Onderzoek
naar
de veiligheidvan
de boezemkade van de Polder Beschoot.A-76,001
INHOUD
1. Inleiding
2. Beschrijving van de polder, de boezem en de kade
2.1. De polder
2.1.1. Ligging
2.1.2. Oppervlakte
en
peilen2.1.3. Inwoners en economische belangen
2.1.4. Bestemmingsplannen
2.1.5. Gevolgen van een doorbraak 2.2. De boezem
2.2.1. Oppervlakte en peilen
2.2.2. Mogelijkheden
t o t
compartimentering 2.2.3. D a l i n g van de boezem b i j doorbraak2.2.4. Gevolgen voor de scheepvaart en de waterhuishouding b i j een doorbraak
2.3. De kade
2.3.1, De lengte van de kade
2.3.2. Beschrijving van het profiel aan de hand van de ge- me ten dwar sprof i e l en.
2.3.3. Beschrijving van de kade 2.3.4. Vreemde objecten
2.3.5. Onderhoud van de kade
3. Geschiedenis 3.1. Inleiding 3.2. 3.2.1. Augustus-september 1957 3.2.2. De januaristorm van 1976 3.3. Plannen
3.3.1. De zelfstandigheid van de polder Beschoot 3.3.2. Bestemmi ngcpl annen
3.3.3. Toekomstplannen
Ongemakken in de periode vanaf 1916
4. Geologische beschrijving van het gebied
4.1.
4.2. Samenvatting
Overzicht van de geologische geschiedenis
5. Grondonderzoek 5.1.
5.2.
Keuze van de t e onderzoeken dwarsprofielen Uitvoering
en
resultaten van het grondonderzoekBLZ.
-
1 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 5 6 7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 1 2 13 13 14Vervolg
BLZ.
INHOUD
-
5.3. Metingen van het f r e a t i s c h vlak
5.4. Keuze van de dwarsprofieien voor het s t a b i l iteitconder-
zoek 18
17
6. Maatgevende boezemstand 19
7. S t a b i 1 i t e i tsonderzoek
8. Beoordeling van de veiligheid van de gehele kade
20 22
Bijlagen1 ijst van Polder Beschoot Bijlage nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 10.1. 10.2. Omschri jving Situatie Dwarsprofielen 1 en 2 Dwarsprofielen 3 en
4
Dwarsprofielen 5 en 6 Tek. nr. 2Z/75.187 32/75.18a 32/75.189 32/75.190Bijlagen
L.G.M.
brief CO-233550/17Stabi 1 iteitsonderzoek L.G.M. -rapport CO-233550/33
Foto 1, 2 en 3 A4/77.327 Foto 4, 5 en 6 Foto 7, 8 en 9 A4/77.328 A4/77.329 Bijlage Geschiedeni c
Hol 1 ands Noorderkwartier omstreeks 1300 A4/77.309 Droogmakerijen, verveningen en bedijkingen
- 1 -
1. Inleiding
I n het kader van het systematisch kadeonderzoek i s een onderzoek ingesteld naar de veil igheid van de boezemkade van de Polder Be-
schoot van het Waterschap Westfriesland i n de provincie Noord-
Hol land, De boezem wordt beheerd door het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende sluizen in Kennemerland en Westfriesland; de boezem-
kade wordt beheerd door het Hoogheemraadschap Noordhol 1 ands Noorder- kwart i er .
De kade beschermt een g r o o t , diepliggend agrarisch gebied met enige bebouwing en belangrijke wegverbindingen, o . a . de secundaire weg
no. 11, een spoorweg en rijksweg 7 ( i n aanieg).
Het onderzoek i s uitgevoerd in de kade langs de Beemster Uitwatering en de Slimdijk. Er i s een verkenning uitgevoerd, waarbij onder meer dwarsprofielen z i j n gemeten, de bestaande geologische en bodemkun- dige gegevens z i j n geanalyseerd, en gegevens omtrent onderhoud en gedrag van de kade werden verzameld.
Het grondmechanisch onderzoek en de rapportering hierover i s ver- r i c h t door het Laboratorium voor Grondmechanica (L.G.M.). Er i s ook
gebruik gemaakt van gegevens d ie de Technische Dienst van het Hoog-
- 2 -
2 . B e s c h r i j v i n g van de p o l d e r , de boezem en de kade
2.1. De p o l d e r . 2.1.1. L i g g i n g .
De t e n zuidwesten van Hoorn gelegen p o l d e r h e e f t een t a m e l i j k r e c h t h o e k i g e vorm en wordt aan twee z i j d e n door boezemwateren begrensd: i n h e t zuiden door de Beemster U i t w a t e r i n g en i n h e t westen door de Beemsterringvaart. Tussen de Beemsterri ngvaart en de e i g e n l i j k e boezemwaterkering, de S l i m d i j k , l i g t een d r i e - t a l p o l d e r t j e s , de z.g. Troonlanden, ( z i e b i j l a g e 9, f o t o 8 ) .
I n h e t noorden wordt de grens gevormd door de weg van Avenhorn naar Scharwoude; h i e r g r e n s t de p o l d e r aan de p o l d e r Westerkogge, een n i e t t o t de Schermerboezem behorende afwateringseenheid. I n h e t oosten l i g t de I J s s e l m e e r d i j k en i n h e t zuidoosten de b u i t e n de hoofdwaterkeri ng g e l egen voormal i ge p o l d e r R i e t koog.
2.1.2, Oppervlakte en p e i 1 en.
De p o l d e r Beschoot h e e f t een waterstaatkundige o p p e r v l a k t e van 725 ha; de d a a r b i j behorende voormalige p o l d e r Rietkoog h e e f t een w a t e r s t a a t k u n d i g e o p p e r v l a k t e van 25 ha. Van de eerder ge- noemde Troonlanden bewesten de S1 imdi j k bedraagt de g r o o t t e , ge- rekend van z u i d naar noord, 2 ha, l ha en 10 ha.
De p o l d e r h e e f t een goedgekeurd zomerpeil van N.A.P.
-
3,45 m ( i n de voormalige p o l d e r Rietkoog N.A.P.-
0,65 m).üe maaiveldhoogte i n de p o l d e r v a r i e e r t tussen N.A.P.
-
2,70 en-
3,lO m.2.1.3. Inwoners en economische belangen.
Van h e t gebied van de p o l d e r behoort h e t o v e r g r o t e n o o r d e l i j k e en o o s t e l i j k e deel t o t de gemeente Avenhorn; een g r o o t deel i n h e t zuidwesten behoort t o t de gemeente Oudendijk en een k l e i n deel i n h e t zuidoosten h o o r t b i j de gemeente Zeevang.
De p o l d e r b e s t a a t p r a k t i s c h geheel u i t weiland; i n h e t westen en noorden v i n d t men enkele p e r c e l e n l o o f h o u t . Langs de Beemster U i t w a t e r i n g en l a n g s de weg van Avenhorn naar Scharwoude l i g t een onderbroken l i n t b e b o u w i n g met enige k l e i n e i n d u s t r i e en n i j v e r h e i d . Dwars door h e t o o s t e l i j k deel van de p o l d e r l i g g e n i n noord-
z u i d r i c h t i n g de spoorweg Hoorn-Purmerend en de secundaire weg no. 11. Op e n i g e afstand t e n westen van de secundaire weg no. 11 wordt
- 3 -
rijksweg 7 aangelegd.
2.1.4. Bestemmi ngcpl
annen.
De i n hoofdstuk 3 ( p u n t 3 . 3 . 2 . ) vermelde bestemmingsplannen hebben in d ire c t betrekking op de kade.
2.1.5. Gevolgen van een doorbraak.
Wanneer a l l e noodzakelijke boezemkeringen ( z i e p u n t 2.2.2.)
t i j d i g z i j n gesloten, zal b i j een doorbraak van de boezemkade de inundatiehoogte in de polder ongeveer 0,5 m boven het maai-
veld z i j n . Daarbij zal het boezemvak vrijwel geheel leegstro- men, waardoor de s t a b i l i t e i t van de buitentaluds van polder-
kaden in hetze1 fde boezemva k ernst! g gevaar 1 oopt
.
Wanneer de noodkeringen in de boezem geopend blijven, zou de inundatiehoogte c irc a 2 m boven het maaiveld kunnen z i j n , maar omdat de Dorpsstraat van Grosthuizen, gelegen aan de noordzijde van de polder, een hoogte heeft van ongeveer N.A.P.
-
2,lOm
zal de noordel i j k e r gel egen pol der Westerkogge eveneens over- stromen; in ae polder Beschoot zal de inundatiehoogte t o t circa
1
m
boven het maaiveld worden beperkt.2 . 2 . De boezem.
