.
.
'0 o 'r o. l' 00 .-"'...;..' .. I ~ .. ,: '~ ,. , VERSLAGbehorende bij het proces schema ter bereiding van ny1on- 6 uit kapro1aktam
Maart 1959
Studierichting C
Siem Tjing Djien
Stadhoudersplantsoen 164 Den Haag
. I
,-. ~7,p,
'J' r \,"
r t __ _r- -
---;
",,
t
I
• .1 ,-r-cll't
,
r~'
"
---
---
-
'
IH
,' 1, -I y ' 'L , 'v U \, ' ---. 1' \ ~r
f~ _
~
-N
.t-I' :~'
.
KAARS-,LJ)
I"ILTERS I "",f'I.J " , HZ 11 -N-,j
I I , I li :rU~:
- - --- - KAARS-I"ILTERS j"'l'r
,1
-!
-
-
-
-
-t<APAO--~--
-1
~
LAKTA'" - ---- , -! . 'IJUZ1n - -" l~
f
i
0~2
II
.
\
[
~;:1j
1.k--h1"
)
I
,
,
....
-~
" - Y'-
~
~-
j
J
'
·
-
fe
,
~-
_JI
l
__
I 111 POLYMERISATIE-KOLOM • I I-
: .l--M
I
.
'
'
r
.1~~K
'I' WASWATERTANKS '&2 (-L r o ;~ -otaam ..-wenS--~
~ . , r l'
I _ ; ,_L ., I~=
-
-'
I
WA5SEltS -~;'2',
1 l.. ' ~.~ , L':
1
J - {:-'.... ,I
~
1
1
-I
:
I
-
~
1
INDAMPER 1 TI Ir
r
l ?!
,
...
I " • I KOELER _ _ , _ _ u _ _ _ ' _ . . . " , , _ •I
.
jF
~
_
l.!J-
,
Ll
I I 11
\!
:
~
L..
~
f---1.l.,\
,
I
_
. ___ .
r
r
-.s.lERTAN< J~'
'
1
---
-. , _ .. _J~~
•...L:
---"
.
~\Ë
~-:
" _J~
'
t ' - , - " --1
'
':
~..
ij
"'""'~I~m,
1
__
I
-
...
u . Ij
l
J
h I,l
..
-.
I
~~~,
rtc~
lL
LUCHTUFT =';:?S:Z;)f~ I r b . 1 I --- ---~r;;;;;;;;;:&l KOE LPIUI
~ I
1
- -
_
1I
I (/
/
\
r
J
,~)
,
BEREIlINO VAN NYLON-I UIT KAI'R_ ' OLAKTAH
SCHAAL 1120 FEIIRUMI1I5I IiIEM TJINO WlEH
8
!
~
. ~
..... .;::
..
.--; INHOUDSOPGAVE 1. 2.3
.
4
.
Inleiding pag.
1.1 Bereiding van kaprolaktam
1.
2
Over de polymeri satie van kaprolaktam Opzet van het bedrijfMateriaal- en warmtebalans
3.1
Polymerisatie-reaktie3
.1.1
3
.1.
2
3
.
2
3
.
2.1
3
.
2
.
2
3
.
3
3
.
3.1
3
.
3
.
2
3
.
4
3.4.1
3
.
4
.
2
3
·
5
3
·
5·1
3
·
5·2
3.
6
3.
6.1
3
.
6
.
2
3
.
7
3
.
7
.1
3
.
7
.
2
3
.
8
3
.
8.
1
3.
8.
2
3
.
9
3.
9
.1
3
.
9
·
2
Materiaalbalans Warmtebal ansMengen en verw~rmen van de grondstof en
stabili sa tor
Materietalbalans
</i arm te bal ans
Mengen en verwarmen van de katalysator
-oplossing
Materietalbalans
1ivarmtebalcms
Wassen
Materiaalbalans
Warmtebalans
Drogen
Materiaalbalans
Warmtebal ans
Indamper
Materiaalbala:ss
Warmtebaletns
Vakuum-destillatie
Materiaetlbalans Warmtebalans Koeler Materiaalbalans Warmtebalans Koelpan Ma teriaal balans Warmtebali:ms De benodigde apparaten
4
.1
Polymerisatie-apparatuur1 1 3 5
6
6
6 8 10 10 10 10 10 11 11 11 111
2
1
2
1
2
1
3
13
13
13
1
4
1
4
14
14
15
15
15
15
16
16
5
·
6
.
De mengvaten
Het mengvat voor laktam en i jsazijn
17 17
4
.
:E>
4.2.1 4.2.24
.
3
4
.
4
4
·
5
4
.
6
Het mengvat voor ( -aminokapronzuur en water 17
Pijpen 18
De waterbak onder de kolom 18
4.7
4
.
8
4·9
4.10 4·11 4.12 De hakker De wasserHet voorraadsvat
De vakuum-tuimeldroger
De vel'damper
Het destillatie-apparaat De koeler
De koelpan
Berekening van de verdamper
5.1 Konstruktie van de verdampel'
5·1.1
5
·
1.2
Berekening Vdn de warmte-overdracht Berekening van de afscheider
Nevenbehoeften van het bedrijf 6.1 Warmte-behoefte
6
.
2
6
.
3
Water-behoefte Stikstof-behoefte Li teratuur AppendixOverzicht materiaal- en warmtebal ansen Grafieken AKU-brief - - - 0 0 0 - - -18 18
19
1
9
20 20 20 20 2123
23
2425
25
25
25
26
- 1
-1. Inleiding.
Het nylon-6 is een polymeer van het kaprolaktam
NH
(CH2)(b~
HO[OC-(CH2)5-N~:n
' dat zowel in de textielindustriein de vorm van garen en vezels, als in de mechanische industrie voor
de vervaardiging van borstelharen, kabels, lagers, tandwielen,
machine-onderdelen e.d. wordt gebruikt.
Het nylon-6 werd in 1939 voor het eerst door het voormalige
IG-conce~n vervaardigd onder de naam Perlon. De patenten hiervan staan
op naam van Schlack (17). Na 1945 ontstond er een stormachtige
produk-tie van nylon-6, niet alleen in Duitsland, maar ook in andere landen,
zoals in Nederland (Enkalon, Akulon), in Zwitserland (Grilon) en in
Japan (Amilan). Fig. 1°geeft de toename van de wereldproduktie van
polyamidevezels na de oorlog.
