• Nie Znaleziono Wyników

Dynamisch hellingsgedrag van een lek schip

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dynamisch hellingsgedrag van een lek schip"

Copied!
28
0
0

Pełen tekst

(1)

f

Dynamisch hellingsgedrag van een lekschip

A W Vredeveldt (TNO-CMC)

en

J.M.J. Journée (TUD)

Rapport. Nr. 865-P

Februari 1990

Te presenteren tijdens Ro/Ro Seminar, 23 maart 1990 te Deift

Deift Univereltyof Technology

Ship Hydroãjechan ics Laboratory Mekeiweg;2

2628 CD Deift The Netherlands

(2)

Dynamisch :heilingsgedrag van en lek schi.p

A.W. Vredeveldt (TNO-CMC)

en J.M.J. Journée (TUD)

Febrüarj 1990

Te presentere.n tijdens

Ro/Ro Seminar, 23 maart 1990

(3)

Same nva ttin g

De zogena-am-de "r:apid-capsizing"

ver-schijn-selen bij lek raken, die

veelal

al-s

kenmeirk-end worden gezien

vo:or

"roll

on

--

roll off"

schepen,

zij;n het gevolg van eneri.jds

een drastische

ver.minder-ing va:n

de s tati.s che s tab i.l i te.itseigens chappen door he t binnen

-gestr-oomde 1ekwater en anderzijds de optredende dynamische

ver-schijnselen tijde-is het voloopproces.

Kennis over bet dynamische ge'drag

-van. het ac-hip tijdens hot

vol-lope-n in een

leik-ke

sit.uatie en over de precieze- invloed

van de

dynamische verschijns.ele-n daarbij

is van groot belang bij het

opstellen van kritaria voor de stabilitejt van- dit

oort schepen.

0m meer inzi.cht te verk-rijgen.in

bet dynamisch hellings-gedrag

en

het effekt van een "crossduct" tusse-n de zijtanks tijdens het

vollopen-,

is

een

experi.mentee1

onderzoek

uitge-vo:er-d

orn

eon

re-kenmodel

te

testen.

H-et

ond-erzoek

is

ui-tgevoe-rd door TNO

in

nauwe S:ame-nwerking met de

TU:D. in

o-pdracht-

v-an CM0

De eerste re-sultaten van dit

onderz-oek worden hier

weergegeven.

Inhoud.

-

-1.-

-- InI-e i-ding.

Filosofie.

Rekenmod-el.

Fysisch model.

- Ex;perimentei:e resultaten.

-6.

-

Konkl-us-ïe.s.

7.

Ref-ere--ntjes.

Figuren.

(4)

i. Inl-ei-ding.

Bij

de

be-oord-eling van

de veiligheid van schepen spe-len

vele

aspekten een

rol.

Een van

dez,e

aspekten

is

de

dwarsscheepse

stablliteit van het schip.

Er

b-e-staan

uitgebreide

sta-biliteitseisen.

Voor

elk

t-e

bouwen

schip worden uitgebreide berekeningen

uitgevoerd

orn

de

sta'bi-litèit in o-nbes'ch-adigde toestand

te kunnen b.eoorde1en.

'Daarna-ast worden er,, afhankelijk van het schée-ps-type, o-ok n:og een

groot aantai beschadigingsvarianten doorgere-kend,

w-aarbij diverse

kompar-timenten

in

het

schip

lek worden verondersteid.

H-ier-bij

wordt

een

qu-asi-statis-c-h,e

sit-uatie

verondersteld.

Behalve

een

berekening voor de toes ta-nd

waarbij

de betrokken komp-artirnenten

-volled-ig zijnvolgestr-oomd, worden

ook nog een aantal

bere-ke-fingen voor t'u-ssento-estanden

met-ged-eeltelijk voigestr-oomde

korn-'partimente-n ui tgevoerd-.

Voor het beoordel,en

van de

st-abiiite-i-t worden in het algerneen

ge-en berekeningen in de tijd uitgevoerd.

Een uitzondering hierop

zijn schepen met tanks in de

z-ijden, welke symmetrisceh zijn

aan-gebracht te-n opzichte

van het iangs--syrnmetr-jevlak. Deze zu tanks

worden via een "crossduct"

doorve-rbond-e,n zodat, wanneer éé-n

zij-tank vols troomt rne.t water,

tevens de tegenover Ï:iggende zij

tank

v'o].stroomt. Met een dergelijke

konfiguratie wordt beoogd dat

het

schip niet te ve-ei zal

gaan heilen wanneer het lek raakt.

Aan de

tij'd-sduur voor het bereiken

van geli-jke waterniveau's in beide

tanks wordt- ¿en grena

ge-s teld.

De 'zogenaamde-IIrapidcapsizjng.n

verschijns'elen b-ij,

le-k raken, die

v.eelal

als- kenm-erke.nd worden

gezien voor "roil on

-

roll off"

schepe;n, zijn he.t gevolg

van enerzijds een drastische

ve-rminder-ing van de statische

stab-iliteitseigenschappen do-or bet

binn-en-gestroomde lekwater en

a-nderz-ij da de-

optr'eden-de dynamische

ve r

-schijnsel.en tijden.s het volioop-pr-oces

[1, 2,

4].

Er i.s -echter weinig. bekend

over het dynamische heliingsgedrag

van

schip ten ge-volge -van het piotseling.

in-stromen van water-door

-e en

een groot lek. Hetzelfde geldt ook-

voor de invio-ed va-n de

stro-ming in- een "crossd-u-ct".

tussen zij tanks op dit gedrag'.

(5)

Meer kennis over h'e,t dynamische gedrag van bet schip tij dens het

vollo:pen in

ee.n

Lekke situatie en over de .precieze invloed

van

bovengenoemde verschijrise:len daarin,

is echter van groot belang

bij bet op'stellen van kriteria

voor de stabiliteit van dit type

sche;p:en.

Na een aanvarin

en een, hierdoor ontstaan gat in de scheepsh;uid

onder

de w'aterlijn kan de eindtoestand'

van het schip berekend'

worden.

Deze

eindtoestand kan echter

niet alléén bepaald worden

door

statische

st'abiliteitsberekeningen

tijdens

het

volstr'ooinproces

van een of meer kompartirnenten.

Dynamische

faktoren,

zoals

de

dynamika van het schip zelf,kunnen

edn belangrijke rol apelen.

Ze kunnen scheepsbewegingen tot gevoig hebben

die mede bepalend

zij,n voor de eindtoestand

van bet schip doòr bijvoorbeeld voor

tijd:ig kenteren door een "overshoot" in

de beweg.ingen, door bet

te water komen van ope.ningen of door het schuiven

van làding als

gevoig van

t'e

grote heilingshoeke'n al

of niet gekombine.erd met

grote ve:rsnellingen'.

Een be'studering van het gedrag

van bet schi,p

in,' een lekke

situ-at'ie

en

de

invloed

van

dynamische

verschijnselen

hierop

is

derbaive 'noodzakelijk.

