Enkele didactische wenken voor
wiskundeonderwijs in de derde graad
Koen De Naeghel
Onze-Lieve-Vrouwecollege Brugge
woensdag 8 oktober 2014 Eekhoutcentrum, DPB Brugge
Deze nascholing. . .
gaat over didactiek van de wiskunde:
Vanuit eigen ervaring in de derde graad SO delen we een visie op didactiek en
geven we enkele didactische wenken.
NIET: zo moet het
WEL: zo kan het (misschien) ook HOOP: inspiratie
Wie zijn jullie?
Stel jezelf even kort even voor: wie ben je
school
ASO/TKO/KSO/BSO graden/richtingen
opleiding
aantal jaren leservaring zij-instromer
Inhoud
1 Inleiding Leerproces stimuleren Leerlingen enthousiasmeren Aan de slag 2 Onderwerpen1 Basisbegrippen in verband met functies 2 Homografische functies
3 Inverse functies, van exp. naar logaritmische functies 4 Toepassingen op matrices
5 Verloop van veeltermfuncties met afgeleiden 6 Extremumproblemen
Doelstelling
Uitleggen van leerstofonderdelen
functie matrix afgeleide
logaritme rijen kanswetten
afstand punt vlak integraal asymptoten
Wat: zie leerplan
Wa:t zie wiskundige juistheid Wat: zie conventies
Wat: zie folklore
Hoe: zie ?
Waarom: zie ?
Keuzes maken met in het achterhoofd: Hoe leg ik het zo goed mogelijk uit?
De opbouw van de les
Hoe leg ik het zo goed mogelijk uit?
Vroeger: start met de definitie en eigenschappen
Vroeger: daarna de voorbeelden
Tegenwoordig: start met de voorbeelden
Trend: vanuit een verkenning de definitie, eigenschappen,
Trend: werkwijzen etc. logisch maken
De opbouw van de les
http://vimeo.com/48768091
What is teaching?
(1) Teaching is giving opportunity to the students to discover things by themselves.
(2) First guess, then prove.
Type oefeningen oplossen
Gebruik een recept
Vb. Vraag Bepaal de nulpunten van f (x)
Recept Los op: f (x) = 0
Vb. Vraag Vergelijking van raaklijn t in P(a, ·) aan grafiek f .
Recept De vergelijking is t : y − f (a) = f0(a)(x − a)
Stap 1: bereken f0(x)
Stap 2: bereken f0(a)
Stap 3: vul alles in
Formules toepassen
Lettervrees? Zoek alternatieven
Vb. 3log 9 = ?
Regel: alog y = x ⇔ y = ax
Kan ook zo: 3log 9 = • want 9 = 3•
Vb. sin(7x2 − 2)0 = ?
Regel: (f (g(x)))0 = f0(g(x)) · g0(x) Kan ook zo: (sin)0 = cos() · 0
Formules onthouden
Link de leerstof met positieve emoties
Vb. f (x) = ax2 + bx + c
Vorm van de parabool? lachen/wenen
Vb. sin(−α) = − sin α sinus is braaf
cos(−α) = cos α cosinus is stout
Vb. sin(α + β) = sin α cos β + cos α sin β sinus is sociaal cos(α + β) = cos α cos β − sin α sin β cosinus is asociaal
Vb. 7−3 = 1
73 in de kelder
Enthousiasmeren
Top drie:
(1) Zorg dat de leerlingen je vertrouwen
(2) Laat leerlingen succeservaringen beleven
(3) Verkoop je vak:
Vertel over wiskunde Vb. Laatst zat ik met acht collega’s aan tafel.
Om het hoofdgerecht te serveren werden de borden van tafel gehaald en nadien terug op tafel geplaatst.
