•
•
•
•
A
eH T.E.
~UUR
kontrast
Bibliotheek TU Delft 1111111111111111111111111111111111 C 00038155832444
722
7
Uitgegeven en gedistribueerd door: Delftse Universitaire Pers
Stevinweg 1 2628 CN Delft 015 - 783254
In opdracht van: Architectuur Kontrast Samenstelling en lay-out: Ellen Bisschoff, Kristin Vossen Fotografie:
Maarten van Bremen, Pierre Jennen
Aan de totstandkoming van dit boekje hebben bijgedragen:
ir J.K. Abels, ir. A. Bhalotra, R. Bunschoten, prof. ir. Tj. Dijkstra, ir. L. van Duin, H.Duyvestijn, T. Frieling, ir. F. Houben, R. Koolhaas, W. Maas, ir. M. Min, prof. ir. K. Rijnboutt, J. van Stigt. Dank aan:
Sebastian Fischer Baling, Cat ja de Haas,
Laurens Jan ten Kate, Houw Liem, drs. O. Mácel, Eric Offermans, Hermine Oosterwijk,
(ART lautomation), Marius Pfeiffer, André Provoost, Emile Quanjel,
Rudolf de Schipper, Joop van der Vaart, Jurriaan Verhofstad, Erik Wierserna. CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
ISBN 90-6275-373-6
Copyright©1987 by E. Bisschoff, K.Vossen No part of this book may be reproduced or transmitted in any form or by any means, elec-tronie or mechanical, including photocopying and recording without written permission from the publisher: Delft University Press.
A
~~UUR
kontrast
Redactie: Ellen Bisschoff, Kristin Vossen
Inhoud _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_
Architectuur Kontrast
De studen ten ten toonstelling planpresentaties
discussie over architectuurbenaderingen en architectuuronderwijs
De workshop
Op zoek naar het wezen van de Omphalos De Omphalos van Delft
Themagedeelte prijsvragen
Acht reacties op het thema prijsvraag
--- 7 --- 8 - -- -- - - 9 - - - -- 35 - - - 4 9 - -- - -- -50 - -- -- - - - 5 2 - - -- - - - 6 1 --- - - - -- 62 5
Architectuur Kontrast _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
7Architectuur Kontrast is in 1984 ontstaan als een initiatief van studenten Bouwkunde aan de Technische Hogeschool Delft uit behoefte aan meer inzicht in het werk, benadering van de architectuurstudie en ontwerpopvattingen van medestudenten. Een openbare beoordeling door een forum van tentoongestelde ontwerpprojecten van studenten en een daaruit voortvloeiende discussie gevoerd door studenten, mentoren, forum en andere belangstellenden moest het gesprek daarover op gang brengen. De studentententoonstelling, nog steeds de kern van Archi-tectuur Kontrast, wordt vaak ten onrechte opgevat als een soort prijsvraag voor studenten. Architectuur Kontrast is echter een evenement dat met verschillende middelen archÏtectuur-benaderingen en architectuuronderwijs ter discussie wil stellen. Architectuur Kontrast 3, waarover dit boekje handelt, bestond uit drie delen.
De studentententoonstelling met openbare forumdiscussie nodigde uit tot het kritisch bekijken van het architectuur-onderwijs zoals dat aan de faculteit der Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft gegeven wordt.
Een workshop liet een andere benadering van architectuur-onderwijs zien dan die van de opleiding in Delft.
Het themagedeelte belichtte het fenomeen prijsvraag als een manier voor studenten om zich buiten hun opleiding om te trainen in architectonisch en stedebouwkundig ontwerpen. Dit boekje is een verslag van Architectuur Kontrast 3. Wij hopen dat het zal bijdragen tot een grotere bekendheid van Architectuur Kontrast en het denken over architectuur-(onderwijs) zal aanscherpen.
Ellen Bisschoff, Kristin Vossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
.DP'IIIJ·'"
H Cl, I· "~
...:.,; .\ ÎH'IITPI':t'T! rH .i.i:.mm&.il.8
De Studentententoonstelling _ _ _ _ _ _
_
Tentoongesteld werden ontwerpen van studenten uit het studiejaar 1985/1986. Elke bouwkundestudent, architectuur, stedebouwkunde of volkshuisvesting kon deelnemen met één ontwerp dat zijn of haar ontwerpopvattingen en architectuur-benadering illustreert. In totaal waren er zeventig ontwerpen te zien van uiteenlopende inhoud, niveau en vorm. Een forum dat bestond uit vijf personen die te maken hebben met architectuur of stedebouwkunde selecteerde twaalf ontwerpen. Het belang-rijkste criterium hierbij was dat deze ontwerpen een bepaalde houding ten opzichte van ontwerpen lieten zien en konden dienen als uitgangspunt voor een discussie over architectuur-opvattingen en -onderwijs, die in het openbaar werd gevoerd door studenten, mentoren, forumleden en andere belang-stellenden.
Deze forumdiscussie geven we hier weer, ingeleid en ge-ïllustreerd door presentaties van de twaalf geselecteerde plannen met commentaar van forum en ontwerper. De vet-gedrukte tekst is een beknopte weergave van de hoofdlijn van de discussie, die wordt afgewisseld met citaten van uitspraken van de forumleden.
Het woonhuis
Uri CohenP 1 (eerstejaarsproject) bimester 1 en 2 1986
In het eerste deel van het project moest aan de rand van Delft in een landelijk gebied een huis ontworpen worden gebaseerd op twee architectonische concepten: het centrale en het lineaire. Hier is het centrale concept uitgewerkt. De trappen en de gang vormen het centrale element met daaromheen alle andere ruimtes. Het huis is zo ontworpen dat het zich in de situatie voegt. Het natuurgegeven van twee kanalen die dwars op elkaar staan werd hierbij geïnterpreteerd in de plattegrond, de bouwmassa en de gevels, met andere woorden: het huis is eigenlijk 'gemonteerd' uit deze L- vorm, in drie dimensies. In het tweede deel moest een wijk ontworpen worden gebaseerd op twee verkavelingsconcepten: open en gesloten . .
- Het gesloten concept. Na analyse van de situatie is de begane grond van de blokken ontworpen. De eerste en tweede ver-dieping zijn open gehouden om een meer vrij gevoel te geven, en het bezonningsprobleem bij de hoekwoningen in het gesloten bouwblok te vermijden. De binnenwereld van de blokken werd door portalen en een bovenstraat ontsloten, waardoor het
Van deze twee huisjes sprak het tweede mij aan,
omdat het heel eenvoudig is, omdat allerlei wetmatigheden onderzocht worden. Het wordt in een heel duidelijke maquette gevisualiseerd. Er is met plezier aan gewerkt. Er blijkt een eerste en een tweede huisje te zijn: leuk dat er in zo'n korte tijd al een soort eenduidigheid in blijkt te zitten en een ontwikkeling. Er is gestudeerd, op en heel vrije manier ontworpen, niet vanuit een stijl maar vanuit een eigen beleving. (M.M.)
Dit is de droom van iemand die op een vakschool komt fris van de middelbare school. Dit is de droom van een huis. Ik zou de vraag willen
stellen: waar is de leraar, wanneer wordt dit gestopt, wanneer wordt gezegd: 'dit is een droom'? Jammer genoeg zijn er nog veel derde en vierdejaarsstudenten die nog steeds in die droom verstrikt zijn.oo( R.B.)
studentententoonstell ing
<alJl6L.aa<.u "",rl,,,, •• r niet gedwongen is zich in de autogebieden te verplaatsen en waardoor de samenhang van de binnenwerelden der blokken versterkt wordt.
- Het open concept. Het uitgangspunt was hier om door het verzamelen van woningen van verschillende grootte in kleine groepen, micro maatschappelijke eenheden te vormen, die samen (moeten) kunnen leven. Om dit nog nog duidelijker te maken werden de bouwblokken vormgegeven als cirkels. De bouw-blokken zijn zo open mogelijk ontworpen. Het beeld: de buurt wordt een bloementuin in de stad, de woningen zijn een integraal deel van de tuin.