E'en

betroüwbaar

wiskundig

model

orn

de

s'lingerbeweging' als

funk.tie van

d'e

tijd' ti.jdens bet

voistroom-proc'es te simuler'en is vooralsnog niet beschikbaar.

0m meer inzicht; te ver:krij'gen «in bet'

dynamische hellingsgedrag

en

bet effekt

' van een "crossduct "tussen de zij tanks,

is een onder

-zoek u'it:gevoerd door TNO in nauwe. samenwerk:ing met de TUD.

Het onderzoek 'is uit:g'evoerd in opd'r'acht

van de Stichring

Côördi-natte

Maritiem

0nderzoek,

ow voordracbt

van

bet

Directoraat

Cener'aal voor Scheepvàart en Maritieme Zaken..

(6)

2. FiÏosòfje.

Het hie.r beschreven onderzoek heeft

in de eerste plaats tot d'oel

orn na te gaan i.n hoeverre het noodzakeiijk is

orn het dynamische

hellingsgedrag van een schip te betrekken

in de beoordeling van

de

leìkstabiliteit.

Hierbij moeten dan tevens de dynamische

in-vloeden van het binnenstromende

en het doorstromende iékwater in

r:ekening gebracht worden.

Voor wat betreft de orngevingskoncijtje;s

van bet schip beperkt het

onderzoek zich hier tot het hellingsged'rag

van hét lekke schip in

viak water.

Ervaringsgegevens over het hellingsgedrag van een.schip direkt na

het lek

ra.k.en.,

zijn niet of nauwe1ijks.voo,rhanden.

Wanneer zch

dit soort calamiteiten voordoen

gaatde.r.aandacbt van drebemanni.n.g

uiteraard niet in eerste instantje

uit naar bet verzame:len

van

gegevens. Achteraf is bet doorgaans niet

meer goed mogelijk een

en ander betrouwbaar en volledig

e rekonstrueren (1, 4].

Bepr o ev i ng e n

op

ware

grootte

zijn

te

kostbaar.

Voorts

zijn

experimente le mode iresuita t

en van hot .heiiingsgedrag van schepen

tijdens

h.et

voistromen

met

iekwater

nauwelijks

beschikbaar.

H.etzeifde

geldt ook voor

informatie over bet funktioneren

van

crossduct" konfiguratie.s.

Met de beschikbare kennis

over de scheepsbewegjngen

en over de

stromiì-ig van vloeistoffen,

zou het echter mogelijk moeten zijn

orn

een rekenmodel te ontwikkelen dat.

zowel

de. slingerbeweging

van

bet schip ais de stroming

van lekwater ;in.het schip met

een voor

praktische doelei.nden redelijkenauwk:eurighejd kan beschrijven.

De volgende stap is dan

een verifikatie van dit rekenmodel

met

de resultaten van modelexperirnenten.

0m bij een dergelijk

modelexperirnent een realIstische

sirnulatie

van het binnenstromendé 1ekwater

te verkrijgen dient het fysische

model een niet te kleine schaal

te hebben:. Hierdoor blijven ook

grootheden zoals

de

waterniveaus

en

de

drukverschillen

in

de

!'crossductn

tussen de zijtanks meetbaar.

De maximale afmetingen

van het model worden echter weer beperkt door de afmetingen

van

(7)

ONTWIKKEL'INC REKEÑMODEL

BEREKENINGEN AAN

FYSISCH MODEL

<

VERIFIKATIE

SYSTEMATISCHE

PARAMETER STUDIE

M.B.. V.. REKENMODEL

KONK LUS l'ES

Als de ve'rifjkat,je

van het rekenm:odel voltoojd is

en de

resul-taten bevredigend zijn kan dit rekenmodel

ge'bruikt worden voor

elk willekeurig schee.pstype.

1-Fet

kan dan gebruikt worden

orn een

systematische parameterstudje uit

te voeren.

Op grond van een

derg:elijke studie kan dan beoordeeld

worden in hoeverre de

dyna-mika een' roi speelt.

Een en ander wordt hieronder

.nog eens in. schema weergegeven.

PROEVEN MET

FYSISCH MODEL VAN

(8)

3. Rekenmodel.

De sIinigerb:ewegin.g wordt met

een dynamisch model beschreven.

De

i.nzinking en de vertrimming worden

quasi-statisch verondersteld.

De ongekoppeidebewegingsvergeIijjg

voor de sli.ngerb:eweging van

een schip Iu.idt als voigt:

(' +.a44).

+ b44.ç, + c44.

waarin:

hellingsh'oek

massatraagheidsmoment orn de x-as van het droge schip

a44

hydrodynamisch massat.raag;heidsmoment

b44

hydrodynamische demping

C44

veert;erm

Mk

kenterend moment

Het massatraagheidsmoment van het schip I

laat zich in theorie

bep.a.len aan de hand

van de massaverdeling in het schip.

Daarnaast

zijn er een scala van meer of minder betrouwbare

benaderingsfor-mules beschjkbaar [5].

Ret

hydrodynamjsch

nvass:atraagheidsmornent

a44

kan

op

diverse

manieren worden berekend,

variêrend van eenvoudige

schattingen

tot

uitgebreide

twèe

of

drie

dimensionale

p.otentiaai

bereke-ningen.

Hier

worden

de

resultaten

van

het

twee-dimenslonale

striptheorje. programma SEAWAY [6]

gebruikt.

De bepaling van de hydrodynamische

dempi.ngsco:efficjent b44 heeft

vooral. een. empirisch karakter.

Na:ast .een veelal relatief

kleine

bijdrage weike met de' p:otentjaaltheo,rie [6] berekend kan

worden,

Inoet een viskeus deel in rekeni.ng

worden gebracht. Hiervoôr zijn

in de. literatuu.r diverse

empirische methoden te vinden,

bijvoor-bee].d de methode van Ikeda [7].

De ve.erterm c44 is geiij:k

aan de eerste afgeleide naar

van het

produkt van de opdrijvende

kracht met de arm GN.sin

:

C44

dd

E

pgV.CN.sinço j

ofwel voor kleine heilingshoeken

in een lineaire

vorm:

c.44

pgV.CM

(9)

Hierin is:

p s o or te.líj k mass a vat er

V

volume van bet verplaatste water

GM

a anvang Sm et ace nt e.rh oog t e

CN

met.ac enter.hoogte

De bewegingsverge1ij'kjng tijdens

het .uitslingeren wo.rdt

voor een

lineair sys teem in de v.olgende

vorm geschreven:

çò + 2,cw.q, +

0Z.9, O waar in.:

r

C44

L

+aj4

eigen

b44

1 - (t).

dimen.sjeioze

'C

=

r

e10

g L J. de mp

i.ngs-2oo.(I

+a.44)

2ir

Tp(t+T

coefficient

c44

pgVCM

-

konstante. veerterm

Uit

de

resultaten van een uitslin.gerproe.f

en een h.elli.ngproef

kunnen de groothed:e,n.,w.0,

'C.

en GM be.paai.d worden. Hiermee zijn dan

voo.r ee:n lineai.r systee.m o!ok de

coefficiente.n-a44, b

en

c.4.4

bij

de frequent je

b:eke:nd.