Wat was de kans dat niemand z’n eigen bord terug kreeg? 36, 78 . . . % → 1e
Enthousiasmeren
Top drie:
(1) Zorg dat de leerlingen je vertrouwen
(2) Laat leerlingen succeservaringen beleven
(3) Verkoop je vak:
Vertel over wiskunde
Vb. 2007 was warmste jaar sinds begin van metingen (1833) Klimaatsverandering volgens de wiskunde?
vergelijk aantal keer warmterecord sinds 1833: verwachtingswaarde
| {z } ↔ effectief aantal| {z }
Enthousiasmeren
Top drie:
(1) Zorg dat de leerlingen je vertrouwen
(2) Laat leerlingen succeservaringen beleven
(3) Verkoop je vak:
Vertel over wiskunde
Vb. De kans om lotto te winnen is 1/C456 = 1/8 145 060 Zoek een vergelijkbaar kansspel.
Werpen van 2 dobbelstenen, kans beiden zes is . . . Werpen van 3 dobbelstenen, kans allen zes is . . . Werpen van n dobbelstenen, kans allen zes is . . .
Werpen van ? dobbelstenen, kans allen zes is (ongeveer) kans op lotto winnen
Enthousiasmeren
Top drie:
(1) Zorg dat de leerlingen je vertrouwen
(2) Laat leerlingen succeservaringen beleven
(3) Verkoop je vak:
Vertel over wiskunde
Vb. De kans om lotto te winnen is 1/C456 = 1/8 145 060. Is de kans op winnen dan echt zo klein?
Hoe lang duurt een miljoen seconden . . . 12 dagen
Kans op lotto winnen ∼ één seconde uit . . . 3 maanden
Vb. Hoe lang duurt een miljard seconden . . . 32 jaar
13 miljard euro ∼ elke seconde een euro . . . sinds 1601 besparen
Aan de slag
Vorm groepjes van drie
Kies uit de onderwerpen vanuit de interesse Hoe leg je het uit?
(1) opdracht - werkbundels - discussie kleine groep
(2) verslag uitbrengen - bespreking in de ganse groep Voor de pauze
1 Basisbegrippen in verband met functies
2 Homografische functies
3 Inverse functies, van exp. naar logaritmische functies
Aan de slag
Vorm groepjes van drie
Kies uit de onderwerpen vanuit de interesse Hoe leg je het uit?
(1) opdracht - werkbundels - discussie kleine groep
(2) verslag uitbrengen - bespreking in de ganse groep Na de pauze
4 Toepassingen op matrices
5 Verloop van veeltermfuncties met afgeleiden
6 Extremumproblemen
1 Basisbegrippen in verband met functies
B-58
(1) Wat is een functie?
Wenk 1 Herhaal wat ze al gezien hebben
Wenk 2 Eerst de voorbeelden, daarna algemeen Wenk 3 Maak het visueel
Vb. Met elk getal x associëren we een ander getal y via
y = 2x − 1
Dit is een systeem f waarbij elke input x een output y heeft:
1 Basisbegrippen in verband met functies
B-58
(2) Basisbegrippen in verband met functies?
Wenk 4 Laat de leerlingen zelf ontdekken Wenk 5 Wat is echt belangrijk?
functievoorschift, tabel, grafiek domein
nulwaarden, tekentabel
Wenk 6 Een beeld zegt meer dan duizend woorden:
y x O dom f y = f (x) y x O y = f (x)
2 Homografische functies
B-64
(1) Wat is een homografische functie?
Wenk 1 Vertrek vanuit de vorm van de grafiek
Soms neemt de grafiek van een functie de vorm van een zogenaamde hyperbool aan:
Eerste vorm of Tweede vorm
Zo’n functies hebben dus allen een ‘gelijke
2 Homografische functies
B-64
(1) Wat is een homografische functie?
Wenk 2 Stel een kernvraag
Wat is het voorschrift f (x) van een homografische functie?
Wenk 3 Laat de leerlingen eerst zelf ontdekken
Vb. f (x) = 1 x , 2x − 1x , 3x + 1 2x − 2, −x + 12 , 6x + 12 2x + 4
Wenk 4 Daarna het antwoord op de kernvraag (definitie)
f (x) = ax + b
2 Homografische functies
B-64
(2) Basisoefeningen in verband met homografische functies?
Wenk 5 Maak modelvoorbeelden samen
Wenk 6 Maak voor elk type een stappenplan
Gegeven: f (x)
Gevraagd: (a) Toon aan homografische functie (b) Bepaal de asymptoten
(c) Schets de grafiek zonder GRM Gegeven: Grafiek
Gevraagd: Bepaal f (x)
3 Inverse functies, van exp. naar log. functies
B-72
(1) Hoe inverse functies aanbrengen?