Daarna moest één woning van één van de ontwerpen uitgewerkt worden, weer gebaseerd op de twee architectonische concepten open en gesloten. Het open concept is uitgewerkt. De hele woning is één volume waarin ruimtes niet duidelijk te onder-scheiden zijn van elkaar. Als iemand van buiten komt is hij eigenlijk al binnen voordat hij de deur passeert ... hier bevinden zich struiken, gras en een vijvertje, die gescheiden zijn van de identieke buitenwereld door een cirkelvormige glazen gevel. Boven de vide bevindt zich een raam dat het gevoel van buiten zijn nog versterkt. Verder is de ruimte zoveel mogelijk open ontworpen, de gevel vormt zo min mogelijk een scheiding tussen binnen en buiten.
12
'---,
---
==--
-~ '\
Ontspanningsbad
\
Marianne Loof, Belinda van Buiten A 12 (vierdejaarsproject, utiliteitsbouw)
Van Rotterdam-centrum rijdend naar het oosten is de oude watertoren aankondiging van het gezonde buitenleven. Daar waar de dijk die Rotterdam tegen de rivier beschermt naar binnen wijkt ligt voor deze watertoren een park, deels binnen-, deels buitendijks. Op het breekpunt van dijk en rivier, terug-kijkend langs de boulevard, is Rotterdam in zijn totale omvang als waterstad zichtbaar. Hier staat het ontspanningsbad, in de uiterwaard, rechthoekig en evenwijdig aan de bocht van de dijk. Het gebouw richt zich op zijn drie uitgesproken oriëntatiepunten.
Bezoekers - noordwestgevel. Zowel vanaf de dijk als vanaf de uiterwaard heeft het gebouw een ingang, zo richt het zich op twee typen bezoekers: vanuit het park de joggers en wandelaars, vanaf de dijk de gestresste automobilist.
Park - zuidwestgevel. Vanaf het zonneterras van het bad en vanuit het café op de begane grond is het badhuis een uitkijkpost voor een onbezorgde blik over park en water afgewend van het stadsleven.
Binnenstad - zuidoostgevel. De grote kasruimte geeft als venster een schitterend uitzicht op het silhouet van de stad. Vanuit de rustruimte verschaft de gelaagdheid naar buiten toe van geperforeerde wand, wintertuin, golvende gevel en buitenschil de rustende toeschouwer zijn ultieme plaats: uitzicht op de 'metropool' zonder er aan deel te nemen.
Het eigenlijke badhuis is een gesloten doos op kolommen, geperforeerd daar waar uitzicht of buitenruimte gewenst is. Daar het niet om een zwembad gaat maar om een ontspannings-bad is het gebouw grotendeels in zichzelf gekeerd. De entree is over twee vediepingen gesplitst. Op de begane grond is de entreehal onderdeel van café en badhuis, maar op de verdieping, door de loopbrug verbonden met de dijk, alleen bestemd voor badhuisgasten. Het café is de schakel tussen park en badhuis. Hierdoor ligt het badhuis niet als vreemd element in het groen maar geeft het een impuls aan gebruiksmogelijkheden van het park.
Het verblijfsbad ligt geheel in het gebouw, als een atrium, verzonken in de doos en omzoomd door nevenfunkties zoals sauna, zonneterras, massage en rusten aan de grote serre-ruimte. Het baden vindt in meerdere etappes plaats; het kuurbad wordt afgewisseld met koude douches en warme bubbelbaden, als kleine baden naast het verblijfsbad gelegen.
De golvende gevel dringt het gebouw binnen, vormt zo de wintertuin en drukt de wanden van de massage- en zonnebank-ruimte tot een balkon opzij. Zo zijn deze schuine wanden
vanuit het bad de aankondiging van de wintertuin en het
venster op de stad. De gevel is uitgevoerd als een schil, betegeld, die de functies omhult; strak, met gaten van
verschillende afmetingen en verhoudingen, waarachter
on behandelde houten puien en glazen bouwstenen iets van de expressie van het interieur onthullen.
Je voelt het verlangen om tot in het detail, tot
op de kolom, de draadnagel nauwkeurig alles erin
te stoppen wat je in sfeer en aan beelden in dat
gebouw wil suggereren, je wilt het gebouw als het ware beheersen. (W.M.)
Deze tekeningen zIJn heel mooi, heel precies en
er is heel veel geleerd om daar te geraken, maar
ze missen een beetje wat andere projecten aan frisheid hebben. Als je groeit moet je oppassen dat je niet zo in de verdrukking raakt dat de
aardigheid, de spontaniteit teloor gaat. (K.R.)
Het is een mooie tekening, waardoor je de neiging hebt het serieus te nemen, maar als je heel kritisch kijkt: het zijn slechts douche-hokken, kolommen, ik probeer het nu te bana-liseren. Ik mis een houding, standpunt, filosofie ten aanzien van ontspanning. Wat is ontspanning?
Alleen het laten functioneren: er is een zwembad dus je màet er ontspannen? Functioneel werkt het wel, maar toch is het voor mij niet echt een
ontwerp over ontspanning. (A.B.)
studentententoonsteil ing
14
Kunstcentrum
Luc Bos
. afstudeerproject
1985/86
Ik voelde de behoefte dit deel van de stad te moeten verrijken met een andere wereld, zoals je dwalend door de Middeleeuwse stad steeds weer die verborgen plekjes ontdekt: de hofjes, de binnentuinen ... Tegelijkertijd wilde ik op deze plek een groot gebouw maken dat heel open zou zijn en in een bepaald opzicht toch ook weer klein. Een gebouw dat de ruimtelijke en functionele kwaliteiten van de omgeving' zou uitbuiten. Een gebouw dat deel is van het geheel. Ik heb geprobeerd op verschillende niveau's het centrale thema van verweving uit te werken in materiaal, functie en ruimte.
Een aantal reacties op dit project waren: veel te modieus. te veel tijdschriften bekeken. maar het is een van de weinige projecten die heel
specifiek stedebouwkundig bezig zijn. ook al is het 'geleend'. Er zijn veel projecten in de stad.
maar heel weinigen gaan een dialoog aan met het theatrale van stad, plein. straat. Dit is een project dat jammer genoeg alleen met zijn buitenkant werkt. (R.B.)
De hoofdfunctie is het kunstcentrum. Om de publiekstoeganke-lijkheid te vergroten en verweving met de omgeving te krijgen heb ik nog een aantal functies toegevoegd, zodat het doel van de bezoeker niet alleen kunst hoeft te zijn. Aan de centrale foyer zijn de kunstuitleen, de discussiezaal en filmzalen gekoppeld. Vervolgens is er een kantoorgedeelte met een bibliotheek op de bovenste verdieping, expositiezalen en werkplaatsen. In het lagere blok zijn winkeleenheden met daarboven atelierwoningen aanwezig.
Het gebouw dat niet één gebouw is. Toch krijg je, staande op het kleine plein, de indruk dat je met één gebouw te maken hebt. Daar wordt het geperforeerde scherm tweemaal door-sneden door een transparant volume. Links een grote zaal, bijna een buitenzaal als je binnen bent, met uitzicht op de stads-gracht, waar kunstenaars bezig zijn met hun kunstwerk. Rechts een grote erker in een poort. Het naar buiten komen van de erker begeleidt het naar binnen gaan van het gebouw. In de poort is de entree naar de werkplaatsen. Een paar treden af en je bent in een andere wereld.
Heel anders is de gevel aan het grote plein. In diepte ver-springende gebouwdelen ingekaderd door een portaal maken deze gevel in feite open.