Helaas z~n er voor Nederland geen c~fers bekend, zowel
wat de vraag betreft, gebaseerd op een marktonderzoekJals wel de pro-duktie van nylon-6. Ditffiin verband met de monopolie-positie van de Neder·
landse fabrikant. Het OEEC-rapport van 1957 geeft in haar cijfers voor
Europa geen aparte indeling van de polyamide-vezels, maar slechts een
gesamenl~ke post synthetische vezels. Om deze redenen was het niet
mogelijk een verantwoorde schatting te maken van de capaciteit van het
te maken bedr~f in Nederland. Volstaan wordt dan ook door aan te nemen
dat een (tanden)borstelfabriek van plan is voor een gedeelte van haar
produktie van natuurl~k haar op nylon-haar over te gaan en deze zelf
te fabriceren. Omdat deze verandering een grote kapitaalsinvestering met zich mee bracht, besloot genoemde fabriek dit geleidelijk aan uit te voeren, waarb~ in eerste instantie op de produktie van 1 ton per 24 h werd besloten. Het kaprolaktam zal ingevoerd moeten worden overzee,
zodat plaatsing van de fabriek aan de kust, als geheel nieuw bedr~f in
overweging werd genomen. Verder moet er een minimum aan grondstoffen
worden ingevoerd, zodat keuze van een eenvoudig proces de voorkeur
ver-dient, waaro~ voor eventuele b~produkten een verdere verwerking moet
worden gezocht.
1.1. Bereiding van kaprolaktam.
Dit wordt of uit fenol of uit benzeen bereid volgens
onder-staan schema: 1) uit fenol
O
I /OH - H .. 2o
-
ti
2cr
OHti
>
\ .~\.,.,tr, '\j'V \. '. i j \ \ ' . '" ~~ij ~", • • :': ,.. '" '1. ,:;"\ ' \.,;tJ ,r I" 'lt.}) \''&\..,'-\ ~ .... ,.. t..;:. I 'J...r \... ~'V'
'()v
\; \Y" ,;f-> \ ,tw" ' ,~~ . \\ -.1'" t ~.' ,,\\ \ . \)'~,
~ ,\,~,\
,). v2>t
.
uit benzeeno -
H
:
0
- 2 -HNO 3 p CH -CH -CH I 2 2 2"' NH CH -CH -CO--2 2 " NO~
.,
( ' ( ' _2 ____O-v
N OH}""'~
"
LJ
H 2 j ..
!De
bereiding van kaprolaktam is dus gebonden aan de vin~laats van' . ,
kolen, of eventueel b~ een petroleuffiraffinader~, die pe.troleum
ver-~
. >
,w~kt met een hoog benzeengehalte.
," '., 191,/] "
.
fig. 10 /<J1.2 J9tt f9~ f9J,;j ~~M!rl) , , , ,,
,
,
,
,
ti:xJ 1952 &'53De wereldproduktie van polyamidevezelà
(1940 tot 1953, perlon en nylon)
.
'...
,""L
<" ,...
.
!::,.,
.~ .(
. •.
;4-.
'
:ii
]i. :] i 't " 'l ~ (i~j
~..
.
;';::.:;:~ ~ ~~ f' 18 % 16 /. 12 IC~
8 ~ 5 I 25 ']0:" ~-, 180 190 !OO 210 /ZO .-:X-' /1./' .':t' X~, L'/~ ."8(1 251," J,'O ïPolflllf'fl5iJ/;i)1151~If?PI!r2Id( .
..
flg. 1. De laagmo1ekulaire doolt jes in het 1aktam- î~)
:.<. /00' 0/0 90 80 -;:- 70 ~ ~ 60 -s::-~ "'- JO ~ ~ ~, !,IJ .~ ~ ~ JO ~ 20 ~ TIJ G
poly:merisaa t, uitgezet tegen de temperf! tuur.' iè
/900
120·, ..
---<---<---·---~~~~o><o,-
,----
~--~---~--~~--~----~~~-l 6 d W Q ~ $ M M R & & uh if·;
t; f 'i ~.~:~
..
~ -. f~ , ~, ';;
..•
,-~. '1 i. ..I !.. ',-,,}"fig.2. De vorming van polyamide uit ( -aminokapronzuur
uitgezet tegen de kondensatietijd bij 190°C, 220°C en 260°C.
- 3 -
/
1.2 Over de polymerisatie van kaprolaktam.
Zoals bD elke polJ~erisatie, is er, behalve de te
,.' polymeriseren stof, een katalysator en een stabilisatori .'nodig •
. :SAIS katalysator treedt op water of water-afsplitsende
~~bindingen,
.) zoals é. -auinokapronzuur of het zout van adipinezuur
Jn
,'
hexamethy-'. leendiamine (AH-zout). Dit water is nodig om de laktam-ring te , .
: openen, en zo de polymerisatie-reaktie te doen beginnen. Als
sta-'I
. bilisatoren of regelaars (dat zijn stoffen die de lengtEi.'van het
, polymeer-molekuul regelen) werken kleine hoeveelheden o~ganisch
zuur (azDnzuur, benzoëzuur), of basische verbindingen (~lifatische
~
of aromatische aminen). In de praktijk wordt meestal aZijhzuur of
,~ adipinezuur, in enkele gevallen ook stearinezuur toegeP.è:et. Volgens Ludewig (1) bereikt men b~ de polymerisatie door toev~ging van 1 gmol aZDnzuUr aan
50
gmol kaprolaktam na verWDderen vih'water ent·~· ... ;
laag-molekulaire deeltjes een h 1 = 1.5. Voegt men 1 ,ol
azijn-Ire , I '
e zuur op 100 of 150 gmol kaprolaktam toe, en bepaalt_'men..~pnieuw
onder ge~ijke omstandigheden de relatieve viskositeit, dan vindt men een ~rel
=2.0
resp.2.5.
Aan de hand van deze proeven stelde men een prakt~k-formule op, die een bruikbare benad~ring vormt van de gemiddelde polymensatiegraad.DP = 1
00
(
Î
rel -1)
Het geldigheidsbereik van deze formule gaat van
'1
re'-t':"~i1.1 tot2.5.
\:!~,
Bekijken we de polymerisatie-reaktie, dan ?>:l:.)Jkt dat ze...
~~ ~r~~~?~·een,:,niet-aflotpende is, maar tot een evenwicht voert, ~,~"fhankelijk
van:"ae polymerisatie-temperatuur (zie fig. 1).
i~!f.'~:~
., ,
Dit ~l~kt, doordat in het polymeer Bog water -extrahe~r~re stoffen
aanwezig z~n, die niet alleen uit kaprolaktam bestaan" m~ar volgens
~ f _ "
Hermans (2) ook uit ringvormige di-en trimeren • Dit t ',~ra tuurs afp.á.kelijk evenwicht wordt bij hoge tempera turen naar da,.zijde van de
~ '. '
la~~olekulaire deeltjes verschoven. Matthes vond namél~, dat naast
de'.... groeireaktie, twee keten afbrekende reakties optreden, één van de
: .. " ..
