• Nie Znaleziono Wyników

Scheepstrillingen: comfort is nummer één

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Scheepstrillingen: comfort is nummer één"

Copied!
5
0
0

Pełen tekst

(1)

TECHkHSCHE UJVL$flW

I.aboratoriUm voor ScheepshydrOmechaflt rchlef Mekelweg 2, 282B 12

cf-- ,--AP

Wanneer men erin zou slagen het trillingsniveau aan boord van koopvaardijschepen zodanig laag te krijger dat de bemanning geen reden tot klagen meer heeft, dan zal in het algemeen 00k de materiële schade die door trillingen veroorzaakt wordt, Jaag blijven. Dit komt omdat de mensen in het algemeen gevoeliger voo

triilingen zijn, dan de coñstructie en de meeste apparatuur.

it het feit dat de voorzitter

van de Koninklijke Neder-landse Redersverenigjng (KNVR) onlangs stelde dat

trillingen de derde

schade-post aan boord van schepen vormen

[11, kan geconcludeerd worden dat het

I ook voor de bemanning geen pretje is aan boord van dergelijke schepen te

moeten leven.

Trillingen zullen steeds gepaard gaan

met geluid of lawaai, niet alleen omdat zij lawaai produceren, maar in belang-rijke mate ook omdat trillingen en

ge-luid dezelfde bron hebben. Daarom

moetin hetontwerp van een schip aan-dachtaan beide verschijnselen besteed worden.. Meestal zal een pakket

niaat-regelen, dat gunstig is voor het ene

ver-schijnsel, ook gunstig zijn voor het

an-dere, al is bet soms alleen maar. omdat de totale hinder vermjnderd is. De hoofdbronnen van trillingeneri

ge-luid.zijn de schroef en de hoofdmotor. De schroef werkt niet alleen als bron

doordat het een eindig bladaantal

heeft. maar ook omdat een

schroef-blad, werkend in het ongelijkmatige volgstroomveld van het schip. in de toppositie het ongunstigst aange-stroomd wordt en daardoor op de huid,

viak erboven. voor grote variaties in

het drukveld zorgt.

In het uiteindelijke niveau van hinder door trillingen en geluid spelen ook de

zeegang en operaties in ijs een rol. Ook bij slepen worden de trillingen ver-hoogd en eveneens verhoogt de

aan-0341 L2 0490

Scheepstrillingen:

fort is nummer één

g ¿ ¿ i

Prof. dr.. ix. S. Hylarides

De auteur sWetenschappeli(k medewerker van het

Maritiem Research lnstituut Nederlartd (MARIN) te Wageningen en is buitengewoon hoogleraar Scileepstrillingen bu de Vakgroep Scheeps- en Offshore

Constructie en Produktue van de Fáculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek van de TU

Del ft.

Dit artikeliseen redactionele bewerking van de lezing die de auteur hieldopde Dynamica-dag van de Afdeling

Mechanica van hetKivi, op 20april 1989te Delft.

roei van de huid bet trillingsniveau. Tevens zijn hulpmotoren een bron van

- gemakkelijker te beheersen - (ge-luids)hinder. Hoewel deze aspecten wel in het ontwerpvan een schip

mee-genomen dienen te worden, worden ze hier niet verder apart behandeld. Het niveau van trillingen en geluid bij de oritvanger is aanvaardbaar te hou-den door de beheersing van de

hoofd-bromen (de schroef en de hoofdmo-tor), door het toepassen van

isolatie-technieken en door het voorkomenvan lokale resonanties. Door de

ingewik-keldheid van de construct jeen door de

beperkingen in de besteedbare

midde-len i.s men meestal genoodzaakt orn

be-naderingsmethoden te gebruiken. Dit verhindert echter niet dat er met rede-lijk succes een aanvaardbaar.tr.iJlings-niveau gerealiseerd kan worden. Wel dient men hiermee bij een nieuw

pro-At b. i Plaats van de meetpunten en de excitator

ter bepaling van de resonanties van de scheeps-romp [21. (AP = after perpendicular: FP =

for-ward perpendicular: = length between

perpen-diculars).