Van noord naar zuid een ruimtelijke opbouw om de schaal-sprong van de Middeleeuwse stad naar de grotere gebouwen van de negentiende-eeuwse stadsuitleg te maken. Aan de transpa-rante kubus aan het plein, als epicentrum van het complex, zijn een amfitheater en een L-vormig gebouw gekoppeld. Van hieruit loopt een route langs de periferie van de binnenzijde van het L-vormige gebouw naar de hoekzaal van het kleine plein. De verschillende programmatische onderdelen zijn opgehangen aan deze route; ze vormen een reeks van consumptief naar produc-tief. Ieder programmatisch onderdeel heeft zijn eigen karak-teristiek gekregen in vorm en ruimtelijke situering.
studentententoonstell ing
Dit is een goed voorbeeld van het opengooien van alle deuren. loslaten van normen van de stedebouw gehanteerd in het verleden. Opeens kwam er toch een barrage, een muur: waar moet ik stoppen? Dat is een heel belangrijk moment in het ontwerpproces. Als je een keer een deur opengooit, op welk moment stop je dan, maak je die dicht? In dit geval vind ik deze poging fascinerend: de ruimtelijke opbouw, die volledig de echo van het classicistische gebouw aan de overkant terugbrengt in een zeer eigentijds denken, en niet stopt maar doorgaat. (A.B.)
Eerst heb je een grondstructuur die de achter-grond, de ruimte bepaalt. En dan krijg je die verdraaiing. Een van die kanten wordt een soort schilderijlijst, die het gebouw zelf als een figuur gaat introduceren. Een gebouw in zichzelf verdraaid, dat er weer uitkomt, dat uit zijn eigen raam naar buiten kijkt. Een soort acteur uit het theater. Een ingewikkelde vedraaiing die hier nog niet genoeg uitgewerkt is, het is nog te modieus. (R.B.)
16
De naam van het huis
Hans Hammink
prijsvraaginzending Tijdelijk Wonen winter/lente 1986
Het verlangen om te bewonen en om een plaats tot zijn centrum van het heelal te maken is één van de sterkste verlangens van de mens. Bewijzen hiervoor vindt men in overvloed in de geschiedenis van het bouwen en in zichzelf. De strekking van de prijsvraagopdracht (een tijdelijke bebouwing ontwerpen) is echter tegengesteld aan dit verlangen. Het te bouwen huis krijgt slechts vijf jaar om werkelijk bewoonbaar te geraken. Bovendien ligt Almere in een zeer jonge polder die geschapen werd volgens het wereldbeeld van Descartes. Deze eenzijdige voornamelijk rationele omgeving biedt niet in de eerste plaats ruimte voor het verlangen om te bewonen. De opdrachtgeefster en ik hebben nochtans geprobeerd gestalte aan dit verlangen te geven.
Iemand die een stuk nieuw land gaat bewonen is een pionier. Het beeld van een pioniershuis in de polder geeft vorm aan het ontwerp en aan het verlangen een eigen plaats te maken. Het essentiële van een pionierswoning vindt uitdrukking in de vorm van het huis en het terrein, in de gekozen materialen en in de toegepaste bouwtechnieken. De vorm van de woning moet de associatie met het archetypische huis opwekken; de vorm moet ook tonen dat het eerste bouwsel van een pionier onvoltooid is.
Het door bruidssluier begroeide hek maakt de andere helft van het huis beeld compleet. Het krappe budget van de opdracht-geefster en de eis dat het huis na een bepaalde tijd afgebroken moet worden hebben geleid tot de keuze voor goedkope materialen en een eenvoudige bouwtechniek, waarmee de arbeidstijd kort blijft. De houtskeletbouwconstructie wordt bekleed met fragiel vurehout en polyester golfplaten; het huis wordt slechts door één kachel verwarmd en het bed staat onder andere boven om 's winters van de opstijgende warmte te kunnen profiteren. Verder is het huis dankzij de bouwwijze makkelijk af te breken. Niet alleen het huis en de bewoonster maar ook de ontwerper krijgt de rol van pionier toegediend: met dit ontwerp heb ik geprobeerd om van de verworvenheden van de massaproductie een huis met een eigen identiteit en uitdrukking te maken, een huis dat voldoet aan niet weg te denken menselijke verlangens.
Wat in dit ontwerp opvalt is de gang. In ons onderwijs wordt een gang gezien als een ruimte om van de ene kamer naar de andere te gaan en niet beschouwd als een ruimtelijk element. een ruimte waar ook gewoond wordt. Over de aanpak in het algemeen: vanaf de kavel tot het af-bakenen van de ruimte met een circel komt het zoeken naar een middelpunt dat het wonen wordt maar dat niet samenvalt met het geometrische
middelpunt van de circel. die spanning tussen de
'I ·1 !.~. I ~;, , . . • ,
lV
..
.. (jfilosofie van het wonen en de ruimte van cirkel
en vierkant in ieder onderdeel behoorlijk tot uitdrukking.
Ik noem dit geen experiment. fantasie. maar
alledaagse realiteit. Wij hebben geleerd normatief te denken. alles wat betreft ruimte. de
meer-waarde. terug te brengen naar de functionaliteit. De functionaliteit van de meerwaarde van dit
plan heeft mij geïntrigeerd. (A.B.)
)
J
"'0
.
"'1
,~m
studentententoonstelling 17-I'
I · 1j
18
2 huisjes
Reinier de Graaf project zonder mentor bimester 4 1986
Twee huisjes met identiek programma. Het is opvallend dat iemand zelfstandig, op een vnJe manier, zonder melltor, een studie en opvattingen ontwikkelt. Maar moet je bestaande plannen niet eerst verwerken voor je tot je eigen dingen komt? (M.M.)
Ik vind het helemaal niet ::'0 'vrij' omdat het voor mij heel duidelijk van Hejduk komt. Als je met zo'n invloed werkt moet je het analytische deel duidelijker maken, je moet zeggen: dit en dat heb ik uit Hejduk gehaald. Als eindmotief vind ik dit problematisch. Het wordt een soort onbegrepen icoon van invloed, een soort cartoon. (R.B.)
~-
o o~ [
]
~
••
~
_
.
b~
.
f -i I
11.
20
Hergebruik schoolgebouw
Ellen Bisschoff
A3 (derdejaarsproject utiliteitsbouw) bimester 3 1986
Een leegstaand schoolgebouw, hergebruikt als kunstcentrum: expositieruimten, galerie, artotheek, ateliers, bibliotheek, filmzaal en café.
Het schoolgebouw bestaat uit twee blokken, haaks op elkaar, waarin klaslokalen worden afgewisseld met trappenhuizen in een rigide structuur. De gymnastiekzaal wordt door een laagbouw verbonden met het hoofdgebouw.
Na denkbeeldige sloop van de moeilijk opnieuw te gebruiken laagbouw blijft de gymnastiekzaal door zijn afwijkende struc-tuur en richting als een los element achter, niet betrokken bij de rest van het gebouw.
Een toegevoegd derde blok met een van de andere twee afgeleide structuur. neemt de richting van het zaaltje over en vormt tegelijkertijd een besloten ruimte, expositiehal. In de twee blokken die de hal begrenzen vinden expositieruimten, artotheek en bibliotheek en kantoren hun plaats. In het andere blok bevinden zich de galerie en ateliers, die ook los van het centrum kunnen functioneren, net als het café en de filmzaal in de vroegere gymnastiekzaal.
De blokken hebben een 'zware' betonconstructie, een stenige
afwerking, een gesloten gevel. De expositiehal - dak en
loopgalerijen - een lichte staalconstructie en een transparante gevel.
'nr-~~l~-"t~
!
~
fr
,
,-
,
)
~
-
\
11
I-
-
j I -- ' \ .\ .. ''pI.
.r
1
\_
-- __
"_1 , ' \ - " p~-~1J
~-r-' II
jstudentententoonstell ing
De reden waarom we dit plan willen laten zien is dat het eigenlijk met één gebaar de hele situatie zinvol maakt, alle gebouwen opnieuw definieert.