... '. ..
raái1caalstabilisator verbinding, en een ander) een the:.;1nis,che, die
. r. •
met·.~lkaar in evenwicht zijn.
Verder bl~kt de polymerisatie-reaktie ook ~nqg t~ds -afhankelijk te z~n (zie fig. 2).
Beschouwen we nu de invloed van de water-afsplitsende stof op het extraktgehalte (voor AH-zout fig.
3,
voor E -amino-kapronzuur fig.4),
dan bl~kt dat de reaktie snelheid afhankel~kis van de toegevoegde hoeveelheid katalysator. B~
5%
AH-zout kr~gt men na ongeveer 8-10 heen extraktgehalte van slechts 10-11%, ter-wijl bij toevoeging van slechts 0.51~ binnen aannemelijke tijd het laktam-o 8 12 16
fig.3;De polymerisatie van 'kaprolaktam met AH-zout"" (bij 260°C
1 atm); het wateroplosbaardeel uitgezet tegen de tijd.
" -'< ~ '" ~
.,
'" ~ 100 % 80 I 60~ I 40 20 5% 0 I, 8 /2 - L -_ _ ~ /6. IJ hDè pöl;Ymer:Lsátïe 'va"Ukapr"ólaktam met
€
-aminokapronzuur, (bij"260QC ,1 atm); ,-pete wateroplosbaar deel uitgezet tegen de polymerisatietijd •
I
- 4-geen spinbaar polyamide vormt. Anders wordt dit, wanneer we daar-naast nog water aan toevoegen (zie fig. 5) . B~ 5 of 2% AH-zout is
de polymerisatieversnelling niet merkbaar, wel b~ 0.5% AH-zout. Na
ongeveer 10 h werd er reeds een spinbaar polyamide verkregen.
Onderzoekingen van Skuratov et al. (3) Over de
poly-merisatie-warmte hebben aangetoond dat deze b~ 2300 C em 2% water 28.5 kcQlfkg bedraagt. De maximale warmteontwikkeling, afhankel~k
van de hoeveelheid water, vindt plaats na 2,5 h (b~
2%
water), na4 h (b~ 1% water) en na 6 h (b~ 0.5% water). Onafhankelijt van de
hoeveelheid water vindt de maximale warmteontwiL~eling plaats,
nadat 41-4~~ van het monomeer is omgezet (fig. 6).
Het polyamide in gesmolten toestand wordt zeer gemakke
-l~k aangetast door de luchtzuurstof, dat de smelt doet kleuren, zodat ze onbruikbaar is voor verdere verwerking. Vandaar dat men
de lucht b~ zo'n polymerisatieproces verdringt, àf door het
in-leiden van 02-vr~e N
2, àf door het ontwikkelde stoom.
1fXJ 80 !( ...
o
-~ -' fig.5 , = H10 + 5 % AH 2 = HIO .. I % AH 3 = HlO + 0.5% AH ~ • H20 + 0 % 4H 8 /2 16 IiDe polymerü3atie van kaprolaktam met AH-zout + water
(2600C, 1 atm); het wateroplosbaar deel uitgezet tegen
,.
I
?
-
5
-2.0 Qpzet van het bedr~f.
Aan de hand van de gegevens zoals vermeld in 1.2
kunnen we het volgende schema opstellen.
I
katalysatorl- - - . ,'grOndstof
l
---~
fig.
7
,
J
Voor de polymerisatie hebben we, behalve de grondstof en katalysator
nog nodig een stabilisator, en ervaringsgew~s ook water. We zullen
dus, als de meest eenvoudige opzet, de katalysator in water oplossen
en de stabilisator b~ de grondstof toevoegen.
Verder weten we dat de polymerisatie-reaktie een
even-wichtsreaktie is, in het meest gunstige geval het polymeer
10%
extraheerbare stoffen bevat, die de mechanische eigenschappen
---~--(~etsterkte b.v.) slechter maken. Het is dus noodzakel~k deze lagere polymeren en onomgezet laktam uit te wassen met heet water.
Volgens Hermans
(2)
bestaat2/3
deel van het extrakt uit monomeer,dus van de 107~ is dit ca
7%.
Terugwinning van het monomeer is duslonend, ook al omdat de resterende
3%
eventueel nog door hydrolysemet loog of zuur in het monomeer z~n om te zetten
(4)
.
Deterugwin-ning van het monomeer zal dus zo geschieden, eerst verdampen van
het waswater, waarna door destilleren het laktam gescheiden wordt
van de di- en trimeren.
Het schema zal erdus nu zo uitzien:
ka t . 1---_ _ _ -, water grondstof stabilisator I I-fig. 8 drogen
-1
nYIOn-6] destillerent
-
6
-zullen we van dit schema de materiaal- en warmtebelans opstellen,
gebaseerd op de dagproduktie van 1 ton eindprodukt.
y
3.
Materiaal- en warmtebalans.Van het in fig.
8
aangegeven schema, is de polymerisatie-reaktie bepalsnd voor de berekening van de materiaal- en warmtebalansvan het geheel. We zullen ons dus eerst bezig houden met de
polyme-risatie, waarna de rest hieruit berekend zal worden.
3.1 Polymerisatie-reaktie.
3.1 .1
Gevraagd een dagproduktie van 1 ton gebruiksklaar polymeer.
Materiaalbalans.
We kiezem voor de polymerisatie als katalysator:
als stabilisator:
5%
C
-aminokapronzuurgmol DsazDn op 150 gmol kaprolaktam.
We vinden voor de gemiddelde polymerisatiegraad: DP = 100 ("7rel
-1)
=1"
(2.5 -1)
= 150.M.a.w. dat éém polymeermolekuul er zo zal uitzien:
CH
3
CONH-(CH2)5 -CO { NH-(CH2)5-CO} 148 -NH-(CH)5-COOHhet gemiddeld MG is dus 17010 per 24 hr heeft men dus 1000
17010 gmol polymeer bestaande uit 1000
17010 x 150 gmol "kaprolaktam"
=
8832 "Laktam" gmoI.(inbegrepen de 51~ [-aminokapron' zuur) • Volgens fig.
4
heeft men na een minimum reaktietDd van8
h het poly-merisatie-evenwicht bereikt van ca 10% water-extraheerbare stoffen. Aangezien het niet bekend is in welke verhouding de lagere polymeren in het extrakt voorkomen, zullen we aannemen dat deze geheel uit\ monomeer bestaat.