2.2.1. Oppervlakte en pei 1 en.
De reeds vermelde boezemwateren staan onder normale omstandigheden met elkaar en met de overige wateren van de Schermerboezem in open verbinding.
De Schermerboezem heeft b i j N.A. P . een oppervlakte van ongeveer 2000 ha.
Het peil van de boezem v a rie e r t tussen N.A.P.
-
0,58 m en N.A.P.; meteorologische omstandigheden kunnen het peil doen oplopen. Het maalpeil i s vastgesteld op N.A.P.Een verantwoording van de maatgevende boezemstand i s i n hoofd- stuk 6 uitgewerkt.
Bij de onderhavige polder i s de Hornsluis t e Lutjeschardam van
belang, omdat deze s l u i s zowel wordt gebruikt voor natuurlijke lozing van de Schermerboezem op het IJsselmeer, a l s voor de
- 4 -
2.2.2. Mogelijkheden t o t compartimentering.
Voor de compartimentering t o t een boezemvak met een opper- vlakte van ongeveer 165 ha en een inhoud van circa 2,1 x 10
m
zal men van verschil 1 ende boezemscheidingsmiddel en gebruik moeten maken; uiteraard dienen ook de verbindingen met andere boezems afgesloten t e z i j n .6
3
2.2.3. Daling van de boezem b i j doorbraak,
Wanneer de noodkeringen t i j d i g kunnen worden gesloten, zal b i j een doorbraak het boezemvak vrijwel geheel 1 eegstromen.
Wanneer de noodkeringen in de boezem geopend blijven, zal de boezemstand b i j een doorbraak van de boezemkade van de polder Beschoot circa 0,75
m
zakken, en nog meer b i j inundatie van de Folder Mesterkogge ( z i e p u n t 2 . 1 . 5 . ) .2.2.4. Gevolgen voor de scheepvaart en de waterhuishouding b i j een doorbraak.
Bij een doorbraak van de boezemkade z a l , zowel i n het geval van ges1 oten noodkeringen, al s in het geval van open noodkeringen, de scheepvaart worden gestremd. Bovendien zal in beide ge- val l en de waterhuishouding worden verstoord.
2.3. De kade.
2.3.1. De lengte van de kade.
De boezemkade van de polder Beschoot langs de Beemster Uit- watering heeft een lengte van ongeveer 4 km; hierin begrepen c i r c a 0,5 km oude Zuiderzeedijk langs de voormalige polder Rietkoog. Langs de Beemsterringvaart heeft de Slimdijk ( z i e p u n t 2.1.1.) een lengte van ongeveer 1,3 km.
2.3.2. Beschrijving van het profiel aan de hand van de gemeten dwars- prof ielen.
De
dwarsprofielen z i j n ruwweg representatief voor de op de kaart ( b i j l age 1) aangegeven t r a j e c t e n ; de dwarsprof i e l en 2 ,3 en 4
voor
zover e r geen bebouwing i s .De oude Zuiderzeedi j k 1 angs de voormal i ge pol der Ri etkoog heeft een kruinhoogte
van
N.A.P.+
3,OOm
en meer; d i t ge-- 5 -
deel t e wordt verder bui ten beschouwing gel aten
De boezemkade heeft een kruinhoogte varierend tussen N.A.P. i-
0,15
m
en N.A.P. t 0,25 m; de kruinbreedte i s ongeveer 6 m.Het buitentalud i s doorgaans 1,5 à 2
m
breed, heeft een flauwe helling en het i s behalve t e r hoogte van dwarsprofiel 5 voor- zien van een rietschoot. Het binnentalud heeft in de s t e i l e gedeelten een helling van 2:3, het overige beloop heeft een helling van ongeveer 1:2.Behalve b i j dwarsprofiel 5, waar de teensloot ontbreekt, l i g t de kwelsloot d i r e c t aan de teen. De tuimelkade t e r hoogte van dwarsprofiel 5 ( z i e b ijla g e 9, foto 7 ) heeft een kruinhoogte
van ongeveer N.A.P.
+
0,60 m , een breedte van ongeveer 0,5m,
de helling van het buitentalud bedraagt 2:3 en het binnentalud i s ongeveer 1:2.
De Slimdijk, d i e dus n i e t rechtstreeks het boezemwater van de Beemsterringvaart keert ( z i e b ij la g e 4 , dwarsprofiel 6 ) , heeft een kruinhoogte van ongeveer N . A . P .
+
0,lO m en een k r u i n -breedte van c i r c a 7
m.
Het buitentalud heeft een helling van2:3 en de helling van het binnentalud i s 1:2. De kruinbreedte
van de tuimelkade i s door de onregelmatige vorm moeilijk
exact aan t e geven; de hoogte r e i k t t o t ongeveer N.A.P. i- 0,60
m.
2.3.3. Beschrijving van de kade.
Op het oude Zuiderzeedijkgedeelte en op de kruin van de boezem- kade tussen Schardam en de secundaire weg no. 11 l i g t een onge- veer 3,75 m brede asfaltweg; op de kruin van het overige kade- gedeelte langs de Beemster Uitwatering, langs de Beemsterring- v aa r t, en op de Slimdijk i s de asfaltweg 4 à 4 , 5 m breed. Voor de voormalige polder Rietkoog l i g t over een afstand van
ongeveer 350
m
een stuk boezemland in breedte varierend tussen 10m
en enkele t i e n t a l l e n meters; daarvoor l i g t een rietschoot. In de bebouwde kom van Oudendijk liggen enige bebouwde stukken boezemland lang ongeveer 350 m , 75 m en 250m,
met een breedtevan c ir ca 25
m;
de oevers z i j n d a a r p l a a t s e l i j k verdedigd met diverse soorten beschoeiing ( z i e b i j l a g e 8, f o t o ' s 5 en 6 ) . Vrijwel over de gehele kadelengte langs beide boezemwateren 1 i g t een 1,5 à 2m
brede rietschoot; daarvoor wordt langs de Beem- s t e r Uitwatering doorgaans een houten onderwaterbeschoeiing aangetroffen met een kl inkerglooiing op de water- en wind1 i j n .- 6 -
Tussen Schardam en Oudendijk s t a a t i n de buitenkruinlijn een keer-
muur
met een hoogte t o t ruim N.A.P. t 1m
en gefundeerd op houtenpalen. Bij deze constructie bestaat het gevaar d a t e r b i j zetting van de kade een opening o n t s t a a t tussen de onderkant van de
muur
en de kruin; de muur heeft in d a t geval geen positieve invloed op de kerende hoogte meer. Het e e r s t e muurgedeelte met een lengte van circa 600m
was 1 dm breed ( z i e bijlage 2 , dwarsprofiel 1 ) ; d i tdeel verkeerde i n een zeer slechte s t a a t en januari 1976 werd met herstelwerkzaamheden begonnen ( z i e bijlage 7 , f o t o 1). Het ver- nieuwde muurtje wordt minder hoog (ongeveer N . A . P .
+
0 , 5 m ) , maar wel breder ( 2 dm).
Het overige muurgedeel t e i s 2 dm breed. Op een zestal plaatsen i s demuur
onderbroken b i j houten bruggen, die verbindingen met weilanden in de polder Beetskoog vormen ( z i e b i j - lage 9, foto 9 ) ; de muuropeningen hebben schotbal ksponningen,maar
de schotbalken ontbreken. De openingen z i j n echter eenvoudig met zandzakken af t e s l u i t e n en e r z i j n zandzakken in depöt t e Heerhugo- waard. Ter plaatse van de spoorbrug en de kruising met de secundaire weg no. 11 i s de kade hoger d a n N.A.P.+
1 m ; de keermuur ontbreekt daar. Ter hoogte van de b r u g i n aanleg i n rijksweg 7 is de keermuur over een afstand v a n circa GO m gesloopt.De kwelsloot i s op diverse plaatsen onderbroken, loopt soms schuin ten opzichte van de kaderichting, maar l i g t doorgaans d i r e c t aan de teen.
Het Hoogheemraadschap heeft kwel geconstateerd tussen de dwars- profielen 2 en 3, en tussen dwarsprofiel 4 en de bebouwde kom van Oudendi j k .
De grasmat op de kade i s m a t i g goed.
In
het u t t e r s t e noordwesten van de polder, b i j Avenhorn, l i g teen
driehoekig stuk land tussen twee wegen en een z i j t a k van deB w n -
sterringvaart. Dit land l i g t n i e t diep; het i s Voor ongeveer de h e l f t bebouwd met huizen en de r e s t i s weiland.De kade i s daar p l a a t s e l i j k loswal en heeft Voorts diverse SOOr-
ten beschoei Tng.