De discussie over oude gebouwen opnieuw
gebruiken is natuurlijk in volle gang en is
ongetwijfeld in de toekomst een van de soorten
werk waar we heel veel mee te maken zullen
krijgen; ik vond dit een verheldering omdat heel
vaak naar functies en vormen wordt gezocht die
helemaal geen respect betonen voor de gebouwen
zoals ze waren. Hier is geen enkele bijzondere
pretentie gezocht, hier is eenvoudig gezegd: 'wat is nodig in die situatie, dat zal ik laten zien.'
(K.R.)
22
Arc h itectu u rgra m mati ca
Bart ter Haar D 2( derdejaars project diff eren tia tie architectuurgrammatica ) bimester 4 1986
Het ontwerp manifesteert zich door een spel met onnavoelbare richtingen en zwaartepunten die in zichzelf een samenhang vormen. Dit stelsel wordt tot een heterogeniteit gebracht door de koppeling aan de direct ervaren ruimte-ontwikkeling. Heterogeniteit ontstaat in dit geval doordat direct ervaren emoties gekoppeld worden aan een statisch stelsel dat van een andere orde is. Het zoeken van oplossingen binnen deze context ontaardt in een direct vertalen van een emotionele eenheid in een ruimtelijke compleetheid door gebruik te maken van primaire architectonische middelen (zoals driedeling, assen-(stelsels) en eenvoudige hierarchiën), zodat er zo weinig mogelijk vertroebeling ontstaat met klakkeloos gegroeide en uit het bestaande maatschappelijk bestel ontstane waarden en gegevenheden.
; .~
studenten tentoonstelling
Het gaat hier meer om de reis door de
gram-matica dan om het project zoals' het uiteindelijk
getoond wordt, en we vonden het belangrijk om
zo'n proces, zo'n reis langs allerlei vormen te
laten zien; het aardige van deze reis was dat er
niet alleen maar vreugde was onderweg, maar er
kennelijk ook stevig gebaald werd, en dat blijkt
ook uit het gebouw op een enkele plek. (K.R.)
IJ-eiland A'dam
Esther Gramsbergen, Bjarne Mastenbroek, Michel Tombal
bimester 2, 3 en 4 1985/86
Aan de zuidelijke kant van het eiland een kade
woonboten-bebouwing die zich aanpast aan de maat van het eiland. Aan de andere kant bebouwing die reageert op de wijdsheid van het IJ,
onafhankelijk van de kade een ruimte probeert te maken die ook wat functie betreft boven het eiland uitstijgt. Een grote stenen vlakte voor festivals, manifestaties, rollerskate etcetera. De huidige bestrating van het eiland (stelconplaten) is gehand-haafd, alleen in het gebied tussen de twee stroken is gras ingezaaid. Een talud dat oploopt met de vernauwing van het binnengebied en zo ontoegankelijk wordt voor jan en alleman. Uitgewerkt is het lange rechte blok. Gekozen is voor een
smalle beukmaat om een groot aantal woningen zowel uitzicht op de haven als op het binnengebied te geven.
Het verschil tussen binnen- en buitengebied is in de detaillering benadrukt. Aan de kade kant een vlakke, beplate gevel (trespa) waaruit de stalen details (balkons, afdakjes) en dubbelhoge pui naar voren steken. Aan het binnengebied een geprefabriceerde betonnen gevel (in kleur) die achter het talud langsloopt, alle toevoegingen hieraan liggen achter dit gevelvlak.
Op verschillende manieren is geprobeerd de kadewand te differentiëren: een klein balkon per woning; afdakjes en grote balkons per twee woningen, de spiegeling hiervan komt tot uiting in het terugliggen van telkens vier ramen (per vier
woningen). Verder een symmetrie over het hele blok door de middelste pui 2.20 m op te tillen en zo een centrale ingang te maken.
Dit is een vrij beheerst project. Het gaat hier om het beheersen van het vak. het omgaan met
woonblokken met dergelijke uitgangspunten. waar
de situatie. de locatie goed geanalyseerd is. en
daar op ingespeeld is. Het heeft een bepaalde charme. een bepaalde eenvoud. die ons heeft aangesproken. Verschillende soorten typologieën
zijn gehanteerd. een eiland als eenheid. als een
soort onderlegger. dat toch volledig blijft ... maar als je dan begint te kijken naar perspectieven van het geheel. vraag je je af: is dat überhaupt iets nieuws. is dat wat je wilt: in feite gewoon een repetitie van waar dit hele land al mee vol zit. (A.B.)
...ik zie daar een aantal ruimtes waar ik best 'wel eens in zou willen zitten. want dat beleef ik
ergens anders niet ...
Een van de kwaliteiten van jullie project is het feit dat. stedebouwkundig gezien. jullie met decors werken. Wat jullie doen is een bepaalde ruimte maken met kamen. met decors van
gebouwen. als je hier tweemaal langsgelopen bent dan verandert dat niet meer. Ik vind dat een soort verarming in dit project die niet natuurlijk is voor de architectuur. Architectuur is niet zo arm. architectuur is niet een dillg. een gevel die
een bepaalde bocht maakt. en daarachter is het functioneel. daar wordt het opgelost. (R.B.)
Het is wel bouwbaar. maar het maakt gebruik van een bepaalde vormentaal. van een bepaalde techniektaal. die op de twintiger. dertiger jaren gebaseerd is; op dat punt was het een uit-drukking van de cultuur. de mensen die dat soort
dingen bouwden wilden een bepaalde revolutie teweeg brengen. nieuwe waarden waren
belang-rijk. Het probleem is. als jij die vormen gebruikt
is dat dan een persoonlijke imitatie van die cultuurexpressie van die tijd of denk jij dat dat weer een uitdrukking van onze cultuur is? (R.B.)
studentententoonstell ing
26
8rienenoordeiland R'dam
Ada Pelder
R 2 (derdejaarsproject, architectuur en stedebouwkunde) bimester 3 1986
' ... die tekening met die blokken of die plaatjes die gestapeld zijn, dat is niet meer dan gestapelde plaatjes met hooguit mooie tekeningen over bouwconstructies. Het verhaaltje dat ik er bijgeschreven heb zegt wat het thema is waar de inrichting van het eiland op gebaseerd is. Dat kan ik vertellen en dat kan ook iedereen lezen. Wat ik er geschreven heb is dat het thema is dat je op dit eiland schoonheid, wijsheid en liefde voor jezelf vindt, en dat het eiland verankerd is in de directe omgeving en in Rotterdam, door te verwijzen naar gebouwen in de omgeving en gebouwen in Rotterdam. Verder hebben alle gebouwen op het eiland zelf een relatie met elkaar, ze vormen een stel of ze vormen een reeks of ze hebben een vergelijkbare functie. Dan speelt er een verhaal op de as van het eiland, van het schooltje links met dat torentje erop, wat een gebouw is dat verwijst naar het stadhuis van Rotterdam, en die as loopt naar de jonge held die over het schoudergebergte op zijn plaats terecht gekomen is, achter de bruid aan naar het stadhuis, en dan zitten er nog allerlei zijwegen in die die as verbreken, ook door het verhaal waar het op gebaseerd is. De gebouwen op het eiland hebben een bepaalde relatie met elkaar, bijvoorbeeld deze gebouwen worden naar elkaar toegetrokken en dit gebouw vormt een reeks met dit gebouw, waardoor het bijelkaar gehouden wordt en dat cumuleert in een prieeltje. Deze twee gebouwen vormen een stel, hier wordt het mannelijke zelf opgevoed voor de slechtheid van de maatschappij, hier het vrouwelijke zelf, opgevoed tot beschaving, dit is het schooltje waar de kinderen liefde voor zichzelf wordt bijgebracht en trots om het allemaal wat gemakkelijker te maken, hier zijn ambachtelijke bedrijven waar de trotse kinderen kunnen bewijzen dat ze die trots waard zijn, dit zijn de woningen voor de gezinnen, dit zijn de bejaardenwoningen waarvan het idee is dat ze een soort compartiment zijn van deze huizen, dit is een appartementengebouw, dit is een hotel, maar dat hotel zou ook een bejaardenhuis kunnen zijn, het appartementengebouw voor jongeren en voor ouderen, deze gebouwen vormen samen een geheel ten opzichte van dit gebouw, hier woont de psycholoog
en hier woont de dokter, hier ZIJn dan nog groentetuintjes, deze gebouwen, wat de relatie met de stad betreft, dit is dus een gebouw dat voortkomt of geboren wordt uit het stadhuis, dit zijn parkeergarages die de rug toekeren naar de lelijkheid van het gebied daarachter, en verwijzen naar het voetbal-stadion, dit is het huis van de heks omdat ik daar toen het idee van had dat die de waarheid in de gaten zou kunnen houden, dit is het huis van de tuinman, dit zijn drie citroen-geel geschilderde Le Corbusier huizen, citroencitroen-geel... citrohan-huizen, omdat het citrohanhuizen zijn maar ook omdat het geheel zo roze was geworden en ik eventuele Bhagwans weg wilde jagen, dit is de as met hier de bruid en hier de bruide-gom, maar hier is een draaibrug waar kapers op de kust staan die afhankelijk van de afloop van het verhaal omdraaien of niet omdraaien, dit zijn twee paarden die met hun achterwerken naar elkaar toe staan omdat ik dat vond passen in de lijn van het geheel en die stiekem samen hier het hotel ingaan, dit is de politiepost. Dit alles geschiedt onder de leiding van de grote meesteres die woont in slot Kralingen, waarvan het verhaal gaat dat de bewoonster en bewoner beurtelings op elkaars schouders staan waardoor ook hemel en aarde met elkaar verbonden zijn.'