I, '1)
\ Dus 10% van 8832 gmol
=
883,2 gmol "laktam"uitgaande van 8832 gmol "
-
7
-Aan ~saz~n hebben we 150 1 x 9715,2 gmol = 64,8 gmol = 64,8 x 60 3,9 kg.
Aan E-aminokapronzuur 5% van 9715,2 gmol = 485,8 gmol = 485,8 x 131
= 60,1 kg
Aannemende dat het NLG van het"laktam"-molekuul gelijk is aan die van kaprolaktam (=113), is het gewicht dus
9715~2 x 113 = 1097,8 kg.
Het gewicht aan zuiver laktam is dus 1097,8 - (60,1+ 3,9) = = 1033,8 kg. = 9148,7 kgmol
Qn het [, -aminokapronzuur op te lossen heeft men volgens (5)
1,3 x zoveel water nodig: 1,3 x (485,8 x 131) g = 1,3 x 60,1 kg 78,1 kg.
Gaan we nu na waVer gebeurt wanneer er stoom uit de
laktamsmelt ontwijkt (aannemende dat h~ nog niet is gepolymeriseerd),
dan zal ook enig laktam mee overgaan. Qn dit te berekenen nemen we
aan dat het water en de laktam een ideale oplossing vormen, waarvoor
de wet van Raoult kan gelden. Uit de Clausius-Clapeyeon-vergel~king
van laktam (6) kunnen we dus de dampspanning van het laktam b~ 1000C berekenen.
=
I
P
t
1,60 mm 11,839 -11,839 -11,839 -Hgl 4339,8 T 4339,8 373 11 ,635 (p in mm Hg) 0,204Volgens Raoult geldt:
'jf.
P
i
K~.86,8 kg water= = 4,8222 kgmol. 9148,7 + 485,8 1 ,60. 0,67 760 0,00141 p
= molffaktie laktam in vloeistoffase
= molfraktie laktam in dampfase
= part. dampspanning van laktam totaal druk
9634,5
14456,7 = 0,666
E~ het overdestilleren van 86,8 kg water gaat dus mee:
0,00141 x 4,822 kgmol = 1,41 x 4,82 gmol 1 6,79 gmol = 6,79x113 g
768 g laktam
3.1 .2
/
- 8 _ 0
We moeten dus in de materiaalbalans
0,8
kg laktam meer bD doen,ter compensatie van dit verlies. ~~_g~~!_~~~_E~~_~1_g_~~:
9148,7
gmol kaprolaktamkompensatie verlies aan laktam
485,8
gmol [ -aminokapronzuur64,8
gmol DsazDn water1033,8
0,8
60,1
3,9
78,1
1176,7
kg kg kg kg kg kg ~E_~~~!_E~~_~1_~_~~!: aan polymeer"
"
"
"
extraheerbare stoffen stoom stoom (van lakt am-damp [ -aminokapronzuur )1000,0
kg100,0
kg78,1
kg8,7
kg0,8
kg1187 ,6
kgWarmtebalans. s.w. la~t~m
=
0,4
kcàl/kgOCs.w. DsazDn
=
0,535
keeloplosw.
1,90
kJ/gmol DsazDn bDgepolymeriseerd is
(9148,7
+485,8)
gmol=
9634,5
gmol=
=
9634,5
x113
g1
088,7
kgniet gepolymeriseerd is 1W~ ervan
108,9
kggepolymeriseerd is dus
( 1 088,7
108,9)
kg ==
979,8
kgDe ontwikkelde polymerisatie-warmte is dus
979,8
x28,5
keel=
27924,3
kcal .( 1 ) om de smelt van
95
o C tot een temperatuur van260
0 C te brengen (aannemende dat alles nog monomeer is):1088,7
x(260 -
95)
x0,4
71854,2
kca.l.om
0,8
kg laktam van95
0 C tot100
0C te brengen:- 9
-om 0,8 kg laktam te vervluchtigen rus nodig:
0,8 x 176 140,8 kcal
(2) om 1:56,8 kg water van 95°C bij 100°C te doen verdampen:
86,8 x (100 - 95) x
86,8 x 540
434,0 kcal 47672,0 kcal 48106,0 kcal
(3) om 3,9 kg
~saz~n
van 95°0 op 260°C te brengen:3,9 x (260 - 95) x 0,535 344,4 kcal
de oploswarmte van 3,9 kg ijsazijn in 78 ,1 kg water
3,9 kg ijsazijn =
60
3900 = 65 gmolgmol ijsazijn opgelost in 78,1 kg water ontwikkelt 1,90
65 gmol geeft 65 x ~ kcal 29,4 kcal.
4,19 Overzicht. Hoeveelheid warmte ontwikkeld nodig 27924,3 kcal 71 .854,2 kcal 142,4 11 48.106,0 11 344,4
"
toe te voeren 9255 2 ,1 kcal 29,4"
120.416,4 kcal 120.416,4 kcal kJ10
-3.2
Mengen en verwarmen van de grondstof + stabilisator.3.2.1
3.2.2
De voor de polymeridatie benodigde grondstof en sta-bilisator van
20°C
worden b~ elkaar gevoegd en verwarmd tot95°C
(zie figuur
8)
.
Mate:iI:iaalbalans.Er in gaat (zie
3.1
.
2)
1034,6
kg kaprolaktam van20°C
3,9
kg ~saz~n van20°C
Er uit gaat
1038,5
kg smelt van95°C.
Warmtebalans.
voor de s.w. en smeltwarmte van laktam, zie
(7)
(1)
De s8mlttemperatuur van laktam is70°C.
Om
1
034
,6
kg laktam van20°C
tot op95°C
te ver-hitten is dus nodig:1
034,6
x(70
-
20)
x0
,4
1
034
,6
x33
1034,6
x(95 - 70)
x0
,
4
=(2)
Om3,9
kg ~saz~n van20°C
op95°C
3,9
x(95
-20)
x0
,
535
20.692,0
kcal34.141
,8
kcal10,346,
0
kcal65.179,8
kcal te brengen is146,1
kcal. nodig(3) De mengwarmte van het laktam met ~saz~n is onbekend.
Mede door de geringe hoevüelheid van het ~sazDn is
dit te verwaarlozen.
3.3
Mengen en verwarmen van de katalysator-oplossing.De voor de polymerisatie benodigde katalysator en
water van
20
°C
worden bD elkaar gevoegd en verwarmd tot95°C
(ziefig.
8)
.