Behalve. van de fre.quentie

,

blij.k.t d'e.dempingscoefficjent

'C

door

viskeuze effekten .±n. het algeme'e.n,

rook ster:k. vai*..de amplitude

a

van ,d'e,

heliingshoek af

te

bangen.. 'In

:d.' be.wegingsverge].jjkjng

verdwij.nt hierdoo;r d'e lineariteit.

Ook. is

de veerterm in het'algemeen

niet-1.ineai.r a'fhankelijk

van

de. hellings.hoek

'p.

In .geval van reôh.te z:ijden

van het schip in

het

geb,ied'

tussen water

e.n

wind kan

c44 met

de

formule

van

Sc.riba'nti

bepaa,ld worden,.

Dit heeft ook

een verdwij n'en van

de.

iinea'riteit tot gevolg,.

Ten gev.olge' van deze

.

niet- ii'nearitejten mo.et

voor de

opiossi.nig

van

.d.e

beweg,in.gsv.erge].ljkjng

overgegaan worden van bet

freq,u.en-tiedoinejn naar bet tij.d's.domej.n.

. ., . .

(10)

Qj

r

L

A

7

Het ke.ntrend moment

is

gelijk àan het produkt

van de

hoe-veeiheid, ingestroomd water

en de horizontale afstand tussen de

massazwaartepu.nte.n

van

het

ingestroomde

water

en

bet

droge

schip.

De hoeveeiheid ingestroomd

water laat zieh berekenen aa:n de hand

van

bet

dr.ukverschil

over

de

in:stroom

c.q.

doorstroomgat:en

voigens de wet van Bernoui:ili.

0m de invloed van de hoogte

van

het gat op

de hydrostatische druk in

rekening te brengen wordt

bet gat eerst in horizontale

strippen opgedeeld. Per strip

wordt

het debiet berekend.

waar-in:

Qj

debiet door een strip

p

h-et drukverschi].

over een door- of instroom strip

C,

weerst.andsc.oeffjcjent

p

dichtheid van water

doorstroómd op'pervlak van

een. strip

Het totale debiet voigt u-it

een somma-t:i-e over de strippen i.

Het

z.waartepunt

van het

ingestroomde water wordt bepaaid

met

behu1pvan beschik:bare

tanktabelÏen.

De

bewegingsvergeljjking

wordt

opgelost

door

In

de

tij:d te

integreren.

De

be.ginvoorwaarden voor

de

heli.i.n;gshoek

en

de

slrigershoeksnelhejd zijn

meestalgelijk a-an nui.

De

hoeveelhejcl

ingestroomd

c.q.

doorgestroomd

water

wordt

eveneens door middei van e'en integrati

e in de tjd bepaald.

(11)

4. Fysisch model.

Aa.n hat fys is!che model

mo:e.ten ee.n

antal eisen ges te id worden.

Hiet model moet zodanige

eigens.&happen he.bben dat het zieh min of

meer

ais

een .sch.ip

gedra:agt

met

bet.rekk.ing

tot

de

voigende.

aspekten:

de hydrostatische krachten

en momenten

het (hydrodynamische)

massatraagheidsrnoment en de hydro-.

dynamische dempin.g

de instroming van buitenwater

naar he.t lekke kompartiment

de doorstrom.i.ng van hat

water tussen de komparti.mentan

onderling.

D:aarnaast

Iwoet

het model voidoende

kie.in zij n

orn. flog

in

een

sleept:ank. gebruikt te kunnen

worden. Het model m:oet echter

weer

niet

zo klein zijn dat e:r

te kleine meetsignalen worden

gem-tr o duce e rd

De keuze viel hierbij

op

ee.n,

in verhoud:ing tot de breedte

van

de sleeptank, zo

groot iuogelijke rechthoekige bak

In verband met

de

dempingsgo].ven moet het modeÏ

dwars

in

de

tank

gepiaatst

Figuur .4. 1 toont he t gebruikte testmo:del.

worden.

De karakteristieke

gegevens van deze .bak zijn:

Len.g.te

L

3.000

[m]

Breedte

B 2.10.0 Em.)

Holte.

.

1.250

[m]

Diepgang

. T 0.62.5 [rn] :Leng te z ij tanks . . . .

Lt

1 . 0.00 .

bree:dte ali tanks

b.

0.400

[m]

hoogte zljLtanks

. ht.

1.250

[rn]

breedte "crossduct"

bd

0.200

[m] :hoogté flc.rossduc,ttt hd .

0.400

[rn}

(12)

p')

Van bet model kunnen de vol,gende parameters. worden geva.ri.eerd:

d'e. h.00.gteliggin.g

van het ma'ssazw'aart.epun.t

-

d'e diameter van het inst.roomgat

-

de hoo.gte van he t "cros,sduct"

tùssen de z ij tanks

-

de afmetingen van de

d'oorst.rooimgate,n

de doorsned'e oppervlakte

van de onluchtiúgsgaten.

Met uitzondering van de

diam:eter van bet

nst.r.00mgat,

weerspie-gelen deze pa.r'am'etes.

'ontwerppar,ame.ters van het s'ch:ip.

r

De keuze va.n

de.

te met.e.n v'ariabelen is gebaseerd

op de wens:

orn

inzicht te verkrijgen.in

een tweetal aspekt:en: de sli.ngerb:ewegjng

van het. "schip."

en .de ins'tro'ming

en doors-troming

d'o:or

respek-ti:evelijk het .bescbadigingsg'a,t

en

de'

d'o'orstroomgat.en

tu'ssen

de

icompar t iment en.

. .

H'e.t model is vrij in al

zijn be.wegi:ngen,

maar alleen bet verloop

van de helling:shoek met. de tijd

is gemete'n.

Door

de

symmetrie

in

de

vorm

van

bet

model

zullen

er

geen

schrik-,

stamp.

en gierbeweg,ingen op'treden.

Het effekt van

een

verzetbeweging,

die

wel

opt.reedt,

wordt voorlopig

buit'en

be-schouwing

gelaten.

Deze

invlo.ed

word't

later

nd'erzocht.

Omdat

verondlersteld wo.rdt .dat de in'zinki.ng quas.i -statisch verloo,pt,

is

ook de dompb.eweging niet,

gemeten.

.

Als funktie van de tijd

zijn de volgende .gr.00thecìen

gemeten:

-

d'e hellingshoLek

. .

-.

d'e drukken in de kompartimenten

zowel op de bod:em als

ter

hoogt:e va.n de ta'nktop

. . .

(13)

5. Experiinentele resultaten.

Het verloop van de gemeten hellingshoeken

van het model met de

tijd wordt in de figuren 5.1 t/m 5.5' weergegeven.

De negatieve hellingahoek in

deze figuren n.a

h,e.t

tot rust komen

van het lekke' model wordt veroorzaakt

door een zwaartepuntsver.

schuiving ten gevolge van het

open staan van de zware kiep, die

het inst.roomgat kan afsluiten.