2.3.4. Vreemde objecten.
De kade wordt op een paar met borden aangegeven plaatsen gekruist door waterleidingen (PWN] en e l e k t r i c i t e i t s k a b e l s (PEN). De dienst-
leidingen liggen naast de weg, hoog in het binnentalud. Ook daar waar elektrische bovenleidingen langs houten palen lopen, l i g t
- 7 -
vaak nog een PEN-kabel in het binnentalud.
Hogere beplanting wordt doorgaans aangetroffen tussen de teen- s loo t en halverwege het binnentalud. Op diverse plaatsen staan echter bomen t o t i n de binnenkruinlijn. De stukken boezemland hebben bebouwing met tuinen, bomen en struiken. Het kadege- d ee lte tussen de betonmuur en de asfaltweg i s op één enkele hoge s t r u i k na vrij van hogere beplanting. F e i t e l i j k vormt
het kadegedeelte vanaf Schardam t o t en met Oudendijk een onder- broken 1 intbebouwing met verschi 11 ende op-
en
a f r i t t e n en huizen met tuinen t o t hoog in het binnentalud ( z i e bi jl ag e 7 en 8 ) . Behalve vlak b i j Oudendijk i s de Slimdijk v r i j van hogere be- planting.2.3.5. Onderhoud van de kade.
Het onderhoud bestaat voornamelijk u i t het j a a r l i j k s aanbrengen van herstellingen en kleine verbeteringen in verband met de toe-
s t a n d
van
de kade, de beschoeiïng, de betonmuur en de weg op de kruin.3. Geschiedenis (Bronnen: Beschrijving
van
de provincie Noord-Hol- 1 and archieven Noordhol 1 ands Noorderkwartier).3.~1. Inleiding.
Een vergel i j k i n g van de kaart "Hol lands Noorderkwartier om- streeks 1300" ( b i j l a g e 1 0 ) met een moderne kaart toont aan dat de tegenwoordige polder Beschoot reeds voor 1300 binnen de Westfriesche Omringdi j k lag.
3.2. Ongemakken in de periode vanaf 1916.
3.2.1. Augustus-september 1957.
In augustus 1957 was ten gevolge van zware regenval en de heer- sende noordwestenwind het water in de Schermerboezem gerezen; het buitenwater b i j Den Oever was zover opgestuwd d a t het IJssel- meerwater n i e t meer kon worden 9eloosd en daardoor steeg het
IJsselmeerpeil
t o t
een hoogte waarbij v r i j e lozing van de Schermermeerboezem op het IJsselmeer n i e t meer mogel i j k was. Evenmin kon worden geloosd b i j Den Helder of IJmuiden.Op woensdag 18 september 1957 was het peil in de Beemster Uitwatering gestegen t o t N . A . P . . Ter plaatse van dijkpaal
24 t 27
m,
nabij het C.0.W.-dwarsprofiel 4, z i j n toen twee lek- ken ontstaan met doorsneden van 15 en 25 cm in de teen van ded i j k , waar het water met kracht uitstroomde. Door het slaan van een damwand t o t N.A.P
-
1,75 m over een afstand van 4,4 m aan de buitenzijde langs demuur
kon het lekken t o t normale kwel worden teruggebracht.3.2.2. De januaristorm van 1976.
Vanaf begin januari 1976 woei e r een i n kracht toenemende w i n d
u i t west t o t noordwest; 3 januari bereikte de noordwester wind- kracht 1 2 volgens de schaal van Beaufort. I n de nacht van v r i j - dag 2 op zaterdag 3 januari l i e p het water door de storm hoog op en verraste vele bewoners van Oudendijk. Bij het bebouwde boezemland aan de Beemster Uitwatering, tussen de C.0.W.-dwars- profielen 4 en 5, l i e p het water de woningen binnen. De s i t u a t i e verbeterde na enkele uren toen e r via de sluizen van Schardam op het IJsselmeer kon
worden
geloosd.- 9 -
3.3. Plannen.
3.3.1. De zelfstandigheid van de polder Beschoot.
Volgens plan i s per 1 januari 1973 de polder Beschoot opge- nomen in het grotere verband van het Waterschap Westfries- land; daarmee is de zelfstandigheid van de polder beëindigd.
3.3.2. Bestemmingsplannen
De hui di ge bestemmi ngspl annen bestempel en het gebied van de polder Beschoot t o t lande1 i j k gebied; de plannen hebben s l e c h t s in d ire c t betrekking op de kade.
Van belang kunnen z i j n :
-
bestemmingsplan "Landel i j k gebied" gemeente Oudendi j k , vast- gesteld door de raad b i j be s l u i t van 6 maart 1972 en goed- gekeurd door G.S. b i j b es lu i tnr.
480 d d . 8 mei 1973; d i t plan werd herzien in 1975.-
bestemmingsplan "Landelijk gebied 1970 van Oosthuizen" ge- meente Zeevang.-
bestemmingsplan "Schardam 1973" gemeente Zeevang, vastgesteld door de raad b i j b e slu it van 9 oktober 1973.3.3.3. Toe koms tpl annen
.
I n de nabije toekomst zullen maatregelen t o t vergroting
van
de doorstroomcapaciteit van de Beemster Uitwatering worden getroffen.
-
10-
4. Geologische beschrijving van het gebied
Het L.G.M. heeft een geologische studie en een geologische be- schrijving
van
het gebied gemaakt. Ook i s een geologisch pro- f i e l gemaakt (bijlage 5Kl].
4.1. Overzicht
van
de geologische geschiedenis.Aan het einde
van
het Pleistoceen heersten in het westenvan
Nederland voornamelijk twee geologische dominanten, t e weten: wind en rivieren. Het middengebied-
het gebied van de grote rivieren-
werd gevormd door de fluviatiele afzettingenvan
Rijn enMaas. Aan
beide zijden, d a t wil zeggen ten Noorden en ten Zuidenvan
d i t gebied werden onder periglaciale omstandig- heden, voorname1 i j k door windwerking, dekzanden afgezet. Zij behoren t o t de Formatievan
Twente.Het begin van het Holoceen wordt bepaald door een aanzien1 i jke kl imaatsverbetering. Het 1 andi j s ging afsmelten, waardoor enorme hoeveel heden water v r i j kwamen, hetgeen 1 ei dde t o t een langzame zeespiegelri j z i n g .
Dit was een impuls t o t veenontwikkeling. Dit veen, d a t bijna overal op de Pleistocene ondergrond l i g t , en de basis vormt van de verdere Holocene afzettingen, wordt het Basisveen ge- noemd.
Omstreeks het j a a r 6000 voor Christus, b i j een zeestand
van
c i r - ca 18m
lager dann u ,
dringt de nog steeds rijzende Noordzee verder binnen. Gel i j k t i jdig werden door de voortdringende zee u i t de Helgolander Bocht massa's f i j n zand, s i l t en klei, die daar waren achtergelaten door het zich terugtrekkende 1 andi j s , zuidwaarts meegevoerd. Deze enorme anorganische massa werdnu
boven
op de aanwezige veen1 aag aangesl i bd (Formatievan
Cal a i s ).
De 1 ocal e granul ai r e samenstel 1 i ng werd bepaal d door het stro- mi ngspatroon.Door
plaatsel i j ke stroomversnel 1 ingen konden geul en worden uitgeschuurd, waarna dezemet
grovere sedimenten werden opgevuld. Op die plaatsen, waar de sedimentatie een r u s -t i
ger
ver1 oop heeft gehad, werden k l eiïge sedimenten afgezet. Door dergel i jke stroomversnel 1 ingenwerd
ook plaatsel i j k het Basisveen geheel o f gedeeltelijk weggeërodeerd.Toen de zeespiegel ongeveer 7
m
lager stond dan thans, begon er verandering t e komen i n het regime, d a t t o t dusver op de-
11-
Noordzeekust had geheerst. De oorzaak van deze verandering i s wel t e zoeken i n nieuwe vloedstromen u i t de richting
van
het Nauwvan
Calais.Deze vloeden veroorzaakten met de getijbeweging waarmee u i t het z u i d e l i j k s t e deel van de Noordzee zand werd aangevoerd, d a t d i t door de branding op de kust, in de
vorm
van zandbanken of zandplaten werd opgeworpen. Uit de zo genoemde strandwal 1 en, waarop reeksen duinen werden opgewaaid, ontstond langs de kust een natuur1 i j ke barrière, waardoor de e r achter gel egen wad- vlakte met Calais-afzettingen a l s een lagune van de open zee afgeschermd werd.Later steeg de zee r e l a t i e f minder, wat t o t gevolg had, d a t de lagune n i e t alleen onder invloed van de zee s t o n d , doch ook on- der de invloed kwam van de naar d i t gebied kronkelende rivieren Rijn
en
Maas. Het water werd steeds meer brak en de t o t a l e waterdiepte minder.Er ontstond een moerasgebied, hetgeen aanleiding was voor her- v a t t i n g van de veengroei. Het aldus gevormde veenpakket wordt samengevat onder de naam Hol 1 andveen.