Materiaalbalans. Er in gaat (zie3
.1.1)
60,1
kg [ -aminokapronzuur van20°C
78,1
kg water van20°C
en er uit:138,2
kg oplossing van95°C
- 11
-3.3.2 Warmtebalans.
smpt. 225°C
s.w. van [ -aminokapronzuur 0,4 kcal/kg/oe 60,1 kg l: -aminokapronzuur van 20° tot 95°C
60,1 x (95 - 20) x 0,4 29,4 kg water van 20° C tot 95° C
29,4 (95 - 20) x 1
1803,0 kcal
2205,0 kcal 4008,0 kcal
De oploswarmte van [ -aminokapronzuur in water in onbekend.
3.4 Wassen.
Het wassen gebeurt met heet water (100°C) tot het
extraktgehalte is gedaald tot op 1%. Om het wassen effektiever te
maken wordt de polymeersmelt in de vorm van een bandje heet uitge-trokken en in stukjes gesneden, het z.g. sn~dsel. Dit nu wordt 3 x uitgewassen met dezelfde hoeveelheid gezuiverd water.
,
. Materiaalbalans. Er gaat in: Er gaat uit: Warmte-balans. 1000 kg polymeer 100 kg extrakt 1000 kg gezuiverd water 1000 kg polymeer 10 kg extrakt 150 kg water 850 kg waswater 90 kg extrakt s.w. polymeer=
0,54 kcal/kg/oC (10)Indien het wassen ladingsgew~s en in tegenstroom ge-beurt (het verse water wordt gebruikt voor de laatste wassing)
dan mogen we de begintemperaturen van het waswater-polymeer-mengsel alsvolgt nemen:
1e wassing 70° C
2e wassing 70° e 3e wassing 30° C Er is dus voor het water nodig:
2000 x (100 - 70) x 1 1000 x (100 - 30) x
60.000,0 kcal 70.000,0 kcal
r
I
7
...
12
-voor het polymeer is nodig:
2 x 1000 x (100 - 70) x 0,54
1000 x (100 - 30) x 0,54 =
32400,0 kcal
37800,0 kcal
70200,0 kcal
Voor het extrakt is nodig bij 1 e wassing:
bij 2e wassing:
bij 3e wassing:
3.5 Drogen.
100 x (100 - 30) x 0,4 2800,0 kcal extraktgehalte daalt tot op 5%.
50 x (100 - 70) x 0,4 600,0 kcal extraktgehalte daalt tot op 3%
30 x (100 - 30) x 0,4 extraktgehalte is gedaald
tot op lJ~
840,0 kcal
4240,0 kcal
Na het wassen moet het sn~dsel gedroogd worden. Dit ge
-beurt het snelst door eerst het snDdsel af te centrifugeren van het
water (watergehalte nu 1~fo), waarna het snDdsel in vakuum bD 5 mm Hg
bD 130°C in een vakuumtuimeldroger gedurende 20 ~ wordt gedroogd.
Het uiteindel~ke watergehalte is dan gedaald tot op 0,07%.
Materiaalbalans.
Er in gaat 1010 kg snijdsel
150 kg water
Er uit gaat 1010 kg snijdsel
0,7 kg water
149,3 kg waterdamp
Warmtebalans.
dampdruk H20 bD 1,20C 5 mm lig
verdampingswarmte bjj 1,OoC 594,9 kcal/kg
voor snijdsel 1010 x (130-20) x 0,4 44400,0 kcal
voor water 149,3 x 595 88833,5 kcal
nodig 133233,5 kcal
voo
.-er komt vrij
m
het water149,3 x (20 - 1) x 1 2841 ,7 kcal
· , ... '\ , \" t'-- 13
-3.6
Indamper.3.6.1
3.6.2
3·7
In de wasser werd het sn~dsel de eerste keer uitgewassen met het meest laktam-bevattende waswater. Hierna wordt het waswater onder atmosferische druk ingedampt om het laktam terug te winnen.
Wanneer we aannemen dat er ingedampt wordt tot é:en kooktemperatuur
°
van
140
0, dan zal de materiaalbalans er aldus uitzien:Materiaalbalans. _ ___ ::.:.;.,::.:.:::...~=-=:.::c=....:..
Er in gaat
900
kg "laktam"850
,0
kg water Er uit gaat89
,5
kg '~laktam"3,5
kg water15
46,5
kg stoom0,5
kg laktamWarmtebalans.
Stel de temperatuur waarb~ de op~ssing de indamper
binnenkomt op 80°0; het kooktrajekt is van 100°0 - 140°0. Neem voor
de vel'dampingswarmte van het water het gemiddelde van die van 100°0
(538,7
kcal/kg) en die van 14000(511,5
kcal/kg)525,1
kcal/kg.~~_ .. , ...
-(6)
verdampingswarmte laktam176
kcal/kg.voor wEj,ter
850
x(100 -
80)
x1
17 .000
kcal846,5
x525
,1
144.497,2
kcal3,5
x(140 - 100)
x1
140
kcalvoor "laktam"
90
x(100 -
80
)
x0,4
720
kcal89,5
x(140 -
100)
x0,4
1432,0
kcalvoor laktam
0,5
x176
88
kcal163.877,2
kcalVakuum-destillatie.
In dit apparaat wordt batch-gew~s een hoeveelheid van
7
maal de dag-produktie van de indamper aan een vakuumdestillatieonderworpen bD een vakuum van
20
mm Hg. De verhitting gebeurt metstoom van 160°0. Het zuivere laktam kookt
b~
20
mm Hg-drukb~
140°C;
- 14
-3.7.1 Materiaalbalans.
Er in gaat 626,5 kg "1aktam"
24,5 kg water
Er uit gaat 4 16,5 kg laktamdamp
24,5 kg waterdamp 210,0 kg residu
3.7.2 Warmtebalans.
Stel de begintemperatuur op 30°C; de temperatuur
waarb~ de oplossing begint te koken is 46,7°C.
(7) s.w. laktam 0,4 kcalYkg/oC
stel de s.w. van het residu ook op 0,4 kcal /kg/oC
(6) verdampingswarmte laktam 176 kcal/kg
verdampingswarmte water b~ 46,7° C 570,4 kcal/kg 525,6 kcal/kg
voor water
voor laktam
voor residu
" " " 120°C
gemiddelde verdampingswarmte
is 548,0 kcalfkg 24,5 x (46,7 - 30) x 1 409,2 kcal 24,5 x 548,0 13.426,0 kcal 416,5 x (140 - 30) x 0,4 = 18.326,0 kcal 416,5 x 176 73,304,0 kcal 210,0 x (140 - 30) x 0,4 9·240,0 kcal er is nodig 114.705,2 kcal 3.8 Koeler. 3.8.1
Hier wordt het dampmengsel van 140° C gekoeld tot op 80°C, waarbD er dus een vloeistof en een damp ontstaat, waarvan
de samenstelling bij 20 mrn Hg-druk bepaald wordt door het T-x
-diagram voor het systeem laktam-water (zie grafiek 4).