M'ede door de redu.ktie

van de

metá-centerhoogte te'n gevolge van het vrije vloeistofoppervlak kan dit

hier een relatief grote

hellingshoek tot gevolg hebben.

D'e

invloed van de h'oogteligging

van het zwaartep.unt op bet

ver-loop van

d,e

hellinghoek wordt voor

twee gevallen in figuur 5.1

'get'oond.

De g'evonden resultaten zijn

niet verrassend. Opvallend is wel

dat

de' vorm van de krommen gelijk

is.

De invlo:ed van het

dporsnede-opperv1ak va'n het inst:roomgat op het

verloop van de heilingshoek

wordt 'in figuur 5.2 getòond.

In, de,ze figuur valt

op dat de maximale heIlingshoek ste'rk

wordt

b.einvlo,ed

door het do:orsnede-oppervlak

van het instro'omgat.

D'e

kromme behorende bij

de kleinste instroomdjainter

benadert het

quasI-statische

geval.,

waarbij

dus

de

massatraagh'eid

v'an

bet

"schip" wordt genegeerd.

De

iivl.oed van het

"door'trekken"

van

de

pijperitunne].

over

volle br'eedte tussen de

zijtanks op.he.t verloop

van de'

hellings-hoek i's

te zien in figuur 5.3.

Deze ínvloed is blij'kbaar nihil..

'

Figu.u.r 5.4 'toont de' invloe'd'van

de grootte van de

doorstroomopen-ingen tussen de kompartimenten

op h'et ve'rloop van

de'

he11ings-hoe k. ' '

Hier valt op dat de maximale heliingshoek nauweiijks wordt

bein-vioed door de groote

van de d'oorstroomopen'ing. Kwalitatief is

bet

effekt overigens voig'ens verwachting.

De invloed 'van het opperviak

va'n de ontluchtingsopen'inge.n

op bet

verloop van de heliin'gshoek

wordt getoond in figuur 5.5.

.Het va,lt op dat

detijddienodjgjs_om weer r'echt

te --komeñn-e-t

wo rdt beinvIo'ed.

' ' ' ' '

(14)

li

Ret

i.s

echteT niet erg zinvol

orn uit deze grafie,k jets tè

Icon-kiuderen met betrekki.ng tot de

maximale helI..ingslhoek, oinda:t het

ontsnap.pen van de lucht via he.t beschad.iging.sgat

van grote in-.

vloed

is.

De

in

fig.uu.r

5.5

met vierkan.tje,s

aangegeven k.romrne

geeft het geval weerwaarbij de

ntluchti.n.ge,n voliedig

afgesloten

zijn.. Dat het. "schip" to:ch

weer terug ko.rnt .wordt ve,roorzaakt door

!he.t niet volledig, luchtd'icht

zi,jn van de tanks.

De

worden alleen gedefi.nieerd

voor

sta-tionaire

st:romingsto.es.tanden.

Direkt nä bet a'anbrengen van het

lekgat

verloopt

de

instr.oming

er

d&orstroming vn lekwater

echter instatjonajr.

. . .

In de be.rekeningen wordt desondanks

toch gebruik gemaakt.

van

waard.en.

Uit

de

gem.ete.n drukver.schjllen en

d:e,

uit. de

gemeten

nive.auverschillen, verkregen debieten .zijn voor de. vérschjllende

doorstroomcle openingen de C, waar.den

bepaard.

Figuur

5. 6

toont. de

C

waarde.n van de doorstroomope.ning

van de

"crossduct" naar de. i.n.ta.kte.z.ij

tank, zathout D.

Bij deze figuur

moet worden .opgernerkt dat a]ileen

waarden zijn .bepaald

voor bet

geval. van een volledig

doorstroomde opening.

Voorts blijkt de

signaal-ruis verhouding

van het. verloop van bet debiet

met de

tijd -klein

t'e

.z.i.jn,

De spreiding van de

C-waarden : is, dan ook

vrij .g.root, voora.1 b.ij kleine

stroo'rn.'sne.ihed'en.

Het gemiddelde van de bepaalde

C-waarden ligt hier op 1,9;

De computer simu.lat.ies van de. experimenten kunn:e.n hier

nag niet

(15)

6. Konklu.sje;g.

Van

de

experimente.n

zijn

flog

niet

alle

analyses

uitgevoerd.

Daarom kunnen hier

de definitieve konklusies

nog niet .gegeven

worden.

Met enig v'oorbehoud kan echter we].

reeds gesteld worden dat:

-

bij het bepalen van de maximale heliingshoek het noodzakeltjk

is orn de dynamische effekten

ten gevolg.e van het ma:ssatraag

heidsmoment van het schip in rekenLng

te brengen (figuur 5.2).

-

het "crossduct" tussen de zij tanks

niet van grote invl.oed

lijkt te zij:n op de maximale hellingshoek

(figuur 5.4).:

Deze twee konkIusies zijn uitsluitend

gebaseerd op de uitg:evoerde

experimenten en hetdaarbij gebruikte

model.

De. :hierbij

gehan-t'eerde CM-waarden waren echter

relatief nogal klein, nameiijk 10

en 15

cm.

In he t

geval van echte schepen zal

d'eze waarde vaak

groter zijn en daardoo.r een kleinere

hellingshoek opleveren.

Definitieve konkiusies kunnen

pas worden getrokken wanneer,

aan

de hand van bet rekanmodel,

parameterstu'djes uitgevoerd zij n.

(16)

7. Ref.erentjes,.

[i] Spouge, J.R.

The Te.òhnical inve.8tigati.on

of the Sinking of the Ro

- Ro

Ferry "European Gateway".

RINA Mar..

No 3, 1986.

Bo.lt..wood,, D.T.

Ro-Ro Ship Survivability;

Comrnents on Damage Stability Modelling.

Ro/Ro 88:,

Cot'h:enb.ur.g,,

7-9 June 1988.

Braund

N. A.

Damage Stability.; Research for

tite 'Future.

S:afe S.hi.p / Safe Cargo

Conference, London, 1987.

[41D'and, I.W.

Hyd.rod'ynarni.c As'pec.ts of the

Sinking

f

tihe Ferry

"Herald of Free Enterprise".

The Naval ,Archit:ect,

M.ay 1.989.

[5] Peach., R. and A.K.

Brook

The Radii of Gyration o.f

Merchant Ship,s

:[6] Journée, J.M.J.

"SEAWAY-DELFT",

User Manual and

Theoretical Background o.f Release

3.00.

Ship H'yd.romechan.ic.s Laboratory,

Dei,ft University 'of

Technology, Report No 849,

January 199.0.

[7]' Ikeda, y

, y.

H:imeno en. N. Tanaka.

A Prediction Method for Ship

Roiling.

Depa.rtment of Naval Architecture,,

University of O'saka

Prefecture, Japan., Report

No 004Ö'5,

1978..

(17)

inst room opening

+

14

750,800

1pijptunnel

iL1t

150 30O

+

T!