De hierop vol gende s e r i e "sub-atlantische" transgressies ver- l i e p in v i j f fasen vanaf ongeveer 1500
voor Chr.
Het p r o d u k t hiervan i s een vijfvoudige sedimentaire s e r i e , die met de naam Duinkerke-Afzettingen wordt aangeduid. I n elk van deze Duinkerke-Afzettingen kunnen genetische elementen a l s stroomafzettingen (zandig) en komafzettingen (voorname1 i j k k l e i ï g ) onderscheiden worden. Ook de dikte van deze afzettingen s t a a t in nauwe r e l a t i e met het oorspronkelijke stroompatroon. Waar de sedimenten a l s vlakke overstromingsgronden z i j n o n t -
w i kkeld, v a r i e e r t de d i k t e in de orde van decimeters; in een geul systeem daarentegen worden soms di kten van meerdere meters gevonden.
De omstreeks deze t i j d aangevangen bedijking maakt nog n i e t a l t i j d een eind aan de sedimentatie. Doorbraken van dijken en de middeleeuwse transgressie door de gebieden van de huidige polders z i j n een voortzetting
van
de wordingsgeschledenis. Hierbij spelen ook andere plaatse1 i j ke, atmosferische en isostatische invloedeneen
r o l .Hun
werking bepaalt het ver- loop van de geologische geschiedenis t o t heden.-
12-
4.2. Samenvatting ( z i e ook b i j l a g e 5 K1).
Ter
p l a a t s e van de kade komt i n principe het volgende profiel voor ( n i e t op schaal1:
opgebracht materiaal kl ei veen klei zand (kl e i ï g ) o f kl e i (zandig)...
veen zand Anthropogene grondenFormatie van Duinkerke
Hol 1 andveen
Formatie van Calais
Basi sveen
-
13-
Hoogtever- schiltus-
sen de kruin en de teen van de kade 5. Grondonderzoek5.1. Keuze
van
de t e onderzoeken dwarsprofielen.Om een indruk t e krijgen van de samenstelling
van
de ver-schillende kadegedeelten z i j n een d r i e t a l profielen onderzocht. Ieder profiel is m i n of meer representatief voor een bepaald kadegedeelte ( z i e beschrijving van de kade hoofdstuk 2.3.2.
en 2.3.3.).
Bij de keuze van de representatieve profielen i s uitgegaan
van
de informatie van het geologische rapport en de visuele ver- kenn in
g.In de hierna volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de gemeten dwarsprof i el en:
afstand tus- sen binnen- kruinlijn en teensloot F I a , ( d o L L
L C
n a 1 2 3 4 5 6 3reedtein
m. :a. 6,O 6,O 6,O 6,O 5,5 5,5 Kruin Hoogte i n NAP+
m.
0,15 0,lO 0,20 0,25 0,o 0,lO ca. 3,5 ca. 3,5 ca. 3,5 ca. 3,5 ca. 3,O ca. 3,5 binnen- talud , 9,0m
ca. 5,5m
5,7 m 6,Om
geen teensloot ca. 7,Om
S t e i l s t e Hel 1 ing 1:1,5 1:1,5 1: 1,8 1: 1,7 1:1,9 1:2 II
inm.
1
.
De profiel en 1 t / m 4 hebben een nagenoeg gel i j ke profiel vorm.
Om een indruk van de laagopbouw in lengterichting t e krijgen werd een onderzoek i n twee profielen voldoende geacht. Gekozen z i j n de profielen 2 en 4.
-
14-
Een onderzoek i n profiel 6 werd n i e t nodig geacht omdat d i t
kadegedeel t e n i e t di r e c t boezemwater keert. Wanneer d i t kade- gedeelte wel ineens boezemwater moet keren, i s de s t a b i l i t e i t
van
het binnentaludt e
vergelijken met die van profiel 2,5.2. Ui tvoering en resultaten van het grondonderzoek. Het L.G.M. heeft het volgende veldwerk verricht:
8 continuboringen 29
mm nrs.
2 - 1 t / m 2-3; 4-1 en 4-2;5 - 1 t / m 5-3.
3 middelzware sonderingen nrs. 2-1, 4-1 en 5-1.
Het aantal en de situering van de boringen in de uitgekozen profielen werd in overeenstemming met de afmetingen en de vorm van de kaden vastgesteld, d.w.z., in het gebied d a t voor een mogel i j k stabi 1 i t e i tsonderzoek
van
belang kan z i j n : één in de kruinvan
de kade, één hal verwege het talud en één b i j de teensl oot.Alle boringen i n de kruin van de kade werden met middelzware sonderi ngen gecombi neerd.
Van de continuboringen z i j n in het laboratorium de volumege- wichten per halve meter lengte bepaald. Tevens z i j n de grond-
soorten beschreven en de boorresultaten gefotografeerd. Aan de ui tgelegde en in de 1 engte doorgesneden grondmonsters z i j n met behulp van een handpenetrometer de vastheden van de diverse grondlagen gemeten. De penetrometerwaarden ( p ) z i j n grafisch weergegeven naast de boorprofielen.
De resultaten
van
de boringen z i j n getekend i n de dwarspro- f i e l e n op de bijlagen 5 Dl t / m 5 D3.De resultaten van de sonderingen z i j n met de desbetreffende boringen op de bijlagen 5 S 1 t / m 5 S3 weergegeven, waarbij de gemeten conusweerstanden en de plaatse1 i jke wri jvings- weerstanden in kgf/cm tegen de diepte in
m
t . o . v . N.A.P. z i j n uitgezet.De bijlagen 5 F1 t / m 5 F8 bevatten f o t o ' s van de boorresultaten.
Op de bijlagen 5 V 1 t / m 5 V3 z i j n de veenprofielen aangegeven, die
door
middel van een macroskopische determinatie z i j nvastgesteid.
-
15-
In geen van de boringen i s basisveen aangetroffen.
De
Formatie van
Calais is in a l l e boringen aangetroffen, De bovenzijde hiervanwordt
gevormd door een laag klei met plantenresten, welke over het algemeen door z i j n slechte grond- eigenschappen van grote invloed i s op de s t a b i l i t e i t van de kade. Daaronder worden afwisselend zand en kleilaagjes aange- troffen, d a t nog verder naar beneden overgaat in een zand-kleiïg pakket.
Het Hollandveen wordt alleen i n het kadelichaam aangetrof- fen.
Uit de veendeterminatie b l i j k t , d a t het overheersende deel van het veenprofiel 2 zodanig i s verweerd, dat de veensoorten moeilijk t e achterhalen z i j n . I n het profiel 4 komen a l l e typen veen voor, van eutroof t o t oligotroof. I n het profiel 5 i s slechts eutroof en mi sotroof veen gevonden ( r i e t , zegge en bos-soorten). Tussen het Hollandveen en de kruin van de kade bevindt zich een kleiïg pakket. De bovenste circa 2
m
van d i t Pakket bestaat ongetwijfeld u i t opgebrachte zandige klei met wat p u i n . Of het hieronder 1 i ggende venige kl e i 1 aag j e t o t de A n t hropogene gronden behoort of op natuur1 i j ke wijze op het veen i s aangesl i bd, i s n i e t bekend.Opgemerkt wordt
,
dat de conusweerstanden van de bovengenoemde Teneinde de onderzochte dwarsprofiel en gemakkel i j k e r met el kaar t e kunnen vergelijken, z i j n de belangrijkste gegevens in de hierna v o l gende tabel verzameld.-
16-
2 4
I
Dwarsprof i e l 5onder de kruin
onder
de kruin onder de kruin Format ie
Anthropogene gronden Laagdi kte klei zandig t o t 3m
klei zandig t o t 3 klei zandig t o t 2,5 m Duinkerke a f z . Laagdikte
klei venig klei venig klei venig
1,5 m
ca. 1 m ca. 1 m
Hol 1 andveen
Laagdi kte
Formatie van k l e i
met
plan- tenresten en onderaanmet
dunne zandlaagjes ca. 5,5 m zand k l e i ï g ca. 4,5 m-
klei met dunne zand1 aagjes
ca. 6,5m
-
zand k l e i ï gt o t s i l t i g ca. 6 m
klei met dunne zandlaagjes meer dan 4,5
m
zand meer dan
3 m
weg
geërodeerd n i e t bereikt n i e t bereiktwaarcchi j n l i j k n i e t bereikt n i e t b e r e i k t n i e t b e r e i k t Formatie van Twente Laagdi kte
-
17-
Voor een nauwkeurig b e e l d wordt v e r d e r verwezen naar de b i j b e -
@ O P m k b i j l a g e n .
