water, aangenomen:
Verdampt: afvoer: 186,6 kg bijproducten 1940 kg 300
"
500"
2740 kg 60 " glycerol (3% lit.(19)) 14 "water 260,6 kg. glycerol water open stoomPro-Producten( per installatie
)
:Glycerol A ucLt verdamper-condensor:
330 kg glycerol+ 1,5 kg H20 Glycerol B uit condensor Cd2:145,5"
"
+ 1,5"
"
Glycerola
uit condensor Cd3:
22
5 ""
+ 025" "
totaal 485 kg glycerol+ 3,5 kg H20
Totale hoeveelheid producten over 4 installaties: 1940 kg glycerol + 14 kg H
20 Afgevoerde hoeveelheid damp naar barometrische condensor:
2740-1940-14 =786 kg waterdamp
K.
Samenvatting,materiaalbalans over de gehele fabriek. In:bij centrifuge
bij filters
-suwletie katalysator
water bij gesuppl. kat. waterstofperoxyde-opl.
verse allylalcohol als azeotroop onzuiverheden
water
bij ionenwisselaars:
waswater lb09 + 388
af~estaan door ionenw. calciumchloride-opl. Uit: '6"'I'Jcondensor Cd in ionenwisselaats verdampers vacuumdestillatie totaal barom. condensor 786 - 500 (500 kg open stoom) totaal Recirculatiestromen: van ionenwisselaars 2002
-
1609 van centrifuge van filters van destillatietoren totaal = = = 5000 273 3,5 59 2834,5 1986 14,5 21832 1997 2 70 34071,5 1:2)6,9
31551 1940 14 2bO,6 286 34071,5 393 30b 15,5 2110 2824,5 kg water"
"
" wolfraamzuur " water"
"
"
" water " water"
"
TI kg. kg gasvormige prod."
calciumchloride " totaal"
glycerol " water " bijprod. " waterdamp kg kg glycerol, bij-prod., water " kat.+proces-vloeistof " katalysator " totaal Kg Hoofdstuk 111- - _.~~--~--- - - - ~--- ~--- - ~ - - - - - -23-Hoofdstuk 111 Warmtebalans A. Berekening reactiewarmte
Bij de reactie wordt per mol ingevoerd H 202 0,87 mol glycerol gevormd. Aangenomen is dat 0,02 mol H20 2 ontleedt in H20 en 02' en dat de reactiewarmte voor de overige nevenreacties gelijk is aan die van de glycerol-reactie. De reactiewarmte van volgreacties, b.v. de
vorming van polyglycerolaether, is niet in rekening ge-bracht.
Dus: per mol H20 2
0,98 X reactiewarmte van: allylalc. - . glycerol
-+
H
2 0 +%
02 0,02 X " " Gegevens (20, 21): Vormingswarmten AHf H2 0 (1) AHf glycerol (1) 6Hf allylalc.(l) bH f H202 10 aq. 11 '. H 2 2°
bij 20oC.
- 68,37 -157,67 44,65 - 45,66 kcal/mol 11 11"
"
"
"
en aq, 45,b8 " "6Hf van glycerol en allylalcohol is berekend uit de ver-brandingswarmte óHc met de formule:
6Hf = - AHc - a X 94,036 - b X 34,16, als CaHbOc de formule van de verbinding is.
Oploswarmte glycerol (u:>aq.) 6H= - 1,505 Kcal/mol " " allylalc.(CJ.)aq.) ~H= - 2,0 " "
De oploswarmte in 72 aq. kan gelijk gesteld worden aan die in Cl:) aq.
Met deze gegevens' is de reactiewarmte berekend voor: a. Allylalcohol + H2 02 -- glycerol(in 72 aq.)
AHR = - 157,67 - 1,505 + 45,68 + 44,65 + 2,0 =
= - 66,85 kcal/mol bij 20oC.
b. H
2 0 2-.H
2 0 +%
02 6HR = - 68,37 r+ 45,68 = - 22,69 kcal/mol pij 20 oC.~
HT = AHS +f
CpdT, of AH540 = 6H20o +ACp'AT 5 gegevensB.