+ T +

A

B

.:C

+

drukopnemer

niveau 'opnemer

zijtank

"crossduct"

zij tank

Schaut 1:20

n aten in mm

Y,Lz

Figuur. 4.1... D.o.o.rsned e.- enb ov-en.aa.n.z-i-ch,t van het --estmode i.

ont luchting

kiep

instroom opening.

on t(uchting

(18)

(eOOq.iauao.awuAupaà1/U.)

Ueuxo.tstoA

aq

U-1 92iOA92 UO

2UTU:a41 U9we

helling [graden],

ci:

(19)

1.6

[uQpDJ&J 5.ueq

Figuur 5.2.

Gerne ten h'eliing t.en

voist-romen.

(20)

qq

h

CD CD O CD CD (b CD

p-rtqq

(D CD I-i. ::

L.

CD CD rt O CD CD p, CD O U, O CD

25

20

15

lo

- io

5-Helling t.g.v. voistromen.

Invloed breedte pijptunnel.

pi jptunnél over 1/3 van de duct

Dijptunne1. over 3/3 van de duct

;

.

lo

20

tijd [s]

(21)

CD 3 C- 'rt O (D CD CD O

i-O

p-pl.

o,

rrag

H O

rt

9(0

9 . o ag O CD

rtO

CD . CD N

0)0)

r? o CD

rrt

CD

'-

o o, cf pl -o CD

25

20

15

10

5

10

Helling t

g.v. voistromen

lnvloed -doorstr. hopgtes zciathtn.

laag

middel Pi-iddèl laag

middel middel middel- niidde1

hboq

middel rniddel hoOd

tijd [s]

(22)

£

cl)

E

d

Q

Q) 41

L

C 4.J O

1

LIc

>

z.

-c

U

>2

4-'

rn

-1-J Q,

O2

Q)

i

E Lo >(

u,

i 9

[uepo.6] 6Ujeq

O

N

Fi,g.uur 5 . 5.

Gerne ten he 1,1 ing ten .gevoige.

van .het vol-s t-ro:rne-n.

(23)

D

o

D

o 2

2-4

o U B

n

D

20

weerstandscoefficienteh Cw

zaathout D run53 n

r'

D D U

r

i O 0.02

004

0.06 deblet Em3/a]

Figuur 5.6.

Uit nietingen afgeiàide C

waarden van het

doorstroorngat D

(Zie figuur4 1)_

-

--TT i

i

T

T T T

T

10 14 16 22 26 30 34 tIJd [B] heUing geflormoerd

weerstandscoeffjcjen:ten Ow

zaathout D rÜn53

fl

fiDfl

ti

B Url

U U D U D D U

(24)

DYNAMISCH HELLINGSGEDRAG VAN

EEN LEK SCHIP*

A. W. Vredeveldt (TNO-CMC)en

J. M.J.Journée (TUD)

Samenvatting

De zogenaamde 'rapidcapsizing' verschijnselen bU lek raken, die veelal als kenmerkend worden gezien voor 'rol! on-rol!off' schepen, zijn.het gevo!g van enerzsjds een drastische verminderang van de statische stabihteitseigenschappen door het binnen gestroomde lekwater en anderzajds

de optredende dynamische verschijnselen tijdens het volloopproces.

Kennis over het dynamische gedrag van het schip tijdens het vallo pen in een lekke situatie en over de precieze invloed van de dynamische verschijnselen daarbij is van groot belang by het opstellen van criteria voor de stabiliteit vari dit soort sche pen

0m meer inzicht te verkrij gen in het dynamisch helhngsgedrag en het effect van een crossduct tussen de zytanks tijdens het vollo pen is een experimenteel onderzoek uitgevoerd orn een rekenmodel te testen Het onderzoek is uitgevoerd door TNO in nauwe samenwerking met de TUD in opdracht van CMO. De eerste resultaten van'dit onderzoek worden hier weergegeven.

I. Inleiding

"j de beoordeling van de veiligheid van hepen spelen vele aspecten een rol. Een vandeze aspecten ¡s de dwarsscheepse sta-biliteit van het schip.

Er bestaan uitgebreide stabiliteitseisen. Voor elk te bouwen schip worden uitge-breide berekeningen uitgevoerd orn de stabiliteit in onbeschadigde toestand te kunnen beoordelen.

Daarnaast worden er, afhankelijk van het scheepstype. ook nog een groot aantal be-schadigingsvarianten doorgerekend, waar-bijdiversecompartimeriten in'het schip lek worden verondersteld. Hierbij wordt een quasi-statische situatie verondersteld. Be-halve een berekening voor de toestand

waarbij de betrókken compartimenten

volledig zijn volgestroomd, worden. ook nog een aantal berekeningen voor tussen-toestanden met gedeeltelijk volgestroom-de compartimentenuitgevoerd.

Voor het beoordelen van de stabiliteit

orden in het algemeen geen berekenin-gen in detijd uitgevoerd. Een uitzondering hierop zijn schepen met tanks in de zijden, welke symmetrisch zijn aangebracht ten opzichte van hetlangs-symmetrievlak.

De-ze zijtanks worden via een 'crossduct'

'doorverbonden zodat, wanneer één zij-tank volstroomt met water, tevensde te-genover liggende zijtank volstroomt. Met een dergelijke configuratie wordt beoogd dat het schip niet te veel zal gaan hellen wanneer het lek raakt. Aan de tijdsduur

voor het bereiken van gelijke

waterni-veaus in beide tanks worth een grens ge-stetd.

De zogenaamde 'rapid-capsizing'

ver-schijnselen bij lek raken, die veelal als ken-merkend worden gezien voor 'roll on-roll off' schepen, zijn het gevoig van enerzijds

een drastische vermindering van de

stati-*Gepresenteerd tijdens Ro/Ro dagbijeen-kornst,

23 rnaart 1990te Deift.

sche stabiliteitseigenschappen door het binnengestroomde lekwater en anderzjds de optredende dynamische verschijnselen tijdens het volloopproces (I. 2, 4). Er is echter weinig bekend over hetdyna-mische hellingsgedrag van een schip ten gevolge van het plotselinge instromen van water door een groot lek. Hetzelfde geldt ook voor de invtoed van de stroming in een 'crossduct' tussen: zijtanks opdit gedrag.

Meer kennis over het dynamische gedrag van het schip tijdens het vollopen in een lekke situatie en over de precieze invloed van bovengenoemde verschijnselen daarin, is echter van groot belang bij het opstellen van criteria voor de stabiliteit van dit type schepen

Na eenaanvaring en eenhierdoorontstaan gat in de scheepshuid onder de waterlijn kan de eindtoestand van het schip bere-kend worden.

Deze eindtoestand kan echter niet alléén bepaald worden door statistische stabili-teitsberekeningen tijdens bet

volstroom-proces van een of meer compartimenten. Dynamische factoren, zoals de dynamica van het schip zelf, kunnen een belangrijke rol spelen. Ze kunnen scheepsbewegingen tot gevolg hebben die mede bepalend zijn voor de elndtoestand van het schip door bijvòorbeeld voortijdig kenterendoor een 'overshoot' in de:bewegingen, door het te water komen van openingen of door bet

schuiven van lading als gevoig van te grote

hellingshoeken al of niet gecombineerd met grote versnellingen.