Exciter

Exciter

O meerpunt pp.

ject, van meet af aan rekeningte hoI

den. Correcties naderhand. zijn nod loos duur, kunnen slechts beperkt ui

gevoerd worden en zijn daardo

meestal niet erg effectief.

Het recente verleden

Met de komst van computersen ve: fijnde analyse-apparatuur is de ontwil keling van de kennis over scheepstri lingen in een stroomversnelling gek

men. In de jaren zestig en zeventig ve:

schenen talloze publikaties over niel..

we resultaten. Als voorbeeld zulle

wat resultaten van het ISSC, het Inte:

national Ship and offshore Structur

Congress en van het ISO (Enternatic nal Standardization Organization) bc handeld worden.

De jaren vijifig en zestig

En de jaren vijftig en zestig was me

zeer geïnteresseerd in het onderzoe

naar resonarities van de scheepsromç omdat men geloofde hierin degronc

oorzaak van de trillingsprobtemen .

zullen vinden. Met name in Japan hee:

men ceri zeer uitgebreid en svstem

tisch onderzoek verricht naar de eigen frequenties van scheepsrompen [2J Daartoe werd op het schip opeen stevi

ge furidatie een excitator geplaatst di

bet schip in verticale of horizontak

dwarstrillingen bracht. (afbeelding 1) De responsies werden als functie var

de frequencie op het voor- en het

ach-terschip geregistreerd. Bij de resonan-tiepieken werden vervolgens over dc

scheepstengte de trillingen gemeten ter

bepaling van de trilvorm. Ook werden de eigenfrequenties van de scheeps-romp berekend. Hiertoe werd de scheeps-romp voorgesteld als ceri niet-homogene

balk waarvan de eigenfrequenties met de toen beschikbare rekentechnieken berekend konden worden. Vergelijkt

men de berekende eigenfrequencies

met de gemeten eigenfrequenties. dar

blijken met het toenemen van het

aan-tal knopen in de buig-trillingsvorinen de berekende eigenfrequenties hoger uit te 'vallen dan de gemeten waarder (afbeelding 2). De oorzaak hiervan I:

De Ingewenx - nr. 11 (november 1989

III

. L

I FP

(2)

de zogenaamde shear lag of 'meedra-gende breedte'. Dit is het verschijnsel dat door afschuifspanningen de buig-belasting in dek- en hodemplaten in de

buiken, naar de dwarskrachten in de zijwanden in de knopen van de

tril-vorm getransformeerd moet worden.

Het meenemen van dit verschijnsel

verklejnt de verschillen tussen de bere-kende en de gemeten eigenfrequentie aanmerkelijk (de bijna horizontale lijn

a in afbeelding 2) ['3J.

Een ander aspect dat door de balkme-thode niet impliciet meegenomen

wordt, is het effect van de

eigenfre-quenties van belangrijke lokale delen op de eigenfrequenties van de

scheeps-romp. Aan boord van een bepaald

schip zijn twee vierknoops verticale trilvormen met twee duidelijk verschil-lende eigenfrequenties gemeten. De oorzaak hiervan bleek te zijn dat de

bo-dem van bet ruim vòòr de machineka-mer een eigenfrequentie had tussen de

twee gemeten vierknoops

eigenfre-quenties van de scheepsromp [3]. Dit soort problemen van 'meedragen-de breedte', van eigen- frequentiesvan

belangrijke onderdelen van het schip. maar cok het effect van het omringen-de water op omringen-de trillingen van het schip

en de eigenfrequenties, zijn met

aan-passingen van de balkmethode te

ver-mijden. Met de elementenmethode ge-beurt dit echter impliciet bij voldoende detaillering.

De jaren zeventig

In de jaren zeventig begon men zich te realiseren dat veel extreme trillingen aan boord van schepen veroorzaakt

werden door buitensporig hoge

krach-ten, opgewekt door de schroef op de

romp en niet door resonanties van de

scheepsromp [4.5]. Elk schroefblad dat

de romp passeert. oefent een

verande-ring van de druk op de scheepshuid uit.