5.3. Metingen van h e t f r e a t i s c h v l a k
I n de d w a r s p r o f i e l e n 1 t / m 5 z i j n open p e i l b u i z e n g e p l a a t s t om de hoogte van h e t f r e a t i s c h v l a k t e kunnen bepalen. De p e i l - buizen z i j n van f e b r u a r i 1976 t o t a p r i l 1977 waargenomen. I n d i t t i j d v a k z i j n een paar n a t t e p e r i o d e n en een zeer droge p e r i o d e (zomer 1976) voorgekomen. De gemeten f r e a t i s c h e 1 i j n e n
i n de n a t s t e p e r i o d e z i j n i n de b i j l a g e n 2, 3 en 4 ingetekend. U i t de waarnemingsreeks b l i j k t i n welke mate h e t f r e a t i s c h v l a k door n e e r s l a g wordt beïnvloed. Aan de hand van deze gegevens i s een s c h a t t i n g gemaakt van een maatgevende f r e a t i s c h e l i j n t e n gevolge van een l a n g d u r i g hoge neerslag.
Note
I n h e t s t a b i l i t e i t s r a p p o r t van h e t L.G.M. i s deze maatgevende f r e a t i s c h e l i j n gekoppeld aan de maatgevende boezemstand. H i e r b i j d i e n t e c h t e r opgemerkt t e worden d a t verhogingen van de f r e a t i s c h e l i j n zowel een gevolg z i j n van de toegenomen n e e r s l a g i n t e n s i t e i t a l s een verhoging van de boezemstand. B i j de v a s t s t e l l i n g van de maatgevende f r e a t i s c h e l i j n i s g e t r a c h t met b e i d e e f f e c t e n r e k e n i n g t e houden. D a a r b i j worden v o o r a l de verhogingen t e r p l a a t s e van h e t b i n n e n t a l u d s t e r k e r beïn- v l o e d door de n e e r s l a g dan door een verhoogd boezemwaterpei 1.
-
5.4. Keuze van de d w a r s p r o f i e l e n voor h e t s t a b i l i t e i t s o n d e r z o e k
Gezien de vorm van de kade met z i j n v r i j s t e i l e h e l l i n g e n van h e t b i n n e n t a l u d en de opbouw met slappe samendrukbare lagen i n - en onder de kade b e s t a a t e r geen g a r a n t i e , d a t deze kade l a n g s de p o l d e r Beschoot een voldoende mate aan s t a b i l i t e i t z a l b e z i t t e n . Om d i e reden wordt i n deze kade een v o l l e d i g s t a b i l i t e i t s o n d e r z o e k n o d i g geacht. Omdat de grondopbouw (de 1 i t h o s t r a t i g r a f i e en de d i k t e van de lagen) i n - en onder de kaden i n h e t gebied, d a t voor de s t a b i l i t e i t van de kade van belang i s , een v r i j w e l c o n s t a n t b e e l d v e r - t o o n t , en omdat i n de vorm van de k a d e p r o f i e l e n o n d e r l i n g geen g r o t e v e r s c h i l l e n z i j n waargenomen, l i j k t h e t voldoende om s l e c h t s i n één d w a r s p r o f i e l een d e r g e l i j k onderzoek u i t
-
18-
t e voeren, Hiervoor komt dwarsprofiel 2 het meest in aanmer- king in verband met het s t e i l s t e binnentalud en de wat slap- pere Calais sedimenten; i n het bijzonder d i r e c t onder de veen1 aag.
Profiel 5 i s gekozen om na t e gaan wat het ontbreken v a n de teensloot voor invloed op de s t a b i l i t e i t heeft.
-
19-
6, Maatgevende boezemstand.
In het C.O. W.-rapport:"Boezempeilen in d e verschillende Water- schappen, a u g . 1972" i s een beschouwing gegeven over het
voorkomen van een maatgevende boezemstand. Voor de Scher- merboezem kan een s t a n d van N.A.P. t 0,20
m
worden aange-nomen. Bij deze boezemwaterstand gaat de keermuur een e ss e n tië le rol spelen b i j de waterkerende functie van de kade.
-
20-
7 . Stabi 1 i t e i tsonderzoek
I n hoofdstuk 5.4. i s een motivering gegeven van de keuze van de profielen 2 en 5, waarin een stabiliteitsonderzoek i s ge- wenst. Een beschrijving van het onderzoek en de resultaten z i j n
lage 6 toegevoegd.
Bij het rapport kan nog het volgende worden opgemerkt.
-
De berekeningen z i j n uitgevoerd met een hoogst gemeten frea- tische l i j n en een maatgevende freatische l i j n ( z i e 5.3.).in rapport CO-233550/33 gegeven; d i t rapport i s a l s b i j -
Alle profielen worden doorgerekend met de in het onder- zochte profiel aangetroffen laagverdel i n g en grondeigen- schappen.
Om
het gehele t r a j e c t , waarvoor het profiel representatief i s , t e kunnen beoordelen dient rekening t e worden gehouden met mogelijke afwijkingen in de profielvorm, laagopbouw en grondeigenschappen. Wat b e t r e f t de profielvorm enlaagopbouw i s getracht om op grond van de visuele verkenning en het geologisch lengteprofiel een qua s t a b i l i t e i t wat ongunstig profiel t e kiezen.
Binnen het t r a j e c t , waarvoor een bepaal d prof i e l represen- t a t i e f i s , i s het echter ook mogelijk dat in een soortge-
1 i j k profiel slechtere wri jvingseigenschappen aanwezig z i j n dan in het onderzochte profiel z i j n aangetroffen.
Om enigszins met deze mogelijkheid rekening t e houden i s in één geval het onderzochte profiel ook doorgerekend met gemiddelde waarden van het Hollandveen en de klei met plantenresten (Calais). Deze gemiddelde waarden z i j n a f -
komstig u i t een door het L.G.M. verricht " S t a t i s t i s c h onder- zoek naar de cel proefresul taten in Noord-Hol 1 and" (Rapport 000619/138).
-
Wat b e t r e f t de doorgerekende profielen kan het volgende opgemerkt worden:P r o f i e l 2
Met de in d i t profiel aangetroffen grondeigenschappen wordt de vol gende evenwichtsfactor
( n )
gevonden:FL-1 (hoogst gemeten freatische l i j n )
n
= 1,11Een berekening voor de maatgevende freatische l i j n i s gezien de lage evenwichtsfactor n i e t meer uitgevoerd.
-
2 1-
De lage evenwichtsfactor i s grotendeels het gevolg van de d i r e c t aan de binnenteen gelegen teensloot en het s t e i l e
b i nnental ud.
Het
kadegedeelte waarvoor de dwarsprofielen 1 t / m 4 represen- t a t i e f z i j n gesteld moet a l s onveilig worden aangemerkt.De
veiligheid van d i t kadegedeelte kan worden vergroot door het dichten van de teensloot en het aanbrengen v a n een steun- berm.Profiel 5
Met de i n d i t profiel aangetroffen
d e volgende evenwichtsfactoren
( n )
grondei genschappen worden gevonden :
FL-1 ( h o o g s t gemeten freatische l i j n ) n = 1,54
FL-2 (maatgevende freatische l i j n ) n 1,34
Voor d i t profiel i s b i j FL-3 een extra berekening gemaakt met de gemiddelde waarden voor het Hollandveen en de klei met plantenresten, (Fl-3 met gemiddelde waarden: n = 1 , 3 0 ) .
Als gevolg van het kleine verschil in de aangetroffen en de gemiddelde wrijvingswaarden i s de evenwichtsfactor slechts weinig lager d a n de eerder gevonden 1,34.
De aanzienlijk hogere evenwichtsfactor i n profiel 5 in ver- gelijking t o t profiel 2
-
hoewel profielvorm, laagopbouw en wrijvingseigenschappen nagenoeg g e l i j k z i j n-
wordt ver- oorzaakt door het ontbrekenv a n
een teensloot.Op grond van de eerder genoemde evenwichtsfactor ( 1 , 3 4 ) wordt i n het gehele kadegedeelte, waarvoor profiel 5 representatief i s gesteld, vol doende stabi 1 i t e i t verwacht.
-
22-
8.
m
.
Uit de hoofdstukken 2 t / m 7 kan het volgende over de veilig- heid van de kade worden geconcludeerd.
De oude Zuiderzeedijk langs de voormalige polder Rietkoog i s buiten beschouwing gelaten; deze d i j k zal in een l a t e r stadium worden onderzocht in het kader van het systematisch onderzoek naar de veiligheid van zee- en rivierdijken, en overige waterkeringen.