( , -gegevens C"p van 2(J - 54°C: glycerol 53,4 cal/mol, °C. allylalcohol 3 8 , 6 " " " waterstofperox. 1 9 , 7 " " " water 1 8 , 0 " " " a. Vormin~glycerol:Äë
p= -
4,3 cal/mol, °C. A Cpt:. T= -
34,X 4,3=
-
156,4 cal/mol = - 0,16 kcal/mol AH540= -
66,85 - 0,16=
-
67,01 kcal/moiDe vrijkomende reactiewarmte is dus 67,01 kcal/mol ge-vormd glycerol.
b. Ontleding H20
2: ACp
= -
1,7 cal/molgpl\T
= -
1,7 X 34= -
57,8 " "~H540
=
-
22,69 - 0,06= -
22,75 kcal/molDe vrijkomende reactiewarmte is 22,75 kcal/mol ont-leed waterstofperoxyde.
Totale reactiewarmte per uur (voeding 25 kmol H
202 per uur) 25.ö(J0 X (0,98 X 67,01 + 0,02
X
22,75)=
1653 X 103 kcal/uur Aanname:
reactor 1 80% van de reactie: 1322 X 103 kcal/uur reactor 2 15%
"
It"
248 X 103"
"
reactor3
5%"
"
"
83 X 103"
"
totaal lb53 X 103 kcal/uur Warmtebalansen. a. HeactorenBij de berekeningen is de warmteinhoud
U
van demassa-stroom per uur opgegeven.( warrr~e-inhoud steeds t .o. v. 20°C ) Reactor 1. Waneer alle voedingsstromen een
van 20°C hebben, is per uur nodig voor lOC 2904
X
0,665 + 850,5X
0,6 + 32436 X 1,0 + + 214,5 X 1,0=
35110 kcal/uur, °c.Voor temperatuurstijging van 20 tot 54°C.: 34 X 35110
=
1194 X 103 kcal/uur.temperatuur opwarmen: 31 X 0,592 +
De temperatuur van ~gerecirculeerde allylalcohol is 89°C, en van de gerecirculeerde katalysator uit de
cen-trifuge 71°C.
rvan deze Warmte-inhoudfiotaal ten opzichte van 20°C:
beide srtomen
-25-69 (1463
x
0,665 + 20 X 1,0 + 627 X 1,0) + 51 X 306 x 1,0= = 127 X 103 kcal/uur.Nodig voor het opwarmen van de voeding:
(1194 - 127)X 103 = 1067 X 103 kcal/uur
warmteproductie = 1322 X 103 " "
afvoeren in koeler 255 X 10
3
kcal/uurReactor 2 • Afvoeren in koeler 248 X 103 kcal/uur.
Reactor 3. Temperatuur stijgt van 54 tot 71°C:
nodig 17 X 35110 = 59b,9 X 103 kcal/ullT
warmt
,
~pro
ductie
=
3 3 { 103 ,,- "toevoeren met stoom 514 X 10
3
kcal/uurTemperatuur CaC12-oplossing 20°C, warmte-inhoud U ; .0
Warmte-inhoud U proces-vloeistof na coagulatietank: (1653 + 127 + 514 - 255 - 248) X 103
=
1791 X 103 kcal.b. Centrifuge. Afgecentrifugeerd 306 kg, dit bevat:
306 X 1,0 X 51
=
15 X 103 kcal/uur.Na centrifuge U
=
1776 X 103 kcal.c. Destillatietoren. Temperatuurvoeding 71°C.
Afvoer door "ontluchting": 8 kg O
2 + 5 kg bijproducten.
Warmte-inhoud:13 x 1,0 X 51 + 13 X 1,0 X 18 +
verdampings-warmte
=
3 X 103 kcal/uur. Hiervan is reeds aanwezigin de voeding 103 kcal; in de ketel toegevoerd 2 X 103 kcal.
Gerecirculeerd: 2110 kg/uur met 112 X 103 kcal/uur.