studenten tentoonstelling We vinden het belangrijk een project te laten zien van iemand die op een wat persoonlijker,
eigen manier bezig is architectonisch onderzoek te doen en tot een plan te komen. Ik schoot een beetje in de lach in eerste instantie, dat je bij constructie gewoon hele mooie ouwe plaatjes hangt, dan denk je 'het is een grap', of 'wat zit er achter?' Als je de tekeningen gaat bestuderen kom je er eigenlijk ook niet zo goed uit. Ik vind 27
het verhaal schitterend eigenlijk, dat je die hele wereld erbij verzint, maar het staat niet op papier. Ik denk dat het heel belangrijk is om voor alles wat je nu vertelt middelen te vinden om het vorm te geven, op papier te zetten.
(M.M.)
Waar jij mee aankomt is een soort bizarre mythe die nogal te maken heeft met bepaalde psycho-logische structuren van onze gemeenschap. Ik vraag mij af: moet dat zo classicistisch, of geïdealiseerd omgezet worden, kun je niet op een gegeven moment zeggen: ik laat dit nostalgische sprookje achter, en ik ga heel precies mijn verhaal interpreteren, ik ga voor die psycho-logische situaties waar j i j het over hebt, paarden met hun achterwerken, en meisjes ... ik ben het wat vergeten, ruimtelijke situaties scheppen, die los van dit quasi-classicistische geheel ont-wikkeld worden? (R.B.)
28
Van droom tot werkelijkheid
Eric Offermans, Hiram Duyvestijnproject zonder mentor: prijsvraag RIBA 1986 bimester 3 1986
In het kader van de RIBA prijsvraag 1986 'A Last Resort' moest een ontwerp gemaakt worden voor buideldieren op een zelf te bepalen locatie. Wij hebben gekozen voor de locatie op de Leuve-haven te Rotterdam. Deze locatie vormt een onderdeel van de Maasboulevard tussen het Maritiem museum en de vuurtoren.
Het idee over wat een dierenverblijf op die plek moet zijn, vormde de basis voor het ontwerp. De uitbeelding van 'A last Resort' zoals die te zien is in de presentatie blijft hangen tussen droom en werkelijkheid. De droom is het verhaal verteld door de tekeningen.
Het vertelt van de locatie in Rotterdam aan de Maasboulevard en vervolgt met een symbolische sprong, de sprong van de natuurlijke omgeving in Australië naar de door ons geschapen omgeving, de kunstmatige omgeving. Het verhaal van de feitelijke realisatie wordt verteld door details die uit hun verband zijn gerukt en zo de droom een droom laten zijn.
Wat mij fascineert in dit geval was natuurlijk ook het thema van de prijsvraag, dat volledig
omdraaien van de nacht en dag: 's nachts neemt de dierenwereld Rotterdam over. Een soort
verovering, een soort teruggaan naar de basis, en
ook in de verbeelding komt dat tot uitdrukking.
Aansluitend, als een soort ontwaken, passeert de hele droom weer als flitsen, herinnerend aan de natuurlijke situatie, de kunstmatige situatie en het raster der gevangenschap met daarin het profiel van de miereneter, de kangoeroe en de vliegende eekhoorn als ruggegraat voor 'A Last Resort'. De werkelijkheid wordt benaderd op het niveau van het feitelijke ontwerp. Hierin wordt het hoogste verschil tussen weg en kade gebruikt als aanleiding om het 'gebouw' te zien als niet meer dan een dak met daaronder verblijfsruimten, die bestaan uit vormen, dan wel worden ingesloten door vormen. Zo zijn de houten verblijfshokken voor de kangoeroes, die constant in verbinding staan met buiten, het begin van de ruimte voor de echte nachtdieren. Deze ruimte, waar de dag- en nachtcyclus is omgedraaid, dringt door tot in de werkelijke kade en vormt de kijk- en verblijfsruimte. De functie-aanduiding wordt gevormd door de reeds vermelde ruggegraat van het ontwerp, een wand met het profiel van een miereneter, een kangoeroe en een
vliegende eekhoorn.
studentententoonsteil ing Hier is aan de ene kant een soort filosofisch uitgangspunt maar aan de andere kant weer de valkuil van het ontwerpen. toch verlangen naar het ontwerpen. het duidelijk maken van die ruimte. waar de kassa is. waar je binnengaat. waar de ontvangstruimte is ... ( A.B.)
Ik vond dat daar een heel direct probleem was tussen de vervreemding die gepoogd is tot stand te brengen met die rasterstructuur. En dan plotseling een plattegrond plan net je dat laat zien dat het toch wel realiseerbaar is. dat je toch een bepaald gebouw daar wil realiseren. Ik heb het gevoel dat er wordt gezocht naar een ietwat alternatieve interpretatie van het programma. en inderdaad die vervreemdende werking. Toch moet het dan gebouwd worden. en dan is het gevaar dat als je die situatieplannen maar genoeg verdraait dan ziet het er alternatief of anders uit. Het project blijft er een beetje tussenin hangen. maar ik vind dat juist het positieve. ik vind dat juist goed àls een studenten project er een beetje tussenin blijft hangen: je hebt een droom. het moet ook gerealiseerd worden. je blijft er tussenin hangen. Ik geloof ook dat je moet accepteren dat je dat nooit helemaal zo kunt oplossen. (R.B.)
Sofronia
Nicole Jacobs, Peter Giljam, Taco SiIIem, Antoni Folkers
project zonder mentor: openbare ideeënprijsvraag 'de gevonden polder', de stad Rotterdam als fenomeen
In de polder wordt gevonden, in overdreven en vervreemde vorm, wat de stad Rotterdam mist en in het verschiet mogelijk extra nodig heeft. Uitwisseling van het versnelde leven, tussen mensen, individuen en groepen onderling ligt hieraan ten grondslag.
Voorts: Romantiek, Stilte, Anarchie, Geconcentreerd Genoegen en Geschiedenis tegenover Rationaliteit, Roestige Anker-kettingen, Orde, Ploegendienst en het Bombardement.
Deze uitwisseling vindt plaats in 'n gefragmenteerde tijdelijke stad die per seizoen afgebroken en opnieuw opgebouwd wordt
door de geïnteresseerde stedeling, de schaakclub, de bank, Q 8,
de hondensport en de wereldburger.
Haar toevallige, maar wel voortdurende tegenhanger is het
geconcentreerde, over de polder uitgestrooide genoegen.