De boezemkade langs de Beemster Uitwatering heeft over de gehele lengte nagenoeg hetzelfde p r o f i e l ; de grondlagen- opbouw i s eveneens vrijwel g e l i j k . Gezien de resultaten van het stabiliteitsonderzoek in dwarsprofiel 2 en de in hoofdstuk
7 gemaakte opmerkingen b i j d i t onderzoek moet het kadege- deel t e waarvoor de dwarsprofielen 1 t / m 4 representatief z i j n a i s onveilig worden aangemerkt (minimum evenwichts- factor 1 , l ) .
Het kadegedeelte langs de Beemster Uitwatering, waarvoor dwars- profiel 5 representatief i s kan a l s veilig worden aangemerkt
(minimum evenwi c htsfactor 1,3
1.
Wat
b e t r e f t het kadegedeel t e waarvoor dwarsprofiei 6 represen- t a t i e f i s , de Slimdijk, kan het volgende opgemerkt worden: Wanneer d i t kadegedeelte boezemwater moet gaan keren zal, gezien de profielvorm en de t e verwachten grondopbouw, ded a n ontstane s i t u a t i e op den d u u r t e vergelijken z i j n met die in profiel 2 . Wanneer de S l i m d i j k permanent boezemwater moet gaan kerens moet deze a l s onveilig worden aangemerkt.
De tussen Schardam en Oudendijk i n de buitenkruinlijn van de kade aanwezige keermuur k r i j g t b i j een s t i j g i n g van de boezem een waterkerende functie. Het keermuurtje i s op houten palen gefundeerd. Bij deze constructie bestaat het gevaar dat e r b i j zetting van de kade een opening ontstaat tussen de onder- k a n t van de muur en de kruin van de kade.
Bij een hogere boezemstand zal het water dan over de k r u i n stromen wat een hogere ligging van de freatische l i j n t o t gevolg heeft. Deze hogere freatische l i j n heeft een na- delige invloed op de s t a b i l i t e i t van de kade.
De keermuur wordt op een aantal plaatsen onderbroken i n ver- band met de aanwezigheid van houten bruggen welke de polder Beschoot verbinden met de polder Beetskoog. In de
muur
bevinden-
2 3-
z i c h schotbalksponningen. Schotbalken ontbreken e c h t e r .
De aanwezige kabels, l e i d i n g e n en vreemde o b j e c t e n z i j n n i e t i n de beschouwing over de v e i l i g h e i d van de kaden betrokken. De aanwezige kabels, l e i d i n g e n en vreemde o b j e c t e n dienen t e worden g e t o e t s t aan:
a. Leidraad voor c o n s t r u c t i e en beheer van g a s l e i d i n g e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen (T.A.W.)
b. Leidraad voor c o n s t r u c t i e en beheer van v l o e i s t o f l e i d i n g e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de T.A.W.
c. Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud van c o n s t r u c t i e s en vreemde o b j e c t e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de T.A.W.
-
24-
9. Samenvattina
De p o l d e r Beschoot h e e f t een t a m e l i j k r e c h t h o e k i g e vorm en wordt aan twee z i j d e n door boezemwateren begrensd. I n h e t oosten 1 i g t de I J s s e l m e e r d i jk , h i e r n i e t verder beschouwd, omdat deze d i j k i n een l a t e r stadium z a l worden onderzocht i n h e t kader van h e t systematisch onderzoek naar de v e i l i g - h e i d van zee- en r i v i e r d i j k e n , en andere waterkeringen. I n h e t zuidoosten l i g t de voormalige p o l d e r de Rietkoog (25 ha) b u i t e n de hoofdwaterkering. De onderzochte boezemkade 1 i g t i n h e t zuiden van de p o l d e r l a n g s de Beemster U i t w a t e r i n g en i n h e t westen l a n g s de Beemsterringvaart; tussen de r i n g v a a r t en de e i g e n l i j k e boezemwaterkering, de S l i m d i j k , l i g g e n de Troonlanden ( t o t a a l c i r c a 13 ha).
I n h e t noorden g r e n s t de p o l d e r aan de p o l d e r Westerkogge, een n i e t t o t de Schermerboezem behorende afwateringseenheid. De kade beschermt een g r o o t (725 ha), d i e p l i g g e n d (maaiveld on- geveer N.A.P.
-
3 m > a g r a r i s c h gebied met enige bebouwing en b e l a n g r i j k e wegverbindingen (de secundaire weg no. 11, een spoorweg en RW 7 i n a a n l e g ) .De boezemkade h e e f t over de gehele l e n g t e nagenoeg h e t z e l f d e p r o f i e l ; de k r u i n b r e e d t e i s ongeveer 5,5 ä 6 meter. Voor de kade l i g t op sommige p l a a t s e n boezem- en v l i e t l a n d . De h e l l i n g van h e t b i n n e n t a l u d i s 2:3 ä 1:2; de kerende hoogte bedraagt c i r c a 3,5 meter. Tussen Schardam en Oudendijk s t a a t i n de b u i t e n k r u i n l i j n een keermuur met een hoogte t o t r u i m
N.A.P. f 1 m en gefundeerd op houten palen. J u i s t door d i e
f u n d e r i n g b e s t a a t h e t gevaar d a t e r b i j z e t t i n g van de kade een opening o n t s t a a t tussen de onderkant van de keermuur en de k r u i n . B i j een hogere boezemstand z a l h e t water dan o v e r de k r u i n stromen5 wat een hogere l i g g i n g van de f r e a t i s c h e l i j n t o t gevolg h e e f t . Deze hogere f r e a t i s c h e l i j n h e e f t een na- d e l i g e i n v l o e d op de s t a b i l i t e i t van de kade.
Op een a a n t a l p l a a t s e n i s de keermuur onderbroken i n verband met de aanwezigheid van houten bruggen welke de p o l d e r Beschoot met de p o l d e r Beetskoog verbinden. I n de muur z i j n cchot-
b a l ksponningen aanwezig, hoewel de schotbal ken ontbreken. De onderzochte boezemkade 1 angc de Beemster U i t w a t e r i n g en de S1 i m d i j k hebben een v r i j w e l gel i j k e grondlagenopbouw en
-
25-
boven naar beneden opgebouwd u i t zandhoudende klei met een laag- dikte van 2,5 à 3
m;
hieronder l i g t een 1 à 1,5m
dikke laag veen- houdende klei overgaand in veen.Daaronder bevindt zich een 4,5 à 6 , 5 m dikke laag klei met dunne zandlaagjes; plaatse1 i j k ( o . a . b i j dwarsprofiel 2 ) bestaat d i e l a a g aan de bovenzijde u i t klei gemengd met plantenresten. Dan volgt een 4,5 à 6
m
dikke laag kleihoudend zand. Het gehele pakket rust op het Pleistocene zand, waarvan de bovenzijde on- geveer tussen N.A.P.-
16m
en-
17,5m
l i g t ,Op grond van het uitgevoerde stabi 1 i t e i tsonderzoek moet het kade- gedeelte met de sloot d i r e c t aan de teen a l s onveilig worden aan- gemerkt (minimum evenwichtsfactor 1 , l ) .
Het kadegedeelte waar de teensloot ontbreekt kan op grond van het uitgevoerde onderzoek al s vei 1 i g worden beoordeeld (minimum even- wichtsfactor 1 , 3 ) .
De Slimdijk keert n i e t d i r e c t boezemwater. Moet d i t kadegedeelte echter boezemwater gaan keren, d a n zal gezien de profielvorm de ontstane s i t u a t i e op den d u u r t e vergelijken z i j n met die van het kadegedeelte langs de Beemster Uitwatering met de sloot d i r e c t aan de teen. Wanneer de Slimdijk d u s permanent boezem- water moet gaan keren, moet deze a l s onveilig worden aangemerkt.
Voor zowel de kaden langs de Beemster Uitwatering a l s de Slimdijk geldt d a t de aanwezigheid van kabels, leidingen en vreemde ob-
jecten nSet i n de beschouwing over de veiligheid van de kaden i s betrokken.
De aanwezige kabels, leidingen en vreemde objecten dienen t e worden getoetst a a n :
a . Leidraad voor constructie en beheer van gasleidingen i n , op
en nabij waterkeringen van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen ( T . A . W . ) .
b. Leidraad voor constructie en beheer van vloeistofleidingen i n , op en nabij waterkeringen van de T.A.W.
c . Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud van constructies en vreemde objecten i n , op en nabij waterkeringen van de
POLDER BESCHOOT
Bijlage 10 van Polder Beschoot. (Geschiedenis)
De Beemster Uitwatering
Op 19 september 1607 kwam e r een overeenkomst
t o t
stand tussen de regenten voor de Uitwaterende Sluizen, die e rvoor
waakten dat de belangen van de Schermerboezem n i e t i n het gedrang kwamen, en de bedijkers van de Beemster. Deze laatsten namen op zich een uit- wateringskanaal t e graven van het Schermeer b i j Ursem, via Avenhorn en Oudendijk naar de toenmalige zeedijk t e Lutjeschardam. I n die d i j k mocht voorlopig een houten duikersluis (de Hornsluis) worden gelegd, met g e l i j k e afmetingen a l s de stenen s l u i s t e Schardam. De bedijkers van de Beemster hebben de voorgeschreven werken in1608 inderdaad uitgevoerd. I n 1734 besloot de Beemster de houten duikersluis t e Lutjeschardam t e herbouwen in steen.