Warmte-afvoer in condensor (reflux verhouding = 3):
4 X (627 X 545,6 + 1463 X 163)
=
2322 X 103 kcal/uur1% extra voor bijproducten -
=
23 X 103 " "totaal 2345 X 103 kcal/uur
Temperatuur condensaat 890C.(gerecirculeerd naar begin)
Nodig voor 18°c temperatuurstijging:
( 0,065 X 14b3 + 1,0 X 627 + 1,0 X 20 ) X 18
=
=29 Xl03 kcal/uur Temperatuur kete1product 102°C. De CaC1
2-op1. is
toe-gevoegd met een temperatuur van 20°C. D~emp. van de
voe-ding is dus eigenlijk iets lager dan 71°C. Om, het k
ete1-product op te warmen tot 102° moet dus extra,in rekening worden gebracht: 70 Xl, 0 X (71 -20) = 3,57 Xl03 kcal/uur.
Totale warmte nodig om het ketelproduct op te warmen tot 102° C :
( 15
X
0,665 + 2026X
0,592 + 31773X
1,0 + 263X
1,0)X
31 + 70
X
1X
51 = 1034X
103 kcal/uur .Totale toe te voeren warmte in de kookketel
( 1034 + 29 + 2 + 2345)
X
103 = 3410X
103 kcal/uur. Temp. stoom 152°C ( 5 ata) , nodig 3410X
103 = 6785 kg502,6 stoom/uur
U ketelproduCt:
(1776+ 3410 - 3-112 -2345 )X 103 = 2726 X 103 kcal/uur. Met de soortelijke warmte van de afzonderlijke compo-nenten berekenen we voor
U
van het ketelproduct( 15
X
0,665 + 202bX
0,592 + 31773X
1 + 263X
1)X
82= 33245X
82 = 2726X
103 kcal/uur.Deze twee uitkomst en zijn volledig in overeenstemming met elkaar.
d. Warmteverlies door affiltreren van 5 kg wolfraam-zuur is niet in rekening gebracht.
e. Warmtewisselaar en koeler. Voor het opwarmen van de stroom naar de triple effect verdamper van 20-710
C
is nodig: 51 xC 15
X
0,665 + 2003 x 0,592 + 31797 x 1,0 + 236,5 x 1,0 ) = 1695 x 103 kcal! uur.Afgestaan door vloeistofstroom uit filter Fl naar ionen-wisselaars : 1695
X
103 kcal/uur •Temperatuurdaling(1695 x 103 ) : 33245 = 51°C, dus van 102 naar 51°C.
Afgevoerd in koeler C 2726 -1695) x 103 = 1031x 103 kcal/
Tem~eratuurdaling
(1031 x 103 ) : 33245 = 31°C.De voeding van de triple effect verdamper heeft een temperat;uur van 71°C en een warmte-inhoud U van 1695
X
103 kcal/uur.uur
f_ Triple effect verdamper. ( zie ook onder berekeningen) In:Voeding
~6
95
x 106 kcal/uur - 6 Verwarmingsstoom 6,524 xlO"
6 totaal 8,22 x 10 kcal~uur Uit
-27-Uit: Condensaat
2
0 effect: 10925 x 80 x 1 =0,87 xl06 kcal/11 3° " l C1397 x 65 x Damp uit 30
"
10229x 557 + 10229 x 51 Product: 2000 x 0,592 x 105 + 500,6 x 1 x 105 1 =--0,68 xlUu" uur =5,97 x lOb ft =0,52 x 106 ft =0218 x 106"
8 ,22 x 10 kca1/ 6g. Samenvatting warmtebalans over gehele met de triple effect verdamper.