De grootte van deze verandering hangt samen met de schroefgeonietrie en met

de belasting, maar ook - en vaak in zeer

belangrijke mate - met her gedrag van

de cavitatie op het schroefblad, wan-neer dit zich in het gebied van de bo-venste positie bevindt. De ervaring is

dat door verschillende omstandighe-den de veranderingen in de variaties

van de krachten op de huid vlak boyen de schroef tot tienmaal hoger kunnen

zijn dan de krachten die optreden als de schroef niet caviteert (afbeelding 3).

Veel elementajr onderzoek is verricht orn het inzicht hierin te verdiepen.

Een andere ontwikkeling in de jaren

zeventig was het bouwen van grotere en snellere schepen. Men was toen niet meer in staat orn vanujt de bestaande kennis schepen te ontwikkelenen men

Afb. 2 Lineaire presentatie van de verhouding tus-sen de berekende (f) en gemeten (fm) eigent re-quenties voor verticale romptrillingen [3].

zag zich gedwongen orn door

gedetail-leerde berekeningen en

proefnemin-gen op dit nieuwe gebied kennis te ver-gare n.

Eveneens in de jaren zeventig werd er in ISO-verband aandacht besteed aan de evaluatie van het trillingsniveau aan

boord van schepen. Men vergeleek de

reeds beschikbare standaarden.

ont-wikkeld door classifïcatiemaàtschap_ pijen, onderzoekinstituten, enzo-voorts. Men verzameldeeen groot aan-tal meetresultaten waarvooreen

kwali-ficatie van het trilllingsniveau beschik-baar was in de geest van 'geen kiach-ten', 'weinig klachkiach-ten', 'veel klachkiach-ten', en verdeelde ze in horizontale en verti-cale trillingen. Op basis van deze

pre-sentaries werden banden aangegeven die de niveaus van klachten ongeveer

bestrijken. Deze banden werden ver-volgens vergeleken met de reeds

aan-wezige beoordelingstechnjeken.

waar-uit ten slotte het in 1987 waar-uitgebrachte

definitieve voorstel van het ISO te

voorschijn kwam (afbeelding 4). In wezen vermelden deze ISO-richtlij-nen twee beoordelingscrjteria. De eer-ste. de laagste, kan beschouwd worden als het ontwerpniveau, de bovenste als de uiterste grens aan boord van sche-pen rijdenseen proeftocht. Fen derge-lijke proeftocht moet daarbij

boyen-dien aan nauwe specificaties [7]

vol-doen.

Omdat de oorspronkelijke meetresul-taten, waar het diagram van afbeelding 4 op gebaseerd is. met vrij eenvoudige apparatuur verricht zijn, zoals mecha-nische trillingsopnemers van het type Askania met een tijdsregistratieop

pa-pier, en omdat men de beoordeling

ha-seerde op de zich herhalende

piek-piek-waarden, is dit diagram met de huidige mogelijkheden van

elektro-nisch meten en verwerlcen niet meteen bruikbaar. Deze zich herhalende maxi-mumwaarden van de

trillingsamplitu-den, die vrij regelmatig in het signaal

teruggevonden werden. zijn door het

ISO de zogenaamde 'maximum

repeti-tive values' (of de zich herhalende

maximumwaarden) van de trilling ge-noemd en vormen de basis waarop de grenzen in afbeelding 4 overeengeko-men zijn.

Bij de spectraalanalyse van een

enigs-Zins onregelmatig signaal. verkrijgt

men per frequentie de gemiddelde

waarde van de variërende amplitude

en daarrnee een onderschatting van de zich herhalende maximumwaarde van

de trilling. 0m dit effect te voorkomen heeft het ISO een conversiefactoringe-voerd waarmee de resultaten van spec-traalanalysen verrnenigvuldigd moeten worden. De waarde van deze conver-siefactor CF is op 1,8 gesteld.