Kleine droogmakerijen in de polder
Op de kaart van droogmakerijen, verveningen en bedijkingen van de provincie Noord-Holland ( b i j l a g e 10.2.) z i j n voor de polder
Beschoot de nrs. 7 0 , 7 1 en 7 5 van belang.
De Zuiderbraak
(nr.
7 0 ) 10 ha en de Bedijkte Waal (nr. 71) 14 ha, beide bezuiden Scharwoude, z i j n omstreeks 1631 bedijkten droog-
gemaakt krachtens octrooi van 21 december 1630, verleend door de Staten van Holland en Westfriesland. De Zuiderbraak wordt door-sneden door de spoorweg Purmerend-Hoorn; daardoor z i j n twee poldertjes ontstaan. De Zwarte Waal (nr. 75) 4 ha i s in 1866 bedijkt en droog- gemaakt krachtens K.B. van 9 februari 1866.
Al gemeen.
Sinds het begin onzer j a a r t e l l i n g i s de provincie Noord-Hol land ongeveer dertig maal door grote overstromingen zwaar geteisterd. Een gewest, dat grotendeels door dijken tegen de zee moet worden beschermd, was vroeger
nu
eenmaal u i t e r s t kwetsbaar. Als nog ruim zestig j a a r geleden, n . 1 . i n 1916, ernstige dijkdoorbraken konden plaats hebben, hoeveel groter was dan die mogelijkheid in vorige eeuwen, toen de dijken veel minder hecht waren dann u .
Maar behalve de constructie der dijken i s ook het beheer en onder- houd thans veel beter, terwijl door de a f s l u i t i n g der Zuiderzee in 1932 d i t gewest aan de oostzijdenu
doeltreffender tegen over-- 2 -
stromingen i s beveil igd dan ooi t .
De watersnood
van
1675.Op 4 november 1675 stak een hevige storm u i t het noordwesten op; het
was
bovendien springvloed. Omtwee
uur
I s nachts brak de d i j k ten zuiden van Hoorn, tussen het Zwarte Kerkje t e Scharwoude en de Oudendijk, door. Er ontstondeen
g a tvan
d e r t i g roeden (ongeveer 113
m )
lang en dertig voet (circa 9,3 m ) diep. De overstroming was zeer uitgestrekt; i n de polder Be- schoot overspoelde het binnenstromende water de gronden van Scharwoude, Grosthuizen en Avenhorn.Op 16 november 1675 brak de
storm
opnieuw los en het water spoelde het bijna voltooide werk van de dichting b i j Scharwoude weg. Ditmaal was de overstroining nog dieper landinwaarts en de reeds genoemde gebieden werden weer getroffen.Op 4 december 1675 stak de storm ten derde male op en weer werd de met spoed aangebrachte dichting b i j Scharwoude vernield. Nu stroomde het water door twee gaten, respectievelijk zes voet
(circa 1 , 9
m)
en veertien voet (ongeveer 4,3m)
breed,naar
binnen; de Vier Noorder Koggen en Drechterland, met ondermeer de polder Beschoot, vormden één grote binnenzee. Na 6 december brak ook de Oudendijk langs de Beemster Uitwatering over eenlengte van 16 i3 17 roeden (ongeveer 62 m) door, en de overstroming breidde zich verder u i t .
Het g a t in de zeedijk b i j Scharwoude was vanwege d e diepte n i e t t e dichten.
De
nieuwe d i j k werd buitenwaarts om de breuk heen gelegd; d i t werk werd 23 januari 1676 voltooid.Op oude kaarten s t a a t de plaats van de doorbraak b i j Scharwoude aangegeven a l s "Het Zeegat".
De Kerstvloed van 1717.
Na een harde wind u i t het zuidwesten
stak
op 25 december 1717 een zware noordwesterstorm op; de Assendel ver Zeedijk brak op ver- schillende plaatsen door en i n het Noorderkwartier kwamen vele dorpen vanaf Zaandam t o t Avenhorn onder water t e staan.I.
li
' I
.i
Bijlage
10van Polder Beschoot. (Geschiedenis)
De Beemster Uitwatering
O p 19
september
1607 kwamer een overeenkomst
t o tstand tussen de
regenten
voor de Uitwaterende Sluizen,
die ervoor waakten
d a tde belangen van de Schermerboezem niet
i n hetgedrang kwamen, en
de bedijkers
van de Beemster. Deze laatsten namen
op z i c heen
u i t -wateringskanaal t e graven van het Schemeer
b i jUrsem,
viaAvenhorn
en Oudendijk naar de toenmalige zeedijk te Lutjeschardam.
Indie
dijk mocht voorlopig een houten duikersluis (de Hornsluis) worden
gelegd, met gelijke afmetingen a l s de stenen sluis t e Schardam,
De bedijkers van de Beemster hebben de voorgeschreven werken
i n 1608inderdaad uitgevoerd.
I n 1734besloot
deBeemster de houten
duikersluis t e Lutjeschardam t e herbouweh
i nsteen.
I
!
Kleine droogmakerijen
i nde polder
Op
de kaart
van droogmakerijen, verveningen en bedijkingen van de
provincie
Noord-Holland(bijlage
10.2.)z f j n voor
de polder
Beschoot de nrs.
70, 7 1en
7 5van belatg.
De Zuiderbraak
(nr.
70) 10 haen de Bedijkte
Waal(nr.
71) 14 ha,beide bezuiden Scharwoude, zijn omstreeks
1631bedijkt en droog-
gemaakt krachtens octrooi
van
2 1december
1630,verleend
doorde
Staten
van
Hollanden Westfriesland. De Zuiderbraak
wordt door-sneden
doorde spoorweg Purmerend-Hoor@; daardoor
z i j ntwee poldertjes
ontstaan. De Zwarte Waal
(nr.
75) 4 ha i s i n 1866bedijkt en
droog-gemaakt krachtens
K.B.
van
9februari
1866.**
A l
gemeen.
Sinds
het begin onzer jaartelling
i sde provincie
Noord-Hollandongeveer dertig maal
doorgrote overstramingen zwaar geteisterd.
Een gewest, dat grotendeels
doordijken .tegen de zee moet worden
beschermd,
was vroeger
nu
eenmaal uiterst kwetsbaar.
Als nogruim
zestig j a a r geleden,
n.1. i n ' 1916,ernstige dijkdoorbraken
konden plaats hebben, hoeveel groter
was-dan die mogelijkheid
i nvorige eeuwen, toen de dijken veel mbder hecht waren
dannu.
Maar behalve de constructie der dijken is
ookhet beheer en onder-
houdthans veel beter, terwijl
door de afsluiting der Zuiderzee
i n 1932 d i tgewest
aan de oostzijde
nu
doeltreffender tegen over-
- 2 -
1
I
stromingen
i s beveiligd dan ooit.De watersnood
van
1675.Op 4 november 1675 stak een hevige storm u i t
het
noordwesten op;het
was
bovendien springvloed. Om tweeuur
' s nachtsbrak
de dijk ten zuiden van Hoorn, tusseR het Zwarte Kerkje t e Scharwoudeen
de Oudendijk, door. Er ontstond een g a t vandertig roeden (ongeveer 113
m)
lang en dertig voet (circa 9 , 3m)
diep. De overstromingwas
zeer
Uitgestrekt; in de polderBe-
schoot overspoel de het binnenstromende water de gronden van Scharwoude, Grosthuizen enAvenhorn.
Op 16
november
1675 brak de storm opnieuw los en hetwater
spoelde het bijna voltooide werk van de dichting b i j Scharwoude weg. Ditmaalwas
de overstroining nog dieper landinwaarts en dereeds
genoemde gebieden werden weer getroffen.Op 4 december 1675 s t a k de storm ten derde male op en weer werd de met spoed aangebrachte dichting b i j Scharwoude vernield.
Nu
stroomde
hetwater
door twee gaten, respectievelijk zes voet (circa 1,9m)
en veertien voet (ongeveer 4 , 3m)
breed,naar
binnen; de Vier Noorder Koggen en Drechterland,met
ondermeer de polder Beschoot, vormden één grotebhnenzee.