Wenk 1 Ga op ontdekking met een voorbeeld
Wenk 2 Uitgangspunt: wat kunnen de leerlingen al?
Vb. f (x) = 2x + 1 g(y) = 12 y − 12
x −2 −1 0 1 2
3 Inverse functies, van exp. naar log. functies
B-72
(1) Hoe inverse functies aanbrengen?
Wenk 1 Ga op ontdekking met een voorbeeld
Wenk 2 Uitgangspunt: wat kunnen de leerlingen al?
Vb. f (x) = 2x + 1 g(y) = 12 y − 12 x −2 −1 0 1 2 f (x) −3 −1 1 3 5 y −3 −1 1 3 5 g(y) −2 −1 0 1 2 f (2) = 5 en 2 = g(5) als f (3) = · dan 3 = g(·) als f (x) = y dan x = g(y) f (x) = y ⇔ x = g(y)
3 Inverse functies, van exp. naar log. functies
B-72
(2) Hoe logaritmische functies aanbrengen?
Wenk 3 Gebruik inverse functies
Vb. f (x) = 2x g(y) = 2 log y
x −1 0 1 2 3
f (x) 1/2 1 2 4 8
y 1/2 1 2 4 8 g(y) −1 0 1 2 3
3 Inverse functies, van exp. naar log. functies
B-72
(2) Hoe logaritmische functies aanbrengen?
Wenk 3 Gebruik inverse functies
Vb. f (x) = 2x g(y) = 2 log y x −1 0 1 2 3 f (x) 1/2 1 2 4 8 y 1/2 1 2 4 8 g(y) −1 0 1 2 3 f (x) = y ⇔ x = g(y) 2x = y ⇔ x = 2 log y
4 Toepassingen op matrices
B-82
(1) Hoe een migratiematrix opstellen?
Wenk 1 Werk volgens een stappenplan
Vb. In een stad wonen 60 000 mensen, op platteland wonen
40 000 mensen.
Vraag Aantal mensen in stad en platteland na 5 jaar?
4 Toepassingen op matrices
B-82
(1) Hoe een migratiematrix opstellen?
Wenk 1 Werk volgens een stappenplan
Vb. In een stad wonen 60 000 mensen, op platteland wonen
40 000 mensen.
Stap 1 Start met een voorbeeld
aantal stad
na één jaar: 0, 95| · 60 000{z }
aandeel van stad
+ 0, 03 · 40 000
| {z }
aandeel van platteland
4 Toepassingen op matrices
B-82
(1) Hoe een migratiematrix opstellen?
Wenk 1 Werk volgens een stappenplan
Vb. In een stad wonen 60 000 mensen, op platteland wonen
40 000 mensen.
Stap 1 Start met een voorbeeld
aantal stad
na één jaar: 0, 95| · 60 000{z }
aandeel van stad
+ 0, 03 · 40 000
| {z }
aandeel van platteland
= 58 200
Stap 2 Herken hierin een matrixvermenigvuldiging
aantal stad na één jaar: 0, 95 0, 03 · 60 000 40 000 = 58 200
Stap 3 Voeg de rijen in matrix P en kolommen in matrix Q
0, 95 0, 03 0, 05 0, 97 | {z } P · 60 000 40 000 | {z } Q = 58 200 41 800
4 Toepassingen op matrices
B-82
(1) Hoe een migratiematrix opstellen?
Wenk 1 Werk volgens een stappenplan
Vb. In een stad wonen 60 000 mensen, op platteland wonen
40 000 mensen.
Achteraf Tabel procentuele aandelen
. stad platteland stad 0, 95 0, 03 matrix P = 0, 95 0, 03 0, 05 0, 97
5 Verloop van veeltermfuncties met afgeleiden
B-90
(1) Verband tussen een functie en haar eerste afgeleide?
Wenk 1 Ga met de leerlingen op ontdekking
Wenk 2 Uitgangspunt: wat kunnen de leerlingen al?