Materiaalbalans.
Er in gaat aan damp
Er uit gaat aan vloeistof
damp 441,0 kg 402,3 kg laktam 3,7 kg water 14,7 kg laktam 20,7 kg water
- 15
-3.8.2 Warmtebalans.
'I'emperatuur van de binnenkomende damp 1400
e.
" 11 uitstomende vloeistof en damp 80
0
e.
Soort warmte van vloeibaar laktam 0,4 kcalfkg" 11 van waterdamp 0,48 kcal/kg
Verdampingswarmte van laktam 176 kcal/kg Stel de s.w. van de laktam-damp op 0,4 kcal/kg
en de verdampingswarmte van water gel ijk aan 531,3 kcal/kg.
dan komt er aan warmte vr~ vuor:
laktam-vloeistof 402,3 x 176
=
70804,8 kcal 402,3 x(140-8ü) x 0,4 9655,2 kcal damp 14,7 x (140-80) x 0,4 352,8 kcalwater 3,7 x 531 ,3 1965,8 kcal
waterdamp 20,7 x(140-80)xO,48 596,2 kcal
er komt vrij 83374,8 kcal
3.9 Koelpan.
Hier druppelt het laktam van 80° C in, en stolt door
het koelen direkt aan de bodem. Vle nemen aan dat dit zo snel ge
-beurt, dat er geen t~d is om het evenwicht damp-vloeistof in te
stellen.
Materiaalbalans.
Er gaat in 402,3 kg vloeibaar laktam
3,7 kg water
Warmtebalans.
Temperatuur van de binnenkomende smelt 80°C.
stel eindtemperatuur is 30°
e
stolpunt laktam is 70°C(7) s .w. laktam in vloeibare en vaste toestand 0,4 kcal/kg smeltwarmte laktam 33 kcal/kg
Neem voor de physische eigenschappen van de smelt en het gestoláel destillaat die van het laktam.
406,0 x (80 - 30) x 0,4 406,0 x 33 er komt vrij 8120,0 kcal 13398,0 kcal 21518,0 kcal
16
-4. De benodigde apparaten.
vli11en we over de nodige apparatuur spreken, dan moeten
we eerst uitmaken of het proces diskontinu dan wel kontinu moet
ver-lopen. Ook hier is de polymerisatie-appratuur beslissend.
Polymerisa tie-appara tuur. / 3
s.g. polymeer
=
1,13 kg dmDe oudst bekende vorm van polymerisatie gebeurt
batch-gewDs in een autoklaaf. In 1939 werd voor de polymerisatie van het
kaprolaktam voor het eel'st een buisreaktor gebruikt, die onder de
naam "VK-Verfalbeen" (VK
=
vereinfacht-kontinuierlich) bekendheidkreeg. Na 1945 werden enkele andere kontinue werkwDzen voor de poly-merisatie van kaprolaktam in patenten vastgelegd (11, 12, 13, 14, 15).
Geen van deze gepatenteerde apparaten vertoonde echter dezelfde
een-voud in konstruktie en gebuik als de buisreaktor. Het nadeel van
slechte warmteoverdracht naar de buisreaktor in de smelt bleek
opge-lost te kunnen worden dl_or het plaatsen van met gaten voorziene
scho-tels aan een centrale as in de molom, hetzD horizontaal, hetzD
schroef-vormig. Daarmede kon voorkomen worden dat de smelt van verschillende
viskositeiten door elkaar zou geraken, waarduor een eindprodukt met
een onregelmatig DP zou worden verkregen.
Voor ons doel leek de gewone buisreaktor het meest
ge-schikt; ze is veel eenvoudiger te konstrueren dan een autoklaaf, eist
ook veel minder bediening, en is t.o.v. de andere kontinue apparaten
veel eenvoudiger in ~konstruktie. De verhitting geschiedt m.b.v.
Dowthermdamp van 2700C in een mantel, dat om de reaktor is aangebracht,
\ en eraan is gelast. De reaktor zelf bestaat ui t ~4A~~al, terwijl de
Ij centrale as en de met gaten voorziene schroef uit aluminium is gemaakt.
_ Dit allemaal ter voorkoming van verkleuring van de smelt.
Boven de kolom wordt de gesmolten grondstof, samen met
het DsazDn toegevoegd, terwDl uit een andere opening de katalysator in water wordt gedoseerd. Aangezien er bD die temperatuur stoom vrD- . komt, moet deze verwDderd worden. De stoom zorgt meteen voor afsluiting
van de smelt van de lucht.
We nemen voor de binnenduorsnede van de kolom 250 mm, en
bD een verblDftDd van 10 h en een dagproduktie van1100 kg ruw polymeer,
komen we op een hoogte van 1100 10-3
24.1,13 '4TT .0,25 2 8,27 m
I.v.m. de stoomontwikkeling in de smelt nemen we voor het
volume een faktor 1,2 meer. De definitieve hoogte wordt dus 9,93 m.
tandrad-r
41
-- 17
--l
0 .. ctpompje die de smelt door een spleet van 10 x 3 mm in een bak met ~t
water perst.
Het pompje voert af 40,6 dm3/h
De afvoersnelheid wordt: 40,6 10-3
-5
3600.3.10=
0,376 40,6 x 1,13 45,8 kg/h 2 Opp. bandje=
3 x 10=
30 mm m/sec. 4.2. De mengvaten~Deze Al-mengvaten moeten een voorraad van 24 h kunnen be-o
vatten, ze op 95 C brengen en houden en elk 2 stoffen vermengen.
4.2.1 Het mengvat voor laktam en DsazDn (mengvat 1).
Volgens de materiaalbalans in 3.1.1.1 moet dit vat 1033,8
kg laktam opsmelten en verwarmen tot op 95°C om vervolgens dit te
mengen met 3,9 kg DsazDn. Het beste leek ons een cylindrisch vat te
nemen met een diameter van 1000 mm en een lengte van 1600 mm,
dus een inhoud van 1255
t
.
o
De verwarming geschiedt met stoom van 100 C, in een 16-tal buizen,
elk van een ~".
Het mengen en roeren gebeurt met een omlooppomp, die
tevens dient om de smelt in de polymerisatie-kolom te drukken, in een
hoeveelheid van
1034~1
+ 3,9=
43,3 kg/hoVoordat de smelt in de kolom komt, moet ze eerst op
on-zuiverheden gefiltreerd worden. Een kaarsfilter (2 stuks) voldoet hier.