Dit betekent echter dat voor regelmati-ge trillingssignalen bet trillingsniveau te streng beoordeeld wordt, daar de

ge-middelde en de zich herhalende

maxi-mum waarde van het trillingssignaal nu

wèl met elkaar corresponderen.

De jaxen tachtig

-De jaren tachtig hebben zich geken-merkt door consolidatie en wel orn

twee redenen. De recessie

in de scheepsindustrie verminderde de noodzaak en de fondsen (minder, min-der snelle en kleinere schepen).

Daar-naast werd de noodzaak gevoeld de

kennis op dit gebied een meer algeme-ne bekendheid te geven.

Door de recessie werden ook nieuwe

probleemgebieden gegenereerd. Orn

het voortstuwingsrendernent te vergro-ten moest het schroeftoerental omlaag evenals het aantal cilinders. De laagstè eigenfrequentie van de torsietrillingen

van de asleiding kwam ten opzichte van

de aanstootfrequenties in een

ongun-Afb. 3 Ket effect van de cavitatie op de schroef in toppositie op de variaties van de druk op de huid [4. 51. Kgf/cm2 0.25 0.20 E D. IS Iten

t

schroef t-Db E ' 0.05 _c <fliel.cavlterende

-

scllroef

-20 40 60 80 loo rpm

I)e Inqenieur - nr. 11 (november1989)

(3)

stig toerengebied te liggen.

zodat er

een torsietrillingsdernper geinstalleerd moest worden of de äs zo dik gemaakt moest worden dat de Jaagste eigenfre-quentie voldoende ver boyen het diensttoerental komt te liggen. Vaak is voor dit laatste gekozen, met

als resultaat zeer grote trillingen aan

boord van het schip. wanneer dit door de hoofdmotor aangestoten wordt. De reden is dat de asleiding beneden-kri-tisch vrij grote torsietrillingen uitvoert, die door de schroef in relatief grote

va-riaties van de stuwkracht omgezet

wor-den. Deze variaties liggen in de orde

van 20 % tot loo % van de gemiddelde stuwkracht. [n één geval was bet tril-lingsniveau ongeveer tienmaal hoger dan de bovenste richtlijn van ISO. Er zijn op dit schip een aantal

maatrege-len getroffen orn het

triilingsniveau

laag te krijgen, maar pas de reductie

van de diameter van de tussenas tot de

minimaaf toelaatbare waarde

(0,470 m) was effectief. Het trillingsni-veau op de brug kwam daarmeeop on-geveer een kwart van de ISO-limiet.

14 702mm/s

70mm/s

5x7Qlnm/

In dit geval was de remedie niet het ni-veau van de aanstootkrachten, maar het beheersen van het trillingsniveau in de as. Dit is gebeurd door een grote

marge tussen de operationele

aan-stootfrequentie en de dichtsbijzijnde

elgenfrequentie te kiezen. Het

verho-gen van de eiverho-genfrequentie door een

dikkere as toe te passen (de oorspron-kelijke tussenas had een diametervan

0,710 m en

die is verhoogd tot 0,880 m) had ook we! wat effect, maar niet voldoende.

In

dit decenniurn vroegen ook de

schroef en het achterschip nadere aan-dacht orn het trillingsniveau laag te

houden.

Immers door de grotere

schroefdiameter wordt de vrijslag, de ruimte tussen schroef en romp, kleiner en moest een speciale vormgeving van

de romp ontwikkeld worden orn de

vereiste vrijs!ag te verkrijgen, zonder

Afb. 4 ISO-richtlijnen voor de beoordeling van

tril-lingen n de accommodatie van zeegaande schepen

l7J

¡

- - -

-

w

Vf 2JLiVJ

r r

-Adverse mment iot proba/e 7mm/s 60 100 soo 'coo FREQUENCY ¡ 2 3 4 5 10 20 30 4050 100Hz I J i i 6000 C/mn

