TOEGEVOEGDE
WEERSTAND
IN GOLVEN
zrrr
Leboratorktm icorScheeshydromschna
&rchlefMekeweg 2, 2628 CD Dct
$1 O11bOi$i
M.D.J. de Roos Mei 1996Inhoud
i Inleiding
2 Modelproeven 2
3 Gedissipeerde energie methode 3
4 Direkte integratie van drukken 5
I Inleiding
De toename van bet benodigde vermogen orn in
zeegang een bepaalde sneiheid te varen, heeft
verschillende oorzaken. Verhoogde weerstand door:
Windkrachten Golfkrachten Scheepsbewegingen
Verlaagd voortstuwingsrendement door: Grotere belasting op de schroef
Onvoldoende indompeling van de schroef Verandering in volgstroom- en zoggetal
De toegevoegde weerstand ten gevolge van
golve en scheepsbewegingen kan op
verschillende rnaiieren bepaald worden. In
hoofdstuk twee wordt beschreven hoe met
modeiproeven de golfweerstand gerneten wordt. Lang theoretische weg kan deze weerstand
ook bepaald worden. Van de verschillende
methodes zijn er twee uitgewerkt. De eerstemethode is die van Gerritsma en Beukelman. In hoofdstuk drie is beschreven hoe via de door de dempingsgol ven uitgestraalde energie de toegevoegde weerstand berekend wordt.
De tweede methode is die van Boese, en
gaat
uit van de langs de waterlijnomtrek
geïntegreerde fluctuerende waterdruk.
Hoofdstuk vier beschrijft deze
berekenings-methode.
Alle drie bovengenoemde benaderingen geven
als resultaat een verband tussen de golthoogte en
de toegevoegde weerstand. In hoofdstuk vijf
wordt een manier gegeven orn met deze
overdrachtsfuncties een indicatie te krijgen vari de golfweerstand in onregelmatige zeegang.2 Modelproeven
De toegevoegde weerstand
in regelmatige golven kan bepaald dworden uit modeiproevenin de sleeptank. Eerst wordt de weerstand in
viak water '-Cm gemeten.
Door een tweede meting te doen met golven in de tank, wordt de totale weerstandR gemeten. Deze weerstand is echter niet constant in de tijd, en dient dus gemiddeld te worden.
- =
2 211g 211g
g A m A
A
Het verschil van deze twee gemeten waarden is de toegevoegdegolfweerstand van het model:
1AWm = R
Bij de tweede meting moet bet model natuurlijk vrij kunnen stampen en dompen. Daarom moet erop
gelet worden dat
de massa en de
traagheidsstraal van het model geschaal zijn
volgens:
Lm3
mm S
m -
r = rL
De proef wordt
uitgevoerd bij hetzelfdefroudegetal als op ware grootte, dus voor de
sneiheid geldt:
y y L
Fn = Fn
-' y
= yS
JgL
/T
s\L
De golfiengte
wordtuiteraard op
L
gehouden, dus m =
L
schaal
s
Dit betekent dat de hoeksnelheid van de
golfmaker moet zijn:2
O)
m\
= 211g LAL
s nDe toegevoegde weerstand in regelmatige
golven bij V ; ; L wordt dan:RAW = R, pg(L
Met dezelfde dimensieloze weerstands-coëfficiënt als voor bet model:
// 'AWm RAW
Pgm L
L - C.) L3
Gedissipeerde
energie
methode
Voor een strip op lokatie x
is de relatieveverplaatsing t.o.v. het golfopperviak:
r = ZB met = ZXBO
Als deze relatieve verplaatsing gebruikt zou
worden, dan wordt het Smith-effect
verwaarloosd. Dat effect zorgt ervoor dat de drukvariatie ten gevolge van de golf afneemt
met de afstand tot het wateropperviak. Op
grotere diepteis de invloed van de
golf-verplaatsing dus minder groot dan aan het
oppervlak, en neemt af tot nul op de bodem.
De effectieve golfverplaatsing is in feite de
verplaatsing van het oppervlak van gelijke druk,
op diepgang T';
' waarin
voor de schijnbare diepgang T' gekozen kan wordenvoor:
r' - --!_ zoals in Fukuda, of:
2 '»
* V
r
= - over de gehele lengte gehjk.
A
Zodoende wordt de relatieve verplaatsing:
3
r =
Deze relatieve verplaatsing is een harmonische functie van t die geschreven kan worden als:
r = r0cos(Wt+C)
= -rsin(6f+C)
F = -r2cos(t+C)
De resulterende kracht F' per strip wordt
geschreven als:F' = { a'F+b',:+c'r
met (uit de striptheorie)
da
a '(m '--a)
b '=N U-- c
2 pgydx
Een ontmoetingsperiode duut T; in deze tijd
wordt door de golven energie P gedissipeerd:
T, T
F',:dt
= f
{a'F+b',:+c'r} dt o o T, T Tfa F, dt±
fb ', dt+ fc 'r, dt
o o o Uitgeschreven: T, P fa 'ro(û2cOS((J.)t+rr) rsin(1t-c) dt o rc/b 'r0Wsin(t+C) rsin(t+e) dt
o T,f- c rcos(ot±e,) r sin(t +e) dt
o
Van de drie termen
isalleen de tweede
(dempings) term ongelijk nul, omdat de overige twee integrands een produkt bevatten van twee harmonische functies die 900 uit fase zijn. De gedissipeerde energie wordt dan:
T'
P 'fb /r2sin2(ot+c) dt = LT2b
o
De relatieve verplaatsing in de
bewegings-richting van bet schip is tij dens deze periodegelijk aan een golfiengte ?. V
De energie P' wordt door deze afgelegde weg
gedeeld orn de gemiddelde kracht R'Aw te
krijgen:
p'
TCO)2/2
RAW= I
2A b raVoor de ontmoetingsperiode T kan
gesubstitueerd worden:
2t
/ 7tT
= - RAW = - b r0
Door deze kracht
te integrerenover de
scheepsiengte, wordt de toegevoegde weerstand gevonden:RAW= [RW dx = -
fb 'r
dxDe toegevoegde weerstand dan ook uitgedrukt
worden met de
relatieve sneiheid in de integrand, omdatf rdt = f
o o
En door het golfgetal k te substitueren: Of met: RAW = -
f
dx o 2 A L k r 1.2 RAW= -
Jb r0 dx 2w g L (I) r RAW= - J
b r0 dx 2g4 Direkte integratie van drukken
De weerstand in golven kan ook berekend
worden volgens Boese. Deze methode isgebaseerd op het integreren van de wissellende druk op de scheepshuid. Het faseverschil tussen verplaatsingen van het schip en bet
golfopperviak zorgt ervoor dat bet
tijdsgemiddelde van de resulterende kracht niet nul is.