Jullie werken met verschillende realiteiten en komen dan bij het probleem: hoe verbind je die? Een heel oud architectonisch probleem. Als je een veld schept op deze manier waarin je bepaalde verbindingen tussen twee realiteiten wil scheppen, moet je twee dingen doen: ten eerste moel je een bepaalde taal gaan spreken, een bepaalde architectonische notatie gaan uitvinden
waa."mee je verschillende elementen kunt
combine,'en. Ten tweede: hoe definieer je de
rand, wat voor een architectonische waardr:
krijgt die rand en daar is dit project nog niet mee bezig. Want is die rand het begin van een andere realiteit of zegt die rand: in dit gebied
komen twee ervaringswaarden samen? (R.B.)
Jullie werken inderdaad met bepaalde droom-beelden, want hoe kun je anders verklaren dat je die olieraffinaderij- dingen eroverheen legt? Het grootste probleem is dat je het model onmiddel-lijk omzet in een realiseerbaar ding, een project als dit moet je voor een tijdlang blijven opvallen als bestaande uit een bepaalde, inder-daad literaire ervaring die getransformeerd is. (R.B.)
studentententoonstelling Ik vind dit een heel fantastisch plan omdat het al mijn beelden van ROllerdam over elkaar heen legt en in de meest lellerlijke zin verbeeldt wat ik me er bij voorstel. (K.R.)
Ik vond het heel mooi hoe je die polder weet te isoleren uit de stad, als het ware uitsnijdt, stedebouwkundige grenzen exact vastlegt, de ruimte vrijmaakt, onder de spoorbanen door; maar als je Calvino neemt als boek, als literair gegeven, dan krijg je het dilemma: hoe moet je dat gaan verbeelden? (W.M.)
32
Managua
Hilde Blank, Lutgart Gijsenbergs, Winy Maas S 2/S IO( derde/vierdejaarsproject stedebouwkunde) bimester 1 1985
Orde & chaos 1
Managua in Nicaragua
Een stoffige stad die wordt opgezadeld met grote aantallen mensen van het platteland hun heil zoekend in de stad
- op het land is slechts voor enkelen geld te verdienen en de oorlog laat contra's over de landerijen razen
-6%
is de groei per jaar
en krottenwijken woekeren chaotisch de lege plekken vol, verstoppen de wegen, verwoesten de maïsvelden
maar
nieuwe bedrijfjes ontluiken
mangoventers, wassers, naaiers, en de oudste krotten krijgen verdiepingen
worden langzaam van bouwsel tot bescheiden paleis
een structuurplan
het kan het grootste deel van zijn kleine budget terecht laten komen bij deze 'barrio's'
niet om ze weg te bulldozeren en keurige rijtjes ervoor in de plaats te zetten met westerse rioleringen die verstopt raken door gebrek aan onderhoud maar
voor en pomp, een latrine, vruchtbomen, een loods in iedere gegroeide barrio
op inzicht van zijn bewoners
raster voor raster
de patronen van de stad worden aangezet laagje voor laagje
Hier gebeurt iets totaal anders dan in alle andere projecten, vooral ook omdat de tekst voor het eerst niet weer toelichting is maar de tekst wordt zelf het programma. Het gaat over een kapotgemaakte stad en over de littekens van die stad. Zij hebben een manier van tentoonstellen gezocht waar ze inderdaad verschillende lagen letterlijk over elkaar leggen. Je krijgt hier een direct geologisch probleem: op het moment dat je
orde & chaos 2
en de rest van het geld? de stad kent
littekens in het woekerende weefsel der barrio' scheuren van de aardbeving van 1972
studenten tentoonstelling een gescheurde stad krijgt krijg je dus een hele fundamentele verandering van je architectonische basis; als je een huis bouwt dan ga je er van uit dat de grond hetzelfde blijft, op het moment dat die gaat scheuren is dat hele fundament weg. En ik geloof dat dat een volgende stap zou moeten zijn in dit project. (R.B.)
lijnen waarlangs de bodem weer opengereten kan worden plaatsen waar niet gebouwd màg worden
ze geven grenzen aan de groei van de barrio's grenzen aan de chaos
ze geven ruimte voor plantages bossen ranches parken
waar voormalige boeren stadsboeren worden dijkjes het water tegenhouden en de erosie bomen zijn voor koelte en verfrissing voedsel voor stad en export groeit voeding
en op de randen nestelen zich de overslagbedrijfj de markten
~~~::~;~~~~~~~>-..J.~_::~~
de wegen naar het plattelandde spoorlijntjes ~
ze vormen de wanden voor de scheuren
de fallas scheuren
als lange grillige stroken dwars door de stad
vanaf de bergen in het zuiden tot het lage meer in het noorden
van boven naar beneden tot ontwikkeling komend, elke falla
zijn eigen door bodem en omgeving bepaalde
de falla met de bossen
met de kokosplantages met de maïsvelden
de ananassen, de bananen
met het stadspark en de openbare gebouwen
34
De gelaagdheid in analyse en in oplossingen is hier letterlijk en figuurlijk aangegeven. Maar waar is de creativiteit één van die lagen echt te laten bewegen, beven in dit geval, wat gebeurt
er dan? Bij het verder brengen van dat geo-logisch fenomeen, in de stadsstructuur, in het structuurplan hebben jullie weer op de rem gestaan. En dat vind ik jammer want hier is bevestigend doorgegaan, een plaatje boven een
Orde & chaos 3 --"'_L--"'· en het hart van de stad
het epicentrum van de bevingen ze blijft kaal
leeg
plaatje boven nog een plaatje, er ontstaat een structuur en een structuurplan en een stad, maar op welk moment vervormt één van die lagen de laag daaronder volledig? Daar is niet op ingegaan en dat vind ik jammer, ondanks de potentie die aanwezig was. Hier is toch een soort van zekerheid van bestaan op de aarde, die blijft zoals hij is. (A.B.)
overwoekerd door mango's, de boomgaard van de stad en in hun midden de gebouwen die bleven
staan door hun westerse fundatietechnieken de banken, regeringsgebouwen en kathedralen het hart van de stad als een groot park (geen geld en moeite als in Rotterdam) doorsneden door oude paden
restanten van het koloniale grid en aan de randen dringt de stad zich op worden wanden met gokhuizen, hotels, bordelen en ze beziet de stad vanuit de hoogte
controleert de leegte leegte
die zich vult met manifestaties van democratieën en andere regimes
Orde & chaos epiloog het ontwerp voor een stad op alle lagen bleek ze geschud
tot een' schijnbare chaos aan belangen ontoegankelijk leek ze
of beter: op alle plaatsen toegankelijk . ' . '-' -:... . . . . _---. .LJ...
scheuren hebben haar doorkliefd
2 1 > '
versplinterd
tot scherfjes op een matras
en vormen aldus de uitweg ..
...j ./
uit de chaos • . /
···<"'~·4
het ontwerp voor dé stad36
... tijdens een wandeling vind je een blad: je vindt het mooi, het spreekt je aan, je neemt het mee, speelt ermee, pakt het op, neemt het mee naar huis, of gooit het een paar kilometer
verderop gewoon weer weg. Dat mee laten
sleuren, dat spreekt mij aan ...
... je moet lezen, je moet luisteren, je moet
kijken, wat zijn de nieuwe denkvormen vandaag,
wat is de nieuwe filosofie; het nieuwe theater,
de nieuwe schilderkunst. Als architecten moeten
we ons afstemmen .. to tune .. op nieuwe culturele
denkbeelden die slapend in onze samenleving
voorkomen ...
... je voelt het verlangen om tot in het detail, tot
op de kolom, de draadnagel nauwkeurig alles erin
te stoppen wat je aan sfeer en beelden in dat
gebouw wilt suggereren. je wilt het gebouw als het ware beheersen ...
... dat is waar ik zelf van droom, dat vanuit hoe iedereen nu bezig is er toch weer een consensus ontstaat, een eenheid. Elke architect staat altijd
op het kruispunt van verlangen naar de toekomst
en een weemoed naar het verleden ...