fabriek
Irt: Reactiewarmte 1653 x 103 kcal/uur
Stoom in S 514 x 103 stoom in Vd1 3410 x 11005 Stoom inTEV --=-"""'----=---6525 x 12102 x 103 kcal/uur
"
"
"
------Uit: Afgevoerd in Kl 255 x 103 kcal/uur
"
ft K .248 x 103"
2 103"
" Cd12345 x ft"
ft"
3 x 103 ft"
" K 1031 x 103 ft 3 103"
in TEV. 8220 x ft 12102 x 103 kcal/uur ---- ---toth. Warmtebalans vacuumdestillatie . Uitgevoerd in 4
uur en
identieke installaties. Berekening 1 installat ie. hieronder is voor Voeding: 500 kg glycerol 78,5 kg water 46,65 " overige producten totaal: 625,15 kg per uur
Afgevoerd: 65,15 kg/uur uit ketel K Verdampt : 625,15 - 65,15 = 560 kg. Invoer open stoom: 125 ft
685 kg. Totale hoeveelheid damp
Temp. voeding 1250C ,temp.ketel 165°C. Nodig voor opwarmen voeding :
(500 x 0,67 + 46,65 x 1 + 78,5 xl) x 40
=
=
18406 kcal/uun.Nodig voor opwarmen open stoom: 125 x 0,48 x 57 = 3420 kcal/uur.
Ver-Verdampingswarmte glycerol 485 x 204
75 x 493
= 98940 kcal/uur
"
water = 39440"
Totaal toevoeren aan ketel
K
:
160206 kcal/uurVerwarming met stoom van 175°C ( 9 ata) nodig:
160206 : 485 = 330 kg stoom/uur.
Warmteafvoer verdamper-condeBsor: (condensatie-temp. 125°C) 685 x 0,23
x
(lb5-125) + 330 x 212 + 1,5 x 520 =77042 kcal/uur Warmteafvoer condensor Cd 2(condensatie temp.70 0 C): (353,5x
0,30 x 55 + 145,5 x225 + 1,5 x 5bO) = 39411kcal/ uur Warmteafvoer condensor Cd 3(condensatie temp.45 0 C) 20b,5 x 0,40 x25 + 9,5x
230 + 0,5 x 575 =4553 kcal/uurWarmt eafvoer uit ketel
K
met bijproducten e.d.( temp. 165°C):
46,65 x Ix 145+ 15 x(40 x 0,67 + 105 x 0,592) +
3,5 x 1 x 145 = 8607 kcal/uur.
Warmteafvoer naar barometrische condensor ( temp.
45°): 196,5 x 25 x 1 + 19b,5 x 571 =
11~S
x 103 kcal/uur.Berekening stoomproductie in ver damper-condensor lidI
Gecondenseerd in Vdl 330 kg glycerol, dit geeft
77042 kcal/uur, of 77042 : 533,6 =144 kg stoom van 1080
per uur Voeding verdamper-condensor bestaat uit condensaat van
ketel
K.
Dit wordt opgevangen in een tank T4 via eensmoorkraan , waarbij de druk daalt tot 2 ~ta (t emp. 1200C).
Hierbij ontstaat stoom. Uit 330 kg condensaat van 175°
ontstaat 46 kg verzadigde stoom van 120°C, die wordt
toegevoegd aan de stoomverwarming S bij reactor
R3
.
Van de 4 vacuum destillatie apparaten komt daar per uur
4 x 46 = 184 kg. In S is dus nog nodig 975 -184 =791 kg
stoom van 120°C per uur .
Het condensaat uit T
4 wordt gebruikt als
voeding voor de verdamper-condensor, door het via een
smoorkraan te laten ontspannen tot 1
1/3
ata (temp.lOSoC)
-29-Men man berekenen dat voor 144 kg vloeistof van 10BoC nodig is 147,4 kg condensaat van 120°C. Dit gaat over in 144 kg water van 10BoC en 3,4 kg verzadigde stoom van 10BoC. In totaal krijgt men dus in de verdamper con-densor 147,4 kg stoom. 125 k~ wordt gebruikt als open stoom 22,4 kg is beschikbaar als verwarming van de ond er-ste 3piralen in Cd
2 en van tank T5• Dit is verder niet in de berekening opgenomen.