dat de aanstroming van de schrc

siechter werd. Immers, dooreen slec tere aanstrorning loopt men het risi dat het niveau van de aanstootkracht. op de scheepshuid omhoog gaat. Dus ondanks de recessie werd ook

de jaren tachtig onderzoek verricht

werden vorderingen gemaakt in

kennis het trillingsniveau aan boo

van een schip aanvaardbaar te houder Beschonwingen

In dit historisch overzicht is getrac

een inzicht te gevenin wat er gebeurd

en in de mogelijkheden die de ontwe per van vandaag heeft orn het trilling niveau aan boord van een schip laag:

houden. Maar ondanks de beschi

baarheid van twee handboeken [9,10 zijn deze mogelijkheden nog vrij b perkt bekend. Voor koopvaardijsch pen worden tril lingen stiefmoederlj

behandeld [1J. Te gauw extrapolee: men vanuit bestaande schepen waa van het trillingsniveau net aanvaarc baar is. zodat dit voor het volgenc

schip niet meer het geval is. Wel zu het kleine veranderingen. maarze bu ken vaak grote gevolgen te hebber

Daarorn is er door de Noorse Classit catiernaatschappij Det norske Veritj

(DnV) [9] een ontwerpschema ontwik keld, te zarnen met een aantal reker

technieken, orn vanaf het initië!e ont werp rekening te houden met de mog

lijkheid van trillingen. door systemz

tisch de grootste bronnenvan trillinge. in een vroegtijdig stadium aan te kur nen wijzen (afbeelding 5). Het schem geeft duidelijk aan dat het gaatorn he

beheersen van resonanties van belan2 rijke. lokale delen en van de aanstoot krachten. geleverd door de schroef.ot

de scheepsromp.

De hoofdmoto

wordt alleen belangrijk wanneerer re sonantie mogelijk is met één van de la

gere eigenfrequenties van de scheeps. romp of met de bodem van de machi nekamer.

In de ontwerpfase kan niet ver genoe

gedetailleerd worden en de middeler orn grondige analyses te maken zijn t

beperkt voor een nauwkeurige voor-spelling van bet trillingsniveau. Hierbi! speelt de beperkte beschikbaarhei.i van fondsen en tijd een grote rol.

Sche-pen moeten snel en goedkoop gemaakt worden, want de concurrentie isgrooc.

Door er echter systematisch aandacht

aan te besteden, is het weE mogelijk de

tnllingshinder duidelijk te beperken en

deze problemen tot een uitzondering te

maken.

Tzi]lings- versus lawaaibeheersing: In de akoestiek aan boord van schepen

is er een veel duidelijker en strakkere ontwerpmethodiek mogelijk. Dit heeft De Ingenieur - nr. 11 (november 1989)

(4)

geresulteerd inì een duidelijke

vermin-dering van het Iawaai aan boord van schepen. De oorzaak ligE

waarschijn-lijk in het felt dat ditaspect ook voor de industrie op de wal van groot belang is en er dus van uit vakbonden en

overhe-den een grote invloed op uitgeoefend is. Daardoor zijn er waarschijnlijk al

vanaf de jaren zestig duidelijke en strenge eisen ingevoerd voor het

ge-luidsniveau aan boord van schepen. Dit heeft geresulteerd in doorde 1MO (International Maritime Organization) en verschillende overheden gestelde

grenswaarden (afbeelding 6).

In eerste instantie heeftmen in de

be-heersing van het geluidsriiveauveel

be-reikt door isolatié, zowel van de

bron-nen, als van de verblijfsrujm ten. Maar ook zijn de bronnen bestudeerden ver-laging van de mechanische bronsterk-ten is haalbaar gebleken. zodat

moto-ren, pompen. tandwielkasten en der-gelijke kunnen voldoen aan specifica-ties.

Aan boord van schepen is ook de

schroef een zeer belangrijke geluids-bron. Vanaf de j aren zeventig is

hier-aan veel hier-aandacht besteed en

onder-zoek verricht, zodat tegenwoordig vrij

geluidsarme schroeven geleverd kun-nen worden. Met name de marines zijn iierin geïnteresseerd en zijn bereidom

r kostbaar onderzoek voor te laten

;iitvoeren.