Een bestudering van het gedrag van het schipin een lekke situatie en deLinvloed van dynamische verschijnselen hierop is der-halve noodzakelijk. Een betrouwbaar wis-kundig model orn de slingerbeweging als functie van de tijd tijdens bet voistroom-proces testimuleren is vooralsnog niet

be-schikbaarL

Ommeerinzichtte verkrijgen inhet

dyna-mische hellingsgedrag en het effect van een

'crossduct'tussen de zijtanks,is een onder-zoek uitgevoerd door TNO in nauwe sa-menwerking met de TUD.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Stichting Coärdinatie Maritiem On-derzoek, op voordracht van het Directo-raat Generaal voor Scheepvaart en Mari-tierne Zaken.

2. Filosofie

Het hier beschreven onderzoek heeft in de eerste plaats tot doel orn na te gaan in hoeverre bet noodzakelijk is orn bet dyna-mische hellingsgedrag van een schip tebe-trekken in de beoordeling van de lekstabi-liteit. Hierbij rnoeten dan tevens de dyna-mische invloeden van het binnenstromen-de en het doorstromenbinnenstromen-de lekwater in re-kening gebrachtworden.

Voor wat betreft de omgevingscondities van het schip beperkt bet onderzoek zich hier tot bet heiiingsgedrag van bet lekke schip in viak water.

Ervaringsgegevens over het hei lingsgedrag van een schip direct na bet lek raken, zijn niet of nauwelijks voorhanden. Wanneer zich dit soort calamiteiten voordoen gaat de aandacht van de bemanning uiteraard niet in eerste instantie uit naar bet verza-rnelen vangegevens. Achteraf ishet door-gaans niet meer goed mogelijk een en an-der betrouwbaar en volledigte reconstru-eren (I, 4).

Beproevingen op ware grootte zin te

kostbaar. Voorts zijn experimentele mo-delresúltaten van bet heillngsgedrag van schepen tijdens het voistromen met lek-water nauwelijks beschikbaar. Hetzelfde geldt ook voor informatie over het func-tioneren van 'crossduct' configuraties.

Met de

beschikbare kennis over de

scheepsbewegingen en over de stroming van vloeistoffen, zou het echter mogelijk moeten zijn orn een rekenmodei te ont-wikkelen dat zowel de sliñgerbeweging van het schip als de stromlngvanlekwater In het schip met een voor praktische

(25)

etnden redelijke nauwkeurigheid kan be-schrijven. De volgende stap is dan een veri-ficatle van dit rekenmodel met de resulta-ten van modelexperimenresulta-ten.

0m bij een dergelijk modelexperiment

een realistische simulatie van het binnen-strornende lekwater te verkrljgen dient

het fysische model een niet te kleine schaal te hebben. Hierdoor blijven ook groothe-den zoals de waterniveaus en de drukver-schillen in de 'crossduct' tussen de zijtanks meetbaar. De maximale afmetingen van het model worden echter weer beperkt door de afmetingen van het waterbasin waarin de experimenten uitgevoerd worden.

Als de verificatie van het rekenmodel vol-tooid is en de resultaten bevredigend zijn kan dit rekenmodel gebruikt worden orn een systematische parameterstudie uit te voeren. Op grond van een dergelijke stu-die kan dan beoordeeld worden in hoever-re de dynamica een rol speelt.

Een en ander wordt hiernaast nog eens in schema weergegeven.

3. Rekenmodel

De slingerbeweging wordt met een dyna-misch model beschreven. De inzinking en de vertrimming worden quasi-statisch ver-ondersteld.

De ongekoppeide bewegingsvergelijking voor de slingerbeweging van een schip luidt als voigt:

(l< + a.44) ¿ò+b44 .

+ c

cp = Mk

waarin:

heilingshoek

lxx massatraagheidsmoment orn de x-as van het droge schip

a hydrodynamisch massatraagheidsmo-ment

b hydrodynamische demping

c veerterm

Mk kenterend moment

Het massatraagheidsmoment van bet schip

l, laat zich in theorie bepalen aan de hand van de massaverdeling in het schip. Daar-naast zijn er een scala van meer of minder betrouwbare benaderingsformules

be-schikbaar (5).

Het hydrodynamisch massatraagheidsmo-ment a44 kan op diverse manieren worden berekend, variërend van eenvoudige schattingen tot uitgebreide twee of drie dimensionale potentiaal berekeningen. Hier worden de resultaten van bet twee-dimensionale striptheorie programma SEAWAY (6) gebruikt.

De bepaling van de hydrodynamische dem-pingscoêficlent b heeft vooral een empi-risch karakter. Naast een veelal relatief kleine bijdrage welke met de potentiaal-theorIe (6) berekend kan worden, moet een visceus deel in rekening worden

ge-ontwikkeling rekenmodel

berekening aan fysisch

model

systematische parameter

studie m.b.v. rekenmodel

proeven met fysisch

model van beperkte

afmetingen

bracht. Hiervoor zijn in de literatuur diver-se empirische methoden te vinden, bij-voorbeeld de methode van Ikeda (7). De veerterm c is gelijk aan de eerste af-geleide naar van bet produkt van de op-drijvende kracht met de arm GNq, sin w:

=

[pgv..sinp]

d

ofwel voor kleine hellingshoeken in een li-neaire vorm:

c=pgVGM

Hierin is:

p soortelijk massa water

V volume van bet verplaatste water GM aanvangsmetacenterhoogte GN metacenterhoogte

De bewegingsvergelijking tijdens bet uit-slingeren wordt voor een lineair systeem

in de volgende vorm geschreven:

+ 2w4 + w0q = O

waarin: /2

=

[

c eigen (cirkel)-+ a4. frequentie E cp(t) dimensieloze

2wo(l

+ a.)

2t

q(t+T)

coëfficiönt

K =

b

i

=

dempings-C pgV.GM = konstante veerterm

Uit de resultaten van een uitslingerproef en een hellingproef kunnen de grootheden w0, x en GM bepaald worden. Hiermee zljn dan voor een lineair systeem ook de coéffi-cienten a44, b44 en c44 bij de frequentie wo bekend.

Behalve de frequentie w, blijkt de dem-pingscoeflìcient x door visceuze effecten in het algemeen ook sterk van de amplitu-de wa van amplitu-de hellingshoek ai te hangen. In amplitu-de bewegingsvergelijking verdwijnt hierdoor de lineariteit.

Ook is de veerterm in het algerneen niet-lineair afhankelijk van de heliingshoek q. In geval van rechte zijden van het schip in het gebied tussen water en wind kan c44 met de formule van Scribanti bepaald worden. Dit heeft ook een verdwijnen van de linea-riteit tot gevolg.

Ten gevolge van deze niet-lineariteiten moet voor de oplossing van de bewegings-vergelijklng overgegaan worden van het frequentiedomein naar het tijdsdomein. Het kenterend moment Mk is gelijk aan het produkt van de hoeveelheid ingestroomd water en de horizontale afstand tussen de massazwaartepunten van het ingestroom-de water en het droge schip.