Na 6 december brak ook de Oudendijk langs de Beemster Uitwatering over eenlengte
van
16 à 17 roeden (ongeveer 62m)
door, en de overstroming breidde zich verder u i t .Het g a t i n de zeedijk b i j Scharwoude was vanwege de diepte n i e t
t e
dichten. De nieuwe dijk werd buitenwaarts om de breuk heen gelegd; d i t werk werd 23 januari 1676 voltooid.Op oude kaarten
s t a a t
de plaatsvan
de doorbraak b i j Scharwoude aangegeven a l s "Het Zeegat".De Kerstvloed
van
1717.Na
een
harde wind u i t het zuidwestenstak
op 25 december 1717 een zware noordwesterstorm op; de Assendelver Zeedijk brak op ver- schillende plaatsendoor
en
i n het Noorderkwartier kwamen vele dorpen vanaf Zaandamt o t Avenhorn
onder watert e s t a a n .
4 '*, t 1
laboratorium
voor
grondmechanica
delft
J
.
Datum: Aan : stieltjesweg 2 postbus 69 telefoon: (015)-56 92 23' telex: solab ni 33326 postgiro: 234342bank: mees en hope nv delft
t.a.v.: i
Betreft:
Ons nummer:, Qo - 2 5 5 P S * /
Ingevolge afspraak dd. met
doen wij U toekomen:
I
1
laboratorium
voor grondmechanica
Y
delft
. .
STABILITEITSQNDERZOEK AAN 2 DWARSPR9FLEICEN
VAN DE BOEZEMKADE VAN Di2 POLDER
BESCHOOT C O - 2 3 3 5 5 0 / 3 3 aktober 1976
1
stieltjesweg 2 postbus 69 telefoon: (015)-56 92 23* telex: solab nl33326 postglro: 234342bank: mees en hope nv delft
Werkzaamheden ten behoeve van opdrachtgevers worden slechts uitgevoerd op voorwaarde dat de opdrachtgever afstand doet van ieder recht op aansprakeiijkstelling en zich verplicht tot vrijwaring voor iedere aansprakelijkheid jegens derden.
In h e t k a d e r van een s y s t e m a t i s c h onderzoek n a a r h e t waterkerend
verinogen van de boezemkaden I n Nederland i s i n o p d r a c h t van h e t
Centrum voor Onderzoek Waterkeringen (COW) door h e t Laboratorium
voor Grondmechanica (LGM) een s t a b i l i t e i t s o n d e r z o e k u i t g e v o e r d
aan 2 d w a r s p r o f i e l e n van de boezemkadeii van de p o l d e r Beschoot. D e r e s u l t a t e n van h e t onderzoek worden i n d i t rapport vermeld.
Algemene gegevens betreffende h e t onderzoek
_.I_. l-l__l. A a n tal. pr of i e l e n : 2 Aantal continuboringen 66 mm: 4 T o t a l e b o o r l e n g t e : ca 2 2 m Aantal. celproeven : 34 Periode t e r r e i n w e r k : 3 e n 4 m e i 3976
- I -
I n l e idim%
D i t s t a h i . t i t e i t s o n d e r z o e k i c ceti vervo1.g op een e e r d e r d o o r h e t LGM u i t g e v o e r d vooronderzoek. D e r e s u l t a t e n daarvan z i j n i n hei;
e i n d r a p p o r t van het COW verrnclü.
D i t voorondexz,oek h e e f t bestaan i? i. t . ? . r + t xitvoererì van 7 c o n t i n u - b o r i n g e n c i e t e e n d i a i r e t e r van 29 nim e n 4 midäelzwarc s o n d e r i n g e n i n 3 d w a r s p r o f i e l e n ( n . 1. d e n r s . 2 , 4 en 5 )
.
I n o v e r l e g met het COW werd. n a r aanleiding van d e r e s u l t a t e n
van d i t vooronderzoek besloten i n de profielen 2 en 5 een v o l - Xediy c t a b i l i t e i t s o n d e r z o e k t e v e r r i c h t e n .
Omvang v a n het onderzoek
__^----...---
T e r v e r k r i j g i n g van oiiycroerde m o n s t e r s e n a a n v u l l e n d e gegevens o m t r e n t d e grondopbouw van d e p r o f i e l e n z i j n c o n t i n u b o r i n g e n m e t een d i a n e t e r vm 66 mm u i t g e v o e r d . In het: l a b o r a t o r i w n z i j n u i t de boorresilit.aten i n t o t a a l 34 grondmonsters genomen, waarop c e l - proeven zijn u i t g e v o e r d o m d e w + i j v i n g s e i g e n s c ~ a p p e n ( c ' e n @'--
waarden) van de d i v e r s e g r o n d l a g e n i n g e c o n s o l i d e e r d e t o e s t a n d t e bepal-en.
Verder z i j n van e e n a a n t a l mcinsters uit de b o r i n g e n de volume- gewichten hepaal-d. &ze z i j n n a a s t de w r i jv i c y s e i g e n s c h a p p e n van belang v o o r de b e p a l i n g van de a a n d r i jvende- e n w e e r s t a n d b i e d e n d e k r a c h t e n b i j äe gtcibi1,iteitsberekesiingen. Na h e t nemen van de
m o n s t e r s voor de IcFboratoriunproeven z i j r ? de o v e r i g e b o o r r e s u l t a t e n beschreven e n g e f o t o g r a f e e r d . Deze f o t o ' s z i j n a l s b i j l a g e n F9 t / m F l 2 bij d i t rapport gevoegd.
O p di- b i j l a g e n B1 en B2 z i j n de boorprofielen g e t e k e n d , waarnaast t e v e n s de volurnegewichten e n de p l a a t s e n van de c e l p r o e f m o n s t e r s s t a a n aangegeven a
- 2 -
Qm eer1 i n d r u k van de laagopbouw i n da kaden t e v e r k r i j g e n z i j n d e z e b o o r p r o f i e l e n nogmaals yetelrend i n de ä w r i r s p r o f i e l e n o p d e b i j l a g e D4.
.
H e t v e r l o o p van de f r e a t i s c h e l i j n i n h e t d w a r s p r o f i e l i s be- paald a a n d.e hand, van d o o r h e t COW g e p l a a t s t e p e i l b u i z e n .ne p e i l b u i z e n z i j n gedurende e n i g e weken waargenomen t e g e l i j k e r - t i j d m e t d e w a t e r s t a n d e n i n d e boezem e n i n de k w e l s l o o t . Daar-
n a a s t h e e f t h e t COW gegevens v e r s t r e k t omtrent. de maatgevende
boezemstand. A a n d e d i v e r s e l a g e n z i j n b e p a a l d e grondeigenschap- /5--+-+&.
pen toegekend, d i e per l a a g c o n s t a n t worden v e r o n d e r s t e l d . H e t
i s d u i d e l i j k d,at d i t rekenmodel s l e c h t s een b e n a d e r i n g van de
w e r k e l i j k h e i d z a l z i j n , d a a r n o o i t e e n c o n t i n u beeld van de
-Y
A lLgkl$II'*T
&---+, ---.-4
A- A A - i a G e - d e +:-&f. __..-..- ondergrond wordt v e r k r e g e n,
e r s p r e i d i n g I n de p r o e f r e s u l t a t e n , o p t r e e d t e t c . M e t h e t rekenmodel i s e e n a a n t a l s t a b i l i t e i t s - b e r e k e n i n g e n gemaakt,
waarbi. j u i t g e g a a n wordt van c i r k e l v o r m i g egii j v l a k k e n .
D e b e r e k e n i n g e n ziijn m e t d r i e f r e a t i s c h e l i j n e n u i t g e v o e r d , t e
weten:
F1.-i: een f r e a t i s c h e lijn, waarvan h e t v e r l o o p i s b e p a a l d aan d e hand van d e p e i lbuiswaamemingen
.
Fl-2: e e n f r e a t j - s c h e l i j n , waarvan h e t verloop i s aangenomen b i j
een maatgevende boezemwaterstand van 0 , O m C N . A . P .
F1-3: h e t v e r l o o p van d e z e f r e a t i s c h e . l i j n i s aangenomen bi.7 e e n maatgevende boezemwa.terstand van 0,20 rn -k N.A.P.
DE! t o e g e p a s t e l a a g v e r d e l i n g e n en g r o n d e l yenschappen, alsmede ds
x e s u l t a t e n van d e s t a b i 1 i t . e i t s b e r e k e n i n g e n z i j n op de b i j l a g e n
G1 t / m G 3 aangegeven voor r e s p e c t i e v e l i . j k de p r o f i e l e n 2 e n 5.
K e s u l t a t.en
P-"
-
b o r i n g e n-
D e navolgende b e s c h r i j v i n g van d e grond@pbouw i n , en beneden het- kadclicharun i s ' g e b a s e e r d o p één van de uitgevocr:de b o r i n g e n .