k. Samenvatting warmtebalans vacuumdestillatie. In: Voeding lBO x 103 : 4
=
45 x 103 kcal/uurStoom 160x 103 ft
Open stoom
125 x ( 1 xBB+ 534) 6B xl03 11
273 x 10
3
kcal/uurUit: Naar barometrische condensor 116,B x 103 kcal/
uur
Bijproducten
~indcr)ndJ1or e.d. B,b x lu
3
Cd
3
4,6x
103
Condensor Cd 2 39,4 x 103 Verdamper-condensor 77 x 103 Glycerol A:(330xO,592 + 1,5xl)xl05= 20,6 x 103
GlycerolB~145,5xO,592+1,5xl)
x50
= 4,4 x 103 Glycerol C:(9,5 x 0,592 +1 xl)x 25= 1,4 x 103 " ft ft 11 ft ft ft ----'---~--totaal 273 x 103kcal / uurI , ('
YJ'\
I , I f Hoofdstuk IV Berekening apparaten.A. Reactoren. De voeding is 36436 kg per uur. Met de
dicht-B.
C.
heden der afzonderlijke componenten berekenen we :
Volume stroom bij 200C 36,6 m3 luur
ft ft ft
500C 36,9 ft
"
ft"
700C 37,3 ft ftBij een contacttijd van 1 uur in elke reactor moet de inhoud dus 37 m3 per reactor zijn.
De vloeistof wordt gemengd door de inhoud rond te pompen • Bij een snelheid van rondpompen van 3 X de reR~torinhoud per uur is de benodigde capaciteit van de pompen 111 m3 per uur.
Verblijf tijd in de
coagulatietan~ 5
-
m~
Vereiste inhoud 37 : 12=
3,1 m3 . De calciumchloride-oplossing wordt toe-gevoegd met een plungerpomp. Het kleppenhui§ is gemaaktvan Hastelloy-B , i.v.m. corroderende eigenschappen van CaC1 2 ·
Centrifuge. De centrifuge moet 156 kg vaste stof per uur afcentrifugeren uit 37 m3 vloeistof.
Een dergelijke centrifuge kan b.v. geleverd worden door Bird.
D.
Destillatietoren.Over de destillatie van het systeem glycerol-allylalcohol- water is in de literatuur niets gevonden.
De destillatietoren is berekend voor het systeem
allyl-alcohol-water (gegevens (22)) , waarbj_j aangenomen is dat glycerol en andere stoffen geen invloed hebben.
Voeding: 1478 kg
=
25,45 kmol allylalc. 32400 kg=
1798 kmol waterxf
=
0,014 (x=
molfractie allylalcohol)Het aantal theoretische schotels is bepaald volgens de methode van Sorel, McCabe en Thiele.
Het systeem allylalcohol-water vormt een azeotroop met een minimum kookpunt van 890C. (72,3 gew.% allylalc. + + 27,7 gew.% water).
-31-Bepaling q. W - w --- f _ 32400 x 541 2 + 1478 x 163 q - W - w 32400x541,2+14?8x163+25C1478xO,665+32400xl) = 18611 xlOOO = 1,0464 17776 x 1000 q = 22,6 q- 1
Aannamen:
X
D = 0,42 , dus met 1463 kg allylalc.verdampt627
kg waeerKetelproduct: nog 15 kg allylalcohol aanwezig, dus x K = 1,7 x 10-4
Reflux verhouding R =3
Bij een lagere reflux verhouding wordt het
aan-=
'<
tal schotels ~. v. ~ de~teile q-li jn erg gr oot. De voe-ding koelen ,waarddor de q-lijn minder st~il gaat lopen, heeft in dit geval weinig zin, daar de hoeveelheid afge-destilleerd product klein is ten opzichte van het ketel-product.In
de condensor gaat dan minder warmte verloren, maar deze energiewinst wordt teniet gedaan doordat de hoe-veelheid ketelproduct meer moet worden opgewarmd.Vergelijking Ie werklijn: Yn+l ::- %x n+ 0,105
ft q-lijn : y = 22,6 x -21,6 x
f •
,ren Thiele Construerend volgens McCa be;Vlndt men nu 6 theoretische schotels, voeding op de 4e schotel. Zie fig. 2, de ode schot el is Q'evonden op een grafiek met 12% x grotere schaal : fig. 3.