Dit geldt ook voor prestigeschepen

foals de QE 2 (Queen Elizabeth 2).

Voor de koopvaardijschepen zullen ulke onderzoeken te duur en te

tijdro-'end blijveri, waardoor ook hiervoor net een vrij globaal onderzoek

vol-taan worth. Toch zal het mogelijk zijn met een bewuste aanpak vanafhet

be-;in van het ontwerp - tot een

bevredi-;end resultaat te komen.

1et bezwaar van richtlijnen in de

cheepsakoestiek is dat deze gebaseerd

un op beschikbaregegevens die met ame de niet-rnantjeme industrieen etreffen. Daardoor zijn zij eigenlijk iet geschikt voor de beoordeling van

et geluidsniveau aan boord van sche-en, omdat daar de hoogste

geluidsni-aus in de lage octaafbanden

voorko-ien (afbeelding 7). Daardoor valt iak de uitwerking van het

geluidsni-au op basis van NR-Iijnen in de be-)rdeling ongunstiger uit daneen

uit-erking in dB(A), terwiji vaak de

3(A)-weging als cnterium gebruikt orth [11].

verwegingen

de evaluatie van het comfort aan )ord van een schip speelt niet alleen

inrichting van de verblijveneen rol, aar ook het niveau van het geluid en

n de trillingen in de verblijvèn onder

DESI6N PHRSES ;concept design i rcantract I Ldeslgn 'Deil design

rClassjf icat ionI ldrasiings p auailabie J TYPE OF INVESTIGATION Prel iriinary inveSi gat ions

dienstomstandigheden. Daarom is het

belangrijk het niveau van trillingenen

geluid op een aanvaardbaar niveau te hoüden. ITEII TO INVESTIGATE Hull line proposa i Propeller cxi tat i on Large bore eng i ne excitation

Eva luat ion

of results in light of generai arr rgl iuiinary1 design De tà i led investi g a ti on Excitation f orces propeller Maturai f reguenc ies Superstrüc -turc revje, Evaluation of results Natural f reuuenc y Forced vibration

Eva i vat ion

of results Struc turai details Considers-t ions CONTROL OF Af terbody

Final nupiber of blades

Superstruc turc Aft peak

Cargo space Locàl resOnanCes

Max inun vake

flax pressure inpuls -Maxipiui, force

Vertical response AP Approx resonance

superst

Morients and forces

Hull resonance Exc-itatjòn Response lriproyenents Further investigations, Model test

Cal cul at ion

Shafting Hull girder internal rigidity Supporting structure Superstruc turc Bridge ving'nastrudd

Alb. 5 Ontwerpschema ter beheersingvan het tnllingsniveau aan boord van

een schip 191

De algemene men ing is echter. dat het

beheersen van deze twee hinderver-schijnselen bijna niet doenlijk-is. Er wordt nu nog meestal gesteld dat.

al-s

T

A G

E

I

s

T

A G

E

II

s

T A G

E

III

Ingenieur - nr. 11 (november 1989) 15

(5)

leen indien er veel financiële ruimle is, zoals bij de bouw van een

passagiers-schip, het mogelijk is het niveau van trillingen en geluid tot een voldoend

l.aag niveau te beperken. Immers, is de

redenering. eenschip is een vrij inge.

wikkelde constructie, zodat verwacht

wordt dat het ook complex en dus

kost-baar moet zijn orn de methodieken toe te passen orn deze toch nog als vrij ori-definieerbare

bekend staande

ver-schijnselen te beheersen.

Dit was misschien tot ongeveer tien

jaar geleden het geval. Inmiddels is er zoveel ervaring verkregen. dat

interna-tionaal steeds meer de gedachte gaat

leven dät trillingen en geluid redëlijk beheersbaar zijn zonder dat er extreem veel inspanning nodig is. We! moet er

systematisch gewerkt worden, zowel

tijdens het ontwerp als tijdens de

bouw.