Stel de golfweerstand is opgebouwd uit twee
delen:
RAW = RAW! +RAW2
0m bet eerste dee! te bepalen wordt het
fluctuerende dee! van de waterdruk rondom bet schip geintegreerd.De waterdruk op de
scheepshuid wordt voorgesteld door:p = pgz
Ter plaatse van een moot is de resulterende
kracht (per lengte eenheid): f(x,t)=.pg(z0±s)2 =-Lpgz +pgz0s
Waarin s(xh,t) de relatieve verplaatsing van het schip t.o.v. het golfopperviak voorstelt.Omdat s
een harmonische functie is, kan geschreven
worden:
s(xb,t) = ZxbO( = S(Xb) cos(cn +e1)
s 2(xb,t) = s(xb) cos2(t+c)
=! s(xb) {1 (2(wt±e))}
Zodat gemiddeld over een periode T:
5
f(xB ,t)T
= f
Lpgz2 dt-
f pgzs
dt +f
. De eerste term beschrijft de hydrostatische druk in de rusttoestand. De integrand van de tweedeterm is een harmonisce functie met peiode T.
Het tijdsgemiddelde ervan is dus nu!. A!Ieen de derde term is van belang, dus:
j(xb,t) =
!pgs2(x)
0m de langsscheepse kracht te vinden, moet nog vermenigvuldigd worden met de geprojecteerde lengte van de water!ijn t.p.v. e!ke moot:
fx
De dwarsscheepse componenten
zijn aanbakboord en stuurboord tegengeste!d, en heffen elkaar dus op. De langsscheepse componenten zijn ge!ijk, en de resultante wordt dus:
-
ay-= 2.f
ax
Geïntegreerd over de lengte geeft dit RAW I: L
ay 2
RAWJ = pg f2 Sa dx
àx
o
Het tweede dee! van RAW bestaat uit de hori-zontale component van de versnellingskracht in
de z-richting. Er is een faseverschi! tussen de
stamphoek en de dompversnelling. Daardoor is
bet tijdsgemidde!de van de horizontale resultante van de dompkracht niet nul.
Als voor de stamphoek en dompversnelling geldt: 0(t) = 00cos(t+c0) (t) = -W2ZCOS((A)t±C) Dan is de dompkracht:
F = pgVï
en de langsscheepse resultante (voor kleine
stamphoek):
RAW2 = F 0(t)
Het tweede deel van de golfweerstand is dus: RAW2 =
5 Golfweerstand
¡nonregel-matige golven
Beide besproken methodes (Gerritsma-Beukelman , en Boese) geven als resultaat een overdrachtsfunctie voor de toegevoegde weerstand in regelmatige golven, als functie van het kwadraat van de golthoogte:
II 2
RAW- AW a
De factor R"Aw wordt ook we! aangeduid met
RAO (Response Amplitude Operator), niet te verwarren met de bekende ARO (Amplitude
Respons Operator) voor berekeningen van de
scheepsbewegingen. Het grote verschil is dat de weerstand met het kwadraat, en de
bewegingsamplitude met de golthoogte varieert.
In een werkelijke situatie zijn golven niet
regelmatig van aard, maar opgebouwd vo!gens een bepaald spectrum. De gebruikelijke manier
orn een golfspectrum weer te geven is in een
energie-dichtheids spectrum.
lIIIIIbIIk..._
Deze spectrale dichtheid kan gevonden worden
uit een gemeten spectrum, of er kan een
analytische functie voor worden gebruikt. In eenspectrum wordt uitgezet:
Sc(()) = (u))
De golfweerstand ten gevolge van een bepaald spectrum is dan eenvoudig te bepalen,
2 S(u))
Dus per frequentie wordt de weerstand gegeven
door:
RAW(u)) = 2R,S(o))
Door te integreren vo!gt dan de weerstand ten gevolge van alle golfiengtes samen:
7
no
RAW = 2
f R,S(o))
do) oVoor een stilliggend schip kan het spectrum direct in zijn oorspronke!ijke vorm gebruikt
worden. Wanneer echter sprake is van een
voorwaartse sneiheid, dient het spectrum daarvoor te worden getransformeerd volgens:
= s0
(o)c±ucos)
U cos()
Zodoende is
het mogelijk de toegevogede
werstand te