Omdat steeds één vat gedurende 24 achtereenvolgende uren
in gebruik is als voorraadstank, moet dus een tweede aanwezig zDn om
o
de grondstof ondertussen te mengen en op 95
c
te houden, waarna ze,na die 24 h, haar taak kan overnemen.
Na het vullen van het vat met kaprolaktam, moet de lucht
in het vat verdrongen worden door zuurstofvrDe N2•
4.2.2 Het mengvat voor C-aminokapronzuur en water (mengvat 2).
In dit vat komt per 24 hslechts 60,1 kg E:
-aminokapron-zuur, dat opgelost moet worden in 78,1 kg water. Voor dit doel was
een vat met een diameter van 400 mm en een lengte van 1000 mm
vol-doende. De verwarming geschiedt m.b.v. een mantel dat met stoom van
1000C verhit wordt. Het oplossen wordt versneld met een roerder. Ook
4.4
18
-voldoende voor 24 h, zodat een tweede vat noodzakelijk is.
138,2 /
Een doseerpompje verpompt 24
=
5,76 kg hoplossingnaar de kolom. Deze oplossing moet ook eerst gefiltreerd worden met
een kaarsfilter, voordat ze in de kolom komt.
Vóór dat het oplossen van het
L
-aminokapronzuur begint,moet de lucht boven het water met zuurstof-vr~e
N
2 worden verdrongen.
P~jpen.
"
De benodigde PDpen zDn ~ -PDpen, die welke gebruikt worden
om de hete smelt en de hete oplossing te vervoeren, z~n geïsoleerd
met asbest. Die p~pen die de hete smelt vervoeren, gaan bovendien
.11 0
vergezeld van een 2-heet waterbuis van
95
C, dit om stollen van desmelt te voorkomen.
De waterbak onder de kolom.
Het bandje polymeer dat onder de kolom uitkomt moet
afge-koeld worden tot ze vast wordt. Daartoe wordt ze direkt in koud water
geleid (100C), om verkleuring van de smelt te voorkomen. Het stolpunt
van de polymeersmelt is 2100 C.
4
.5
De hakker.De gestolde band wordt nu door de hakker in stukjes van
elk 7 rnrn gesneden, het z.g. snDdsel.
Via een transport schroef komt ze in een luchtlift die ze
naar de wassers transporteert.
4.6 De wasser.
In deze Al-ketel
(É
=
700, 11
=
~800, 12=
450; inhoud=
1,27 m
3 )
wordt 550 kgsn~dsel
opgevangen en met gezuiverd water van1000 C gewassen. Daartoe is de ketel voorzien van stoornleidingen en een roerder. Aangezien dit wassen diskontinu gebeurt, hebben we 2
ketels nodig; terw~l de ene wordt gevuld, wordt in de andere het
sn~dsel uitgewassen.
Het wassen gebeurt diskontinu in
3
etappes, daarom z~ner 3 waswatertanks nodig. Om waswater te bespa~n, begint men de 1e
wassing met het waswater afkomstig van de vorige 2e wassing (tank
no. 2) brengt haar al roerende tesamen met het sn~dsel op 1000C, en houdt de massa gedurende 2 uren in beweging. Het water wordt wegge-pompt naar wachttank 3. Daarna wordt waswater toegelaten van
wacht--
19
tank 1, d.i. water dat gebruikt werd voor een vorige 3e wassing, op
dezelfde manier op 10000 verhit en nu gedurende 3 h flink gecerd. Het water wordt weggedrukt in tank no. 2, en nu met vers, gezuiverd water gewassen. Het wassen b~ 1000C duurt nu 4 uren. Nu gaat het mengsel ge
-zamenl~k naar de centrifuge waar het sn~dsel van het grootste deel
van het water wordt ontdaan. Dit waswater komt in tank no. 1.
Het sn~dsel zelf komt in een voorraadbunker, terw~l het
water in waswatertank no. 3 kontinu wordt afgevoerd naar de verdamper
van de laktam terugtwinings-installatie.
De waswater-tanks 1 en 2 z~n groot ~ 650
:f. 2000
inhoud
waswater-tank no. 3
inhoud
Viaswater-tank no. 3 kan bij uitvallen van de verdamper-installatie
ged~rende 36 hals buffervat dienen.
De buizen, welke het waswater vervoeren, zijn 1 "-buizen, terwijl die, die het waswater + snijdsels naar de centrifu&e vervoeren, 6"-buizen zijn.
4.7 Het voorraadsvat.
Dit is een roestvr~ stalen open vat met de maten (~
=
900 ; 11
=
2000~
12=
450) en een inhoud van 1,365 m3• Hierin komt-
-het snijdsel in afwachting dat het in de trommeldroger gedroogd kan
worden.
Dit is een ronde cylinder, gemaakt van gegoten~oestvr~
staal en voorzien van een stoom mantel. Deze cylinder kan tot eren en vakuum worden ge zogen. De maten zijn ~
=
1 000 ~ 1 3200Er gaat 1010 ~~ sn~dsel + 150 kg watert 'Ze wordt dan vakuum gezogen (5 mm Hg), en met stoom van 145°C tot een temperatuur van 125-1300C verhit. Een charge wordt 20 uren lang behandeld. Na afloop is het
watergehalte gedaald tot op 0,07% is ze klaar voor gebruik.
M. b.v. een transportschroef wordt ze in roestvrij stalen bunkers
- 20
-4.9 De verdamper.
X
')
Dit kontinu wer'kende apparaat bestaat uit 2 delen, de eigenlijke verdamper
(}d
=
1600,t
=
1200) met de stoombuizen (1~ stuksvan -:;i_I!) , en de afscheider
(0
SOO,B.
= 700), waar de damp van demee--
-.-gesleurde vloeistof wordt bevr~d en afgevoerd. Wanneer de kokende
vloeistof een temperatuur van 1400C heeft
bereikt~
~;
~;dt
-
k~~ti~u
-een
weinig~~~
-
de
ineedampte vloeistofa1~~e~';:
dedèstillatie-ketel, terwDl tegelijkertDd uit waswatertank no. 3 de som van de hoe-veelheid damp en vloeistof die het apparaat verlaat, wordt toegelaten.
Deze batch-destillatie gebeurt in vakuum b~ 20 mm Hg-druk.
Ze wordt daartoe, via een koeler en een ontvanger (eenkoelpan) op
een 2-traps stoom-ejtkteur a~ngesloten.
Het apparaat i s van gegoten roestvr~j staal gemaakt; de
ketel heeft de maten
~
=
800; 1=
1400; dus een inhoud van 702 dm3.De warmte toevoer geschiedt met stoom van 160oC, en ~-I!-buizen. Op
de ketel is een kolom gemonteeed met de maten
0
=
320 en 1=
1000.Daar dit een evenwic~tsdestillatie is, is de kolom niet gevuld.