... ik denk dat als je het hebt over hoe er morgen over architectuur en bouwen gedacht zal worden, dat een van de denkbare richtingen niet is het opnieuw profileren van de ideeën over ruimte
zoals die in de eerste helft van deze eeuw
ontwikkeld zijn, maar vooral naar ideeën die
samenhangen met beweging. Wij zijn oneindig
mobieler, maken in ons leven oneindig meer kilometers ...
Ir. A. Bhalotra studeerde architectuur in zIJn geboorteland India. Na omzwervingen kwam hij terecht in Nederland en werd gastdocent aan de Technische Hogeschool Delft. Hij is ver-bonden aan het bureau voor ruimtelijke ordening en archi-tectuur Kuiper Compagnons.
R.Bunschoten, afkomstig uit Nederland studeerde aan de Eidgenössische Technische Hochschule in Zürich, aan de Cooper Union School of Art and Architecture in New York en aan de Cranbrook Academy of Art in Michigan. Hij werkt als unit-master en technical tutor aan de Architectural Association School of Architecture te Londen.
W. Maas volgde de opleiding Landschapsarchitectuur in Boskoop .
Nu studeert hij architectuur en stedebouwkunde . aan de
Technische Universiteit Delft.
Ir. M. Min studeerde aan de Technische Hogeschool Delft. Hij
werkte samen met Haus Rucker co. en wil net als deze groep oorspronkelijk Weense kunstenaars bezig zijn op het grens-gebied van architectuur en beeldende kunst. Samen met beeldend kunstenares J. Min-Kauffmann vormt hij het bureau Min 2 Produkties .
Prof. ir. K. Rijnboutt studeerde aan de Technische Hogeschool
Delft en startte zijn loopbaan bij de dienst Volkshuisvesting te Amsterdam. Hij maakt deel uit van architectengroep Loerakker Rijnboutt Ruyssenaars en is sinds kort hoogleraar architectuur aan de Technische Universiteit Delft.
De studentententoonstelling is niet bedoeld als wedstrijd. Het gaat er niet alleen om de meest briljante of de meest excentrieke plannen te selecteren. Je moet de projecten ook binnen hun tijd bekijken, proberen categorieën te maken. Er zijn allerlei soorten projecten tentoongesteld; projecten die tot doel hebben iets te onderzoeken en dat onderzoek na een poosje neer te leggen, projecten waarbij de ontwerper datgene wat hij bewondert, wat hij geanalyseerd heeft, door zijn ziel heeft laten gaan heeft verwerkt in zijn ontwerp, en projecten die kennelijk beogen een oplossing te geven in die zin dat ze bijna realiseerbaar zijn.
Opvallend is de gigantische verscheidenheid, zowel aan presen-tatiemateriaal als aan ideeën. Vaak wordt dat goed genoemd, maar het is nog maar de vraag wat dat op den duur gaat opleveren. Het is bovendien belangrijk inhoud te scheiden van presentatie. Er is een enorme routine op het gebied van presentatie te zien op deze tentoonstelling, wat positief is, maar een presentatie mag geen verdoezeling zijn van armoede aan ideeën.
Er is nu meer ruimte voor verschillende ideeën binnen de opleiding Bouwkunde. Alles kan, alles mag, vergeleken met een aantal jaren geleden zijn er nauwelijks taboes meer. Er is dan ook een grote verscheidenheid aan benaderingen: er zijn 'studieplannen' en' gebouwen plannen' , grammatica-oefeningen en copieën, frisse plannen uit de propedeuse en hele saaie uit het vierde jaar.
. .. je komt op de Technische Universiteit met achttien, negentien jaar ervaring als gebruiker van architectuur, je gaat beelden oproepen vanuit de ervaring, het gebruik, je hebt nog geen ervaring met tekenen, ontwerpen ... (M.M.)
stud enten tentoon st e 11 i ng
Het woonhuis
... dat mi) aansprak omdat het heel eenvoudig is, omdat allerlei wetmatigheden onderzocht worden. Er is gestudeerd, op een heel vrije manier ont-worpen, niet vanuit een stijl maar vanuit een eigen beleving ...
38
ontspanningsbad
... deze tekeningen zijn heel mooi, heel precies, en er is veel geleerd om daar te geraken, maar ze missen een beetje aan frisheid. Hier ook de kritiek: het is te modieus, geleend, te veel tijd-schriften bekekell ...
... dit project is de droom van iemand die fris van de middelbare school op een vakschool komt; de droom van een huis. Dit is wat je de eerste twee weken doet, daarna zeg je: goed, clean the poison out of your blood, je moet het bloed ver-nieuwen ... (R.B.)
Waar staat de leraar, wanneer wordt dit gestopt? Wanneer wordt gezegd: 'dit is een droom?'
Wat is het doel van de opleiding, vraagt de Delftse opleiding om zulke banale droombeelden? Veel derde- en vierdejaars-studenten aan de faculteit Bouwkunde zijn nog steeds in die droom verstrikt. Wanneer begint het 'zoeken', wanneer begin je je af te vragen: 'wat doe ik hier eigenlijk, wat wil ik, wat is architectuur?'
... bij ouderejaarsprojecten voel je het verlangen tot op het detail, tot op de kolom, de draadnagel nauwkeurig, alles erin te stoppen wat je aan sfeer en aan beelden in dat gebouw wilt suggereren, je wilt het gebouw als het ware beheersen. In die zin vind ik het prachtig wat hier tentoongesteld is ... (W.M.)
spontaniteit en ervaring
... als je groeit moet je oppassen dat je niet zo in de verdrukking raakt dat de spontaniteit teloor gaat. Ik pleit voor verticale ateliers, spontaniteit en ervaring kunnen van elkaar leren ... (K.R.)
Is dit een school van 'scholen', stromingen? De afgelopen jaren zijn er meer stagnaties dan stromingen te signaleren en die spreken dan ook duidelijk uit de hier tentoongestelde projecten. Een zekere opening, die toch ergens voelbaar aanwezig is uit affiniteit met of liefde, zorg voor het vak wordt vrij snel dichtgetimmerd.
... wij hebben normen, wetmatigheden geleerd, hebben geleerd normatief te
denken, dingen als ruimtelijkheid,
meerwaarde, terug te brengen naar de
functionaliteit. .. (A.B.)
Hoewel er voor de haalbaarheid van een project meer nodig is, wekt een aanpak, houding ten opzichte van een ontwerp, die
getuigt van liefde, affiniteit altijd sympathie op. Als ontwerper
ben je het middelpunt van het ontwerpproces, samen met het thema waar je mee bezig bent: duik je volledig in dat onder-werp, laat je je erdoor overspoelen? Welke houding neem je daarin aan? Geniet je ervan of houd je het tegen?
... als je een keer
wanneer stop je
dicht? ... (A.B.)
een deur opengooit,
dat, maak je die
.. .ik mis een houding, filosofie bij de meeste plannen. Bij dit project bijvoor-beeld een houding ten opzichte van ontspanning. Is alleen het laten functio-neren van een zwembad voldoende? Er is een zwembad dus je moet wel ontspan-nen? ... (A.B.)
Vaak heerst er in een ontwerp een conflict tussen enerzijds uitgangspunten, functionele analyse, het functioneel opbouwen van een ontwerp, en anderzijds spontaniteit, fantasie, creativi-teit, persoonlijke inbreng. Die aspecten botsen voortdurend met elkaar. In het begin van het ontwerpproces, de functionele analyse, ben je al bezig te bedenken hoe je ontwerp zich straks gaat manifesteren, en dat zodanig te onderbouwen dat de ruimte die je creëert idealistisch gezien volledig voldoet en volmaakt is voor de voorbedachte functie ervan .