Functie f (x) = x2 1 2 3 −1 1 2 −1 −2 x y f (x) = x2
Tabel stijgen/dalen van f
x 0 Afgeleide functie f0(x) = 2x 1 2 3 −1 1 2 −1 −2 x y f0(x) = 2x Tekentabel van f0 x 0 f0 x) − 0 +
5 Verloop van veeltermfuncties met afgeleiden
B-90
(2) Hoe pak je een modelvraag aan?
Wenk 4 Maak een recept
Gegeven: f (x)
Gevraagd: Bepaal algebraïsch tabel stijgen/dalen van f
Recept: Maak de tekentabel van f0
Stap 1 f0(x) = . . .
Stap 2 Nulwaarden f0: Los op f0(x) = 0
6 Extremumproblemen
B-94
(1) Hoe breng je de techniek aan?
Wenk 1 Start met een visueel voorbeeld
Wenk 2 Overtuig hen dat er een optimale situatie bestaat!
6 Extremumproblemen
B-94
(2) Hoe maak je de oefeningen?
Wenk 3 Giet de oplossing in een stappenplan
Stap 1 Stel de goede vraag
Voor welke . . . is . . . .| {z }
functie
maximaal/minimaal?
Stap 2 Zoek het functievoorschrift
Dus functie| {z }
f (x)
= inhoud van de doos| {z }
...
Stap 3 Stel de nieuwe vraag
7 Telproblemen zonder herhaling
B-98
Hoe breng je variaties, permutaties en combinaties zonder herhaling aan?
Wenk 1 Motiveer de leerlingen
Wenk 2 Ga met de leerlingen op ontdekking Wenk 3 Neem voorbeelden uit hun leefwereld Wenk 4 Maak het visueel
7 Telproblemen zonder herhaling
B-98
(1) Hoe breng je variaties aan? Vnp = n!
(n − p)! Vb. Loopwedstrijd met de klas, hoeveel mog. voor podium?
23 leerlingen 1ste 2de 3de
Joke Karen Piet
Leonard Ann Joke
.. . • Joke • Karen .. . ˙˙ ˙ V233 = 23· 22 · 21 = 10626 mogelijkheden = 23· 22 · 21 · 20 · 19 . . . · 2 · 1 20· 19 . . . · 2 · 1 = 23! 20! = 23! (23 − 3)!
7 Telproblemen zonder herhaling
B-98
(2) Hoe breng je permutaties aan? Pn = n!
Vb. Loopwedstrijd met de klas, hoeveel mog. voor tot. uitslag?
23 leerlingen
1ste 2de . . . 23ste
Hans Eva . . . Joke
• Joke • Karen .. . ˙˙ ˙ P23 = 23· 22 · 21 · . . . · 2 · 1 = 23! = 2, 58 . . . · 1022 mogelijkheden = V2323 = 23! (23− 23)! = 23! 0! = 23! daarom stellen we 0! = 1
7 Telproblemen zonder herhaling
B-98
(3) Hoe breng je combinaties aan? Cnp = n!
p!(n − p)! Vb. Loopwedstrijd met de klas, de eerste drie leerlingen
vormen een selectieploeg voor het schoolkamioenschap. Hoeveel mog. voor de selectieploeg?
23 leerlingen
˙˙ ˙
C233
3 leerlingen
1ste 2de 3de
Joke Karen Piet
• Joke • Karen • Piet ˙˙˙ P3 | {z } V233 dus C233 · P3 = V233 ⇒ C233 = V233 P3 = 23! (23−3)! 3!
Aandacht besteden aan didactiek?
Ja, maar
in evenwicht met de overdracht van kennis,
bewaak de kwaliteit van het wiskundeonderwijs, ASO: in functie van het hoger onderwijs,
recept, stappenplan, ezelsbruggetje,. . .
geen overdaad
in functie van je doelstelllingen
ook testen of ze nog weten wat ze doen
Tot slot
Over theater zegt men:
Of je publiek iets begrijpt van wat je vertelt. . .
. . . hangt af van hoe je het vertelt. Met wiskundeonderwijs is dat net hetzelfde.