378 SenW 57STEJAARGANG NR 7

konklusies

i

L

verifikatie

I

(26)

De hoeveelheid ingestroomd water laat zich berekenen aan de hand van het

druk-verschil over de instroom- cq.

dôor-stroomgaten'volgens:de wet van Bernouil-li. Omdeihvioedvän de'hoogtevanhet gat op de hydrostatistischedrukin rekeningte brengen wordt het gateerstin horizontale strippen opgedeeld. Per strip wordt het debiet berekend.

Qi =[

2Vp

C0)p ] waarin: kiep instroom opening instroom opening

ontluchting

Lengte zijtanks l 1.000 (m); breedte zij-tañksb0.400(ni); hoogtezijtanks h 1.250 (m); breedte 'crossduct bd 0.200 (m); hoogte 'crossduct' hd 0.400 (m); hoogte massazwaartepunt schip ZG 0.750-0.800 (m)

Figuur 4.1 toont:hetgebruikte testmodel Van het model kunnen de vòlgende para-metersworden gevarieerd:

- de hoggteligging:vanthetmassazwaarte-punt

- dé diameter van het instroomgat - de hoogte van het 'crossduct' tussende

zijtanks

- de afmetingen van dedoorstroorngaten - de doorsnede oppervlakte van de

ont-luchtingsgaten.

Met uitzondering van de diameter van het

tersontwerpparameters van bet schip.

School 1:20

maten i mm

y 4

Figuur 4.1. Doorsnede en bovenaanzicht van het:testmodel.

on tluchting

De keuze van de temetenvariabelenis ge-baseerdop de wens inzichtteverkrijgen in een tweetal aspecten: de slingerbeweging van het 'schip' en de instroming en door-stroming door respectievelljk het bescha-digingsgat en de doorstroomgaten tussen decornpartimenten

Het model Is vrij in al zijn bewegingen, maar alleen het verloop van de hellings-.hoek met de tijd is gemeten.

Door de Symmetrie In de vorm van het model zullen er géen schrik-, stamp- én gierbewegingen optreden. Het effect van een verzetbeweging, die wel optreedt, wordt voorlopig buiten beschouwinggeia-ten. Deze invloed wordt later onderzocht. Omdat verondersteld wordt dat de

inzin-king quasistatisch verloopt,

is oak de

dompbeweging niet gemeten.

'Als fuhctié i.íah' de tijd zijn 'de' volgende groothedengemeten:

Ql debiet door een strip

VP hetdrukverschil over een door- of in-stroom strip

C0) weerstandscoëfficiënt

p

dichtheid van water

A

doorstroomd opperviak van een strip Het totale debiet voigt uit een sommatie - "er de strippen i. Het zwaartepunt van ingestroomde water wordt bepaald met behulp van beschikbare tanktabellen. Debewegingsvergelijklng wordt opgeiòst

door in de tijd te integreren De

begin-voorwaarden voor de hellingshoek en de slingershoeksnelheid zijñmeestal gelijk'aan nul

De hoeveelheid ingestroomd c.q. doorge-stroomd water wordt eveneensdoormid-delvan eenintegratie in de tijd bepaáld. De' nummerieke integraties Worden vol. gens Euler uitgevoerd.

4. Fysisch model

Aan het fysische model moeten een aantal eisen gesteld worden. Het mòdel moet zodanige eigenschappen hebben dat het zich min of meer als een schip gedraagt met betrekking tot de'voigende aspecten:

- de hydrostatische krachten en

mo-menten

bet (hydrodynamische)

massatraag-heidsmoment en de hydrodynamische demping

- de instroming van buitenwater naar het lekke compartiment

- de doorstroming van het water tussen de compartimenten onderling.

Daarnaast moet het model voldoende

kleinzijn omnogineen sleeptank gebruikt te kunnen worden. Het model moet ech-terweer niet zokleinzijn dat er te kleine meetsignalen wordèn'geïntroduceerd. De keuzevieihierbij opeen, in verhouding tot de breedte van de slèeptank, zogroot mogelijke rechthoekige bak. In verband: met de dempingsgolven moet het 'model dwars;in de.tank geplaatstworden.

De karakteristieke gegevens van deze bak zijn:

Lengte L. '3000'(rn); BreedteB 2l00E(m);' Holte H 1.250 (m); Diepgang T 0.625 (m);

SenW 57STE JAARGANG NR 7 379

I

I

L L

T T T

+ drukopnemer

niveau opremer

zij tank zij tank

(27)

- de hellingshoek

- de drukken in de compartimenten zo-wel op dé bodémals ter hoogte van de tanktop

- de waterniveaus in de 'crossdùct' en de zijtanks.

5. Experimentele resultaten

Het verloop van de gemeten hellingshoe-ken van het modeImet de djd wordt in de figuren 5.1 tIm 5.5weergegeven.

De negatieve hellingshoek in deze figuren nahet totrust komen vanhet lekkemodel

wordt veroorzaakt door een

zwaarte-puntsverschuiving ten gevölge van het open staan van de zware kiep. die het in-stroomgatkanafsluiten. Mededoor de re-ductie van de metacenterhoogte ten ge-volge van het vrije vloeustofoppervlak kan dit hier een relatief grote hellingshoèk tot gevoig hebben.

De invloed van de. hoogteligging van het zwaartepunt op het verloop van de

hei-Helling t.g.v. voistromen. lnvloed instroomdiemotor.

Figuur 5.2. Gemeten helling ten gevolge van het volstromen. (invloed Figuur 5.3. Gemetenhelling ten gevolge van het volstromen. (invloed instroomdiameter). breedte pijpentunnel).

O Io

Helting t.g.v. volstromen. lnvlood dooretr. hoagie. zoothtn.

1àa aiddel otddel lai

siddel middel niddel

20

tija [s]

30 40

- Figuur 5.4 Gémeten helling ten gevolgervanhet volstromen. (invloed Figuur 5.5. Gemetenhellingtengevolge van het vo!stromen(invIoed doorstroomhoogten zaathouten). ontluchtingsgaten).

Helling t.g.v. volstromen. IiMoedKC.

Figuur 5.1. GemetenheIlingten gevolge van het vo!stromen. (invloec! oanvangsmetocenterhoogte). £

5

10 0 10 20 30 40 ttjd t.] He!Iing t.g.v. voistromen. Incluid untluchting. guten.

tija t.]

s'

Hellinq t.g.v. volstromen. tnutàud breodta pljptannol. 25

tunnel over l/3van de duct

20 tunneluver 3/3nsn de duct 15 C o IO A 0 10 20 30 40 tija (.] o 10 20 30 40

380 SenW 57STE JAARGANG NR 7

25 20 15 10 a o o 5 o £ o

5

lO

(28)

linghoek wordt voor twee gevallen ¡n fi-guur5. I getoond.