Echter, de ervaring op het gebied van trillingen en geluid is nog te veel in de handen van experts. Te weinig is er op een gemakkelijk toegankelijke manier vastgelegd. Pogingen op dit gebied orn de toegankelijkheid te verhogen. heb-ben geresulteerd in de twee eerderge-noernde handboeken. door Det norske

Ventas (in 1985) en door de Franse

classificatiemaatschappij Bureau Veri-tas (in 1987) uitgegeven. Een verdere popularisering van deze kennis is ech-ter nodig.

Bij het CMO (Stichting Coärdinatie Maritiem Onderzoek) hebben hier-over gedachten geleefd en zijn

voor-stellen besproken. Dit wordt

terugge-vonden in een recente beslissing van

CMO orn het meerjarenpian

'Scheeps-trillingen' te evalueren, bij te werken en uit te breiden met

lawaaibeheer-sing. Immers, we mogen verwachten

dat met de toenemende levensstan-daard de comforteisen hoger worden en dan dienen we predictie- en

analyse-technieken toe te passen orn bij de

bouw van, cok goedkope, schepen het

niveau van trillingen en geluid

aan-vaardbaar te houden.

Een belangrijke ondersteuning van de-ze ervaring ligt in de beschikbaarheid

van ervaringen met bestaande

sche-pen.

Databases dienen ten grondslag te hg-gen aan de ontwerp- en

bouwtechnie-ken. Maar cok kennis op dit gebied

moet worden geïntensiveerd en

up-to-date gebracht en gehouden worden.

Want voor het doelmatige gebruik van databases is ook kennis in de materie vereist.

Er is veel kennis en ervaring beschik-baar orn de trilhings- en de

lawaaihin-der aan boord van schepen tot een aan-vaardbaar niveau te breiigen, maar de-ze is nog niet kant en kläar beschik-baar. In de komende tijd zal een viii

grete inspanning nodig zijn orn de

be-schikbarë kennis en gegevens

systema-tisch te rangschikken, zodat de kennis eenvoudig overdraagbaar en beschik-baar is.

Het is te verwachten dat de moderne

Afb. 6 Overzicht van de grenswaarden in dB(A)

voor geluidsniveaus in verschillende deten van een

schip. [7J dB 120 loo 80 60 40 NR11C NR1OC NR9O NR8O NR7O

123456789

navigatiebrug NR6O ÑR5O

Afb. 7 Typische octaafbandanaiyse in de

accomn-dade aan boord van een schip [9J. Over het

hoor-bare geluidsspectrum verbinden de NR-Iijnen de

punten met g&ijke hinder. Het blijkt dat per hinae niveau het geluid in de tage octaafbanderi bij de-zelfde gewaarwording veel sterker kan zijn dan ir de hogere banden.

computer en de huidige mogelijkhede

orn databestanden te manipuleren d: ze materie in de toekomst gemakkehi ker toegankelijk zullen maken. Literatuur

[1 Busker. M.A.. Innoveren of afmaken:

Lezing gehouden ter gelegenheid van h Jubileumsvmposium 90 jaàr NVTS en jaar William Fraude. TU DeIft. 10 me! 1988: in: Schip en Werf. 55sre jaargan no. 19. 16 sept. 1988.

[2J Hirowatari. J.. On the results of ship'. bration measurements carried out in Ja-pan; 2nd ISSC. Delft-. 1964.

[3J Hvlarides. S.. De elementenmethode voor het scheepsontwerp: in: De Inge-nieur. 81. 1969. no. 51/52.

[41 Hylarides. S.. Hull resonance: No expL

nation of excessive vibrations: in: Inter Shipbuilding Progress. 21. no. 236. Apr

1974.

[5j Larsen. OC. .Sontvedt. T.. Prevention harmful engine- and propeller-induced vibrations in the afterbody of ships': in: DnV report no. 9. August 1972.