... bij dit project gaat het om de
beheer-sing van de elementen, het omgaan met
woonblokken, woon typologie,
ruimte-soorten ... het scheppen van een ruimtelijke
eenheid. Het is heel duidelijk uitgevoerd, wel wat braaf, beheerst. De locatie is geanalyseerd en daar is op ingespeeld.
studentententoonstel(ing
De naam van het huis ... dit noem ik geen experiment. geen fantasie, maar alledaagse realiteit die hier naar voren komt. Het zoeken naar een middelpunt dat het wonen wordt maar niet samenvalt met het geo-metrische middelpunt van de circel, die spanning tussen de filosofie van het wonen en de ruimte van de circel en het vierkant, de functionaliteit van de meerwaarde van dit plan heeft mij gefas-cineerd ...
Olltspanllingsbad
IJ-eiland A'dam
40
Brienenoordeiland R'dam
... en letterlijk een soort materialisatie van een bepaalde vorm van literatuur, die in dit geval natuurlijk al behoorlijk architectonisch is ...
Sofronia
... dat is nog niet begonnen in dit project, want is die rand het begin van een andere realiteit of
zegt die rand: in dit gebied komen twee erva-rinKs werelden samen? ..
Het heeft een bepaalde eenvoud, charme, die ons heeft aangesproken ... (A.B.)
mythe en beheersing
... dit is een soort bizarre mythe, die te maken heeft met psychologische struc-turen van onze samenleving, maar moet
dat zo geïdealiseerd, classicistisch
vertaald worden in een ontwerp? Is er niet een moment waarop je moet zeggen: 'ik laat nu dit wat nostalgische sprookje
achter, ik ga heel precies mijn verhaal
interpreteren, er ruimtelijke situaties voor scheppen'? Je moet die ideeën die je hebt
ook vorm kunnen geven, in beeld
brengen ... (R.B.)
Aan de ene kant staat een soort filosofisch denken, uitgangs-punt, aan de andere kant toch het verlangen naar ontwerpen, het duidelijk maken van ruimte. Vaak wordt een model te snel
omgezet in een realiseerbaar ontwerp. Misschien moet je als
student een project een tijdlang blijven opvatten als een uitwerking van een bepaalde opvatting. Als dingen uit de realiteit, die door je herinnering, je droom zijn gegaan terugkomen via jouw hand als architectonische objecten, dan
zijn ze veranderd, getransformeerd. Die transformatie moet je
bestuderen.
droom en realisatie
.. .ik doe op dit moment met mijn studen-ten in Londen een project over de Markerwaard als droom, niet als reali-satie. Je schept in een gebied een andere, tweede realiteit. Daarvoor moet je een
bepaalde taal spreken, een bepaalde
architectonische notatie uitvinden; en
probleem van de rand van het gebied: wat voor architectonische waarde krijgt die rand, hoe definieer je die? ... (R.B.)
.. .ik vind het juist wel goed dat een studentenproject een beetje tussen droom en realisatie blijft hangen. De meest fantastische architectuur in de realiteit doet juist dat; het maakt het mogelijk dat je bepaalde ervaringen op een ander niveau bekijkt. Je moet accepteren dat je dat nooit helemaal kunt oplossen, die tegenstrijdigheid ... (R.B.)
Die 'vonk' bij het ontwerpen, associaties, dat zijn allemaal vage begrippen, maar ze moeten toch gehanteerd worden, er moet toch bewust mee omgegaan worden.
de schaduw van de grootmeester
Als je je tijdens je studie laat inspireren door ideeën van anderen, werk van andere architecten bestudeert, verder denkt in hun denktrant, moet je je ook bezig houden met het wordingsproces van hun denken: hoe zijn zij tot die manier van ontwerpen gekomen? Zoek dat uit, probeer dezelfde weg af te leggen, misschien op een snellere manier; je kunt het nooit op dezelfde manier doen .
... moet je bestaande plannen niet eerst
letterlijk bestuderen voordat je ze
verwerkt? Het analytische deel moet
duidelijk zijn, het wordt anders een soort onbegrepen icoon van invloed, een soort cartoon ... (R.B.)
Een interpretatie geven van bestaand werk kan een zinnig studie-onderdeel zijn, maar het komt helaas binnen de faculteit zelden aan de orde.
... Hertzberger zei altijd dat je een soort meesterdief moet zijn. Ik vind dat te
sluden/en/en/oons/elling
41
Tussen droom en werkelijkheid
42
ongenuanceerd, ik vind wel dat je heel goed om je heen mag, moet kijken, dingen mag gebruiken. Venturi heeft bij Kahn gestudeerd en zegt: ik heb zijn paard gebruikt maar ben er een andere kant mee uitgereden ... (M.M.)
Er heerst een angst, onzekerheid, terughouding ten aanzien 'Van beïnvloeding, overname van anderen. Dat mag niet, dat is plagiaat. Die puriteinse denkwijze is het vak ergens in de loop der tijd binnengekropen. Het is juist goed dat vergelijkingen gemaakt worden, dat is een zekere verrijking .
... Tijdens een wandeling vind je een blad; je vindt het mooi, hèt spreekt je aan, je neemt het mee, speelt ermee, pakt het op, neemt het mee naar huis of gooit het een paar kilometer verderop weer weg. Dat mee laten sleuren, dat. spreekt mij aan ... (A.B.)
.. .in de Indiase muziek zie je dat je van elkaar moet leren om iets verder te brengen. Een bepaald thema, een bepaalde
klank, wetmatigheden. Dat is geen
schande, integendeel, je moet met de bestaande ritmes blijven improviseren. Wat is plagiaat? Wat is dat, de schaduw van de grootmeester? .. (A.B.)
Het is belangrijk dat je de middelen gebruikt maar dat je je die ook eigen maakt en niet alleen een collage maakt van dingen die je leuk vindt.
inspiratie
.. .ik denk dat invloed, inspiratie uit
literatuur, kunst, theater, film en
elkaar komen in ons vak, dat fascineert mij ook ... (A.B.)
Is dit een opleiding die naar de cultuur leert kijken? Als architecten stemmen WIJ ons nog steeds af op culturele
denkbeelden die, als het ware sluimerend nog, al in onze gemeenschap voorkomen. Dat betekent dat je niet alleen maar bepaalde stijlprincipes moet imiteren maar dat je moet lezen, je moet luisteren, je moet kijken, wat zijn nieuwe denkvormen vandaag, wie praat over nieuwe filosofie, wat is het nieuwe theater, wat is de nieuwe schilderkunst; daarvan is bijna niets terug te vinden in het werk dat vandaag gepresenteerd is .
... de renaissance heeft haar themata
overgenomen van de klassieke oudheid, zoals zij die interpreteerde, maar dat
werd gestructureerd door bepaalde
filosofische denkvormen en daardoor werd het dus nieuw, geen herhaling. Het was in feite een Middeleeuwse gemeenschap die plotseling nieuwe denkvormen begon te
ontwikkelen en de thematiek van de
klassieke oudheid nam om die
denk-beelden, die voor haar nieuw waren te
laten kristalliseren ... (R.B.)
.. .ik denk niet dat de cultuurfilosofische waarden die aan de functionalistische vormentaal ten grondslag lagen ... kolommen om meer glas te krijgen .. .ik geloof niet dat dat nu nog normen zijn van onze cultuur, ik geloof dat er langzamerhand
andere normen zijn ontstaan, ik kan je
niet vertellen welke, ik zoek zelf ook ... (R.B.)
de universele waarheid
Architectuur is altijd een vorm geweest ,'an kristallisatie van denkvormen van de cultuur, het is altijd avantgardistisch
stud enten tentoon st e II i ng
IJ-eiland A'dam
... het is wel bouwbaar, maar het maakt gebruik
van een bepaalde vormentaal. een bepaalde
tech-niektaal uit de dertiger jaren; op dat punt was
dat een uitdrukking van de cultuur. de mensen
die dat bouwden wilden een soort revolutie
te-weeg brengen. nieuwe waarden waren belangrijk.
Als jij dat gebruikt is dat dan een persoonlijke
imitatie van die cultuurexpressie van de dertiger
jaren of denk jij dat dat weer een uitdrukking is
van onze cultuur? ..