De gevonden resultaten zijn niet verras-send. Opvallend is wel dat de vorm van de krommen gelijk is:

De ¡nvloed van het doorsnede-oppervlak van het instroomgat op hetverloop van de

hellingshoek Wordt lnfiguur 5.2 getoond. In dezefiguur valt op dat de maximale hei-lingshoek sterk wordt beïnvloed door het doorsnede-oppervlak van het instroom-gat. De kromme behorende bij de kleinste instroomdiameter benadert het quasi-sta-tische geval, waarbif dusde rnassatraagheid van het 'schip' wordt genegeerd.

De invloed van het 'doortrekken' van de pijpentunnel over de volle breedte tussen de zijtanks op het verloop van:de hellings-hoek is te zien In fìguur 5.3iDeze Invloed is blijkbaar nihil.

Figuur 5.4 toont de ¡nvloed vande grootte van de doorstroornopeningen tussen de compartimenten op het verloop van de 'ellingshoek.

Jer valt op dat de maximale hellingshoek

nauwelijks wordt beïnvloed door de

groote van de doorstroomopening. Kwali-tatief is het effect overigens volgens ver-wachting.

De ¡nvtoed van het opperviak van de ont-luchtingsopeningenop het verloop van de hellingshoek wordt getoond in figuur 5.5.

Het valt op dat de tijddie nodig is orn weer recht te kornen niet wordtbeïnvloed

Het is echter niet erg zinvol orn uit deze grafiekiets te concluderen metbetrekking tot de maximale hellingshoek, orndat bet ontsnappen van de Iúcht via het beschadi gingsgat van grote invloed is. De in figuur 5.5 met vierkantjes aangegeven 'kromme geeft het geval weer waarbij de

ontluch-tingen voiledig afgesloten zijn. Dat het

schp' toch weer terug komt wordt

ver-oorzaakt door het niet volledigluchtdicht zjn'van de tanks.

De weerstandscóêfflciënten worden al-leen gedefmnieerd voor statlonaire stro-mingstoestanden. Direct na het aanbren-gen van hetiekgat verloopt de instrorning en doorstroming van Iekwater echter in-stationair.

In de berekenihgen wordt desondariks toch gebruik gemaakt van C waarden. Uit de gemeten drukverschillen en de, uit de gemeten niveauverschillen, verkregen de-bieten zijn voor de verschillende door-stroomde openingen de C waarden

be-paald.

Figuur 5.6 toont de C waarden van de doorstroomopening van de 'crossduct'

naar de intacte zijtank, zaathout D. Bij deze figuur moet worden opgemerkt dat alleen waarden zijn bepaald voor het geval van een voliedig doorstroomde opening; Voorts blijkt de signaal-riiis verhouding van hetverloop van het debiet met de tijd kleinte zijn. De spreiding vande C-waar-den isdan ook vrij groot, vooral bij kleine stroomsnelheden. Het gerniddelde van de bepaalde C-waarden ugt hierop 1,9. De computer sirnu!aties van de experi-menten kunnen hier nog niet gerappor-teerd worden. Dezezijnin voorbereiding;

6. Conclusies

Van de experimenten zijn nog niet alle ana-lyses uitgevoerd. Daarorn kunnen hier de definitieve conclùsies nog niet gegeven worden.

Met enig voorbehoud kan echter wel

reeds gesteld worden dat:

- b!j het bepalenvan demaximale hellings-hoek het noodzakelijk is orn de dynami-sche effecten ten gevolge van het massa-traagheidsmoment van bet schip in reke-fling tebrengen(figuur 5.2).

- het 'crossduct' tùssen de zijtanks niet

Figuur 5.6. Uit metingen afgeleideCw woorden von hetdoorstroom got D (Ziefiguur 4.1).

van grote invloed lijkt te zijn op de maxi-male hellingshoek (figuur 5.4).

.Dezetwee conclusieszijnuitsluitendgeba-seerd op deuitgevoerde experimentén en het daarbij gebruikte model, Dehierbij ge-hanteerde GM-waarden waren echter re-latief nogal klêin, namelilk I Oen IS cm; In het geval vanechteschepen zaldeze waar-de vaak groter zijn en daardoor een kleine-re hellingshoek oplevekleine-ren.

Definitiéve conclùsies kunnen pas worden getrokken wanneer, aan de hand van het rekenmodel,parameterstudlesultgevoerd ziin.

7. Referenties

[l] Spouge J. R;

The Technical Investigation of the Sinking of the Ro-Ro Ferry 'European Gateway'. RINAMar., No 3 1986.

Boltwood D. T.

Ro-Ro Ship Survivability; Comments on

Damage Stability Modelling. Ro/Ro 88. Go-thenburg, 7-9 June 1988.

Braund; N; A.

Damage Stability; Research for the Future. Safe Ship/Safe CargoConference, London,

1987.

Dand, I. W.

Hydrodynamic Aspects of the Sinking of the Ferry 'Herald of Free Enterprise'. The Naval Architect, May 1989.

Peach, R. and A. K. Brook

The Radii of Gyration of Merchant Ships

Journée, J.,M. J.

'Seaway-Deift', User Manual and Theoreti-cal Background of Release 3.00. Ship Hy-dromechanics Laboratory, Delft University of Technology, Report No 849, January

1.990.

Ikeda Y., Y. Himeno en N; Tanaka.

A Prediction Method for Ship Rolling. De-partment of Naval Architecture; Universi-ty of Osaka Prefecture, Japan; Report No

00405, 1978. s 4

3

-

2-o 6 0 weerstandscoefficienten Cw zaathaut D njn53 D D O O weerstandscoefficienteri Cw zaathaut O run53 D D 00 OD °DDDO D DOD D D O D

2

D D D O D Bo D O O D D a O

I-D a 0

SenW 575TE JAARGANG.NR 7 381

0 0.02 0.04 0.06 dabl.t (m3/s] I!o l'4 i'e ' Ujdt']

-

hailing g.nami.erd 26 30 34 5 D

Cytaty

Powiązane dokumenty

In order to study the relation between the growth and collapse of a bubble and the pressure variation around it, the pressure variation along the path of a flowing bubble has to

In order to investigate the benefits of aeroelastic tailoring and morphing, this dissertation presents a dynamic aeroelastic analysis and optimisation framework suitable for the

Et même si ces actes sont commis par les ribauds, composante spéci- fique de l’armée des croisés, auxquels les règles de comportement courtois ne

i ograniczeń dziecka w procesie terapii, przyjrzenie się indywidualnym cechom dziecka nie wynikającym ze

Najczęściej dzieci chcą się uczyć tak bardzo, że nie rozróżniają nauki od zabawy, dopóki dorośli nie przekonają ich, że nauka nie jest zabawą.. Dziecko uczy się

Nagroda może być przyznana za tłumaczenie książki, artykułu lub cyklu artykułów z języka obcego na język polski lub z języka polskiego na język obcy.. Liczymy

Arginase reciprocally regulates nitric oxide synthase activity and contributes to endothelial dysfunction in aging blood vessels. Ischemia-reperfusion selectively

• One year's subscription (10 issues) to Fast Ferry Intemationai Price £40 (United Kingdom addresses). £50 or US$90