De hele destillatie duurt 3S h; na afloop van de dest
il-It<
latie wordt het residu in heet water opgelost en verder verwerkt; gehydrolyseerd tot ~ -aminokapronzuur (S). Aangezien de toevoer uit de verdamper kontinu is, hebben we dus 2 destillatie ketels nodig,
( j " ( / , ' f /' (
welke om de beurt worden bebruikt. [ "1 ï
Lr
'I..It'" L'l ( .. {,[l,,, ~.,-.• L\ ' t l I " ' 0 L -G .• \1"-.... '/' ( ( ( ) ' l ' , "
,
' ,,(..v<.·V) ~ ,~' . 4.11 De koeler.x
We kiezen een pijpkoeler, stel de koelwatertemperatuur aan
het begin 20oe, en aan het eind 70oe; de begintemperatuur van
de
dampis 140oe, en indien de eindtemperatuur 800e moet zijn, dan komen we
op een koellengte van 27S0 mmo
Deze ontvanger ui t gegoten roestvrij staal is voorzien van
een krachtige roerder, die voorkomt dat het laktam aan elkaar stolt.
°
Verder heeft ze een koelmantel, waardoor heen koelwater van 10 C stroomt. De afmetingen van het apparaat is ~=
1800 en h=
300, de3 - -'--'--_.' .--".--,'"' ..
- 21
-\
k
5· Berekening van de verdamper.,\(\.. _ i. -"Y r 0 'i \'. ,. . (',- .-J \ ,.
t
'Ul'(i~>y
,,~ \,,/ ~/ /De inkomende oplossing bestaat uit
r
850 kg waterkg "laktam"
L
90Het "laktam" bestaat uit het kaprolaktam en lagere cyclische
poly-meren ervan vnl.
(18 )
dimeer smpt 348°C }
trimeer smpt 245~2500C
tetrameer smpt 261 C
de dampdruk van deze lagere
polymeren z~n te verwaarlozen door het hoge smeltpunt en
doordat gewerkt wordt b~
max. 160°C.
We kunnen dus aannemen dat de oplossing een binair stel
-sel is, bestaande uit 850 kg water en 60 kg kaprolaktam (1/3 deel van
het exurakt z~n lagere polymeren
(2)).
We kennen van het kaprolaktam de
Clausius-Clapeyron-ver-gel~king (6), en kunnen dus voor het kooktrajekt 1000-1400C de
T-x-diagram tekenen (zie grafiek
1).
Tabel I
-temp. Pvvater P
laktam Xwater Ywater
d...
--
----100°C 760 1 ,66 1 ,0 1 ,0 437 101°C 787,5 1 1 ,82 0,964 0,999 102°C 815,86 1 ,86 0,933 0,999 105°C 906,07 2,24 0,838 0,998 1100e
1074,56 3,31 0,705 0,998 325 120°C 1489,14 6,46 0,508 0,997 230 130°C 2026,16 12,02 0,373 0,996 169 140°C 2710,9Z 19,50 0,276 0,984 139 150°C 3570,48 38,9 0,204 0,957 91 ,8Uit het T-x-diagram kunnen we het x-y-diagram tekenen voor het trajekt
1000-1500C (grafiek 2). We merken op dat de molfraktie van water in
dampfase voor het beschouwde temp. trajekt zeer hoog ligt.
Gaan we nu na, hoeveel stof stussen 100°C en 140°C eruit
gedestilleerd is, dan kunnen we schr~ven voor de materiaalbalans:
ydL d(Lx)
Ldx + xdL L aantal molen
L, 0
begintoestand
(y-x)j dL L j~1 dx L1 aantal malen
j
t
L J~I dx ~o beginsamenstelling eindtoestandx y-x ° eindsamenstelling
,.
x 1~
L=
J
Y~~
In ° L1 1(.22
-Er is geen mathematisch verband tussen y en x, omdat de
vluchtigheid
ol...
niet constant is (zie tabel I). wJe zullen dusgra-fisch te werk moeten gaan, en konstrueren eerst een _1_ -x-diagram y-x
uit de x-y-figuur (zie grafiek 3). In het begin hebben we 850 kg water tegen 60 kg laktam oftewel 47,2 kmol water tegen 0,535 kmol laktam. In de vloeistoffase hebben we aan laktam 0,535 kmol , dus ~ ~
~
X
o --
47, 47,2 2+q5 47,247,7
=
0,99 en=
0,276De funktie sn~dt de as x
=
1,0 echter in het oneirlige, dus ook dey-x
lijn x
=
0,99. Het oppe:cvlak is op deze manier grafisch niet te bepalen. De funktie _1_ snDdt de IDn x=
0,9 in het punt (0,9; 12,0).y-x
Indien we nu aannemen dat er geen laktam mee verdampt, is totdat de samenstelling x
=
0,9 is geworden, is het oppervlak bepaald dUG~defunktie el=! ,
y-x
wel te bepalen. Deze is 2,032.
In 1 0 11 In 5,355 InL 1 1 ,678 - In 11 In 11 1 1 2,032 2,03 2 2,03 2 0,354 0,7019 x w 1 o w 0,9
=
w+o,535 4,820 kmol 4,820 + 0,535 5,355 kmol In 1=
1,67803 oAan het eind van de verdamping is dus aanwezig
0,7019 kmol De gemiddelde samenstelling
L
ox o-1
1x1- - - -
1 -1 o 1 4,820-0,194 4,653 water water+laktam w=
0,276. 0,7019=
water 0,7019 0,1937244=
0,194 kmol=
3,49 kg water.van het verdampte deel is
5,335·090-0,702.0,276
5.355-0.702
4,626
4,653 0,994
De hoeveelheid verdampt laktam is dus:
x 0,9 hoeveelheid water 4,820 kmol
}
0x
1 0,276
"
"
0,210 kmol- 23 -x
°
0,994 82,98 82,98 + laktam verdampt laktam 82,98 - 82,98.0,994 0,994 0,50 0,994 0,50 kgDe totale hoeveelheid verdampt water is:
850,0 - 3,5 846,5 kg
De materiaalbalans ziet er dus zo uit: 846,5 kg water 0,5 kg laktam 82,98-82,48 0,994 850 kg water 3,5 kg water 90 kg "laktam" L - -_ _ ~ 89,5 kg "laktam" =
5.1 Konstruktie van de verdamper.
/Ó.
We hebben nodigv877,2 kcal/24 h (zie 3.6.2).
5 .
1 • 1Voor het verdampen van het water kiezen we een vertikale verdamper met natuurlijke circulatie en een aparte vloeistof-damp afscheider
(