De schotel efficiency is aangenomen op 60% zodat 10 practische schotels nodig zijn ; voeding op de 6de schotel. schotel: Diameter en schotel-afstand. Bij
R=3
is de8
kg 85 ft 5852 2508 ft"
dampstroom boven de
voedings-=
0,25 kmol zuurstof ::- 1,7 " l i c h t e producten (gem.molgew.gesteld op 50 ) = 100,8 kmol allylalcohol = 139,2 " water 242 kmol lkmol1 kmol = 30 m3 bij 9000 .
Dampstroom 7260 m3/uur = 2,02
m
3/sec.Max. dampsnelheid v
d = c
J
(h. -~Vl
waarin c =constante,?
l
en~v
= dichtheid resp.v~
vloeistof en damp.Voor een schotelafstand van 60 cm is c = 0,060 m/sec. In ons geval is
~L
= 840 kg/m3~v
= 0,86 kg/m3 Daaruit volgt vd = 1,87 m/sec •
Oppervlakte doorsnede van de toren minimaal 2,02 1,87=
2
::: 1,08· m.
Diameter minimaal 1,17 m of afgerond
,
1,20 m.Onder devoedingsschotel
G
=G
+ ( q-l) xF.
G'=
gasstroom onder voedingsschotel in molen.G
=
F=
G=
F=
q-l"
boven voeding in molen.242 kmol per uur
1
1850 kmol per uur
= 0,0464
"
"
"
G' = 242 + 86 = 328 kmol = = 9840 m3/ uur.::: 2,73 m3/sec. Voor ~~ onder de voedingsschotel berekenen we ( als glycerol wordt meegerekend ) 975 kgf
m~
Voor ~v (waarbij is aangenomen dat de damp alleen uit water bestaat): 0,6 kgf m
3
Bij een schotelafstand weer van 60 cm vinden we v
d = 2,424 m/sec.
Oppervlakte doorsnee minimaal 2,73 : 2,424 = 1,13 m2 • Diameter minimaal 1,20 m.
We vinden dus voor het deel van de toren boven en onder de voedingsschotel dezelfde diameter en schotel-afstand. Totale hoogte van de toren circa
(10
x
0,6) + 0,6 ::: 6,6m
E. Berekeningen koelers stoomverwarming enz.
De berekeningen van de koelers Kl ,K
2 en K3 ' de stoomverwarming S ,de condensor ed
l , de verdamper Vd l
en de warmtewisselaar Ww zijn in onderstaande tabellen
weergegeven. In alle gevallen zijn buizen van 1" inw.
dia-
-33-diameter gekozen. De waarden voor U zijn ontleend aan (24). Het aantal buizen per"pass" is bepaald door de eis dat minstens 600 kg water per uur door een buis van 1" moet stromen om een voldoende groot Re-getal te krijgen.
Bij 200C is dit dan 8500. In alle gevallen is tegenstroom
aangenomen.
Gebruikt is de formule
Q
= U x A x TIm.Q
= warmtestroom in kcal/uuru
= totale warmteoverdr. coef. in kcal/m
2 ,oe , uur. Tim= het logaritmisch gemiddelde van temp. verschil bijintree en uittree in oe.
---I--.---=
~
C
--· _
~
_
~
__
~_
K3 ______~~
.
!
__________
WW___ IQ
.
255xl03 248xI03 .1,031xl06 j2,345xl06,1,695x 106 I Koelwater Ingangs.T 15 15 15 15 20 Uitgangs T 30 30 30 40 71 procer
vloeis~of ngangs 43 50 51 89 102 Uitgangs T 30 30 20 89 51 T lm 14 17 11,1 60 31 U 600 600 600 700 600 Benodigd oppervl.m2 30,3 24,3 154 56 91,3Aantal pijpen per 27 28 129 157 57
" pass"
Aantal "passes" 6 6 4 1 6
Totaal aantal pijpen 162 168 516 I 157 242
Lengte pijpen, m. 2,10 1,70 3,60 4,30 3,20
Totale diameter 0,66 0,66 1,10 0,66 0,80
Hoeveelheid koelwater.