161 ISSC 1979. report of TC 11.4. Steady-st

te dynamic loadings and response: Inst.

deRecherche de la Constr. Navale. Pa-ris. 1979.

ISO code 4867. Code for the measure-ment and reporting of shipboard vibra-tion data; ISO code 4868. Code for the measurement and reporting of local vi-bration of ship structures and equipmer. ISO code 6954. Guidelines for the over-all evaluation of vibration in merchant ships.

[81 ITTC 78: 15th International Towing

Tank Conference; Neth. Ship Model & sin. The Hague. 1978.

[9J Vibration control in ships; Veritec. Mar: ne Technology Consultants. 1985.

[lOj Building and operation of vibration-frec propulsion plants and ship: Bureau Ver tas, nr. 207 SMS E. 1987.

(Il] Scheepslawaaibeheersing: Stand der tec. nick: in: Inleiding door Technisch Phys. sehe Dienst (TPD) TNO-TUD. sept.

1980.

[121 Criteria for assessing mechanical

vibra-tions of machines: in; VDI-Richtlinien. 'Dl 2056. okt. 1964. INSTITUTION RESP. COUNTRY ¡MO RESOLUTION EC GUIDLINE

FRG GDR SWEDEN NORWAY U.K.

NETHER-LANDS YEAR 1982 1987 1980 1986 1973 1973 1978 1987 ENGiNE ROOMS 110 -- 110 - 100 - 110 110 WORKSHOPS 85 - 85 85 75 - 90 85 ENGINE AND WATCHROOMS SHIPS <4000 GRT - - 85 85 70 - 75 -DITTO. >4000 GRT 75 - 75 RS - - 75 75 LIVING AND SLEEPING ROOMS 60 - 60 60 55 - 60 60 SALOONS 65 - 65 75 65 - 65 65 RECREATION ROOMS SHIPS < 8000 GRT 65 - 65 60 65 - 65 65 DITrO, SHIPS > 8000 GRT 65 - 60 60 65 - 65 65 HOBBY ROOMS - - 70 - 65 - - -HOSPITAL 60 - 60 SS - - 60 60 OPERATION ROOM - - 65 - - - - -OFFICES 65 - 65 60 55 - 65 65 KITCHEN, PANTRIES 75 - 70 - - - 70 75 RADIO ROOMS . 60 - 60 60 55 - 60 60 WHEELHOUSE 65 - 65 60 65 - 65 65 BRIDGE WINGS 70 - 70 70 70 - - 70 081.1G. EARS PROTECTION 85 90 90 - 90 90 90 85 16 De Ingenieur - nr. 11 (no'veber 19

Cytaty

Powiązane dokumenty

– a system of ten ancient drains (Fig. 3) cut in the rock sur- face to control the speed and direction of rain waters has been discovered, suggestive of the existence of a tomb

Be­ stia podśw iadom ości została nazw ana, zlokalizow ana, należało ją w m ia rę m ożności

Może był On niedosięgłą, przeraźliw ie doskonałą pełnią, w której cierpienia ludzi stanow ią tylko m ikroskopijny fragm ent har­ monii, potrzebny porządkowi

Ukazuje jednak nie tyle instytucje feu­ dalne, które uległy ruinie, lecz życie, które doszło do końca i w raca do chaosu; którego rozumienie uchyla się nie

tach mających wielkie znaczenie i które zajmowały i zajmują do tej pory badaczy Pisma Świętego, ponieważ oprócz tego, co jest tam napisane i wypełniło się w sposób histo-

w tym konflikcie, bowiem właśnie to poparcie dla króla za jego życia miało zawa- żyć o jego zapomnieniu po śmierci i w całej późniejszej historii. Jest to całkowicie nowe

Znane dotąd fakty z zakresu recepcji poezji Mickiewicza na Litwie zdają się wskazywać, że przedruki i pierwodruki stymu­ lowane były głównie przez kult poety,

 Big enough to create small garments; socks, scarfs, hats.  Self-sustained when in use, no external power needed at the production location.  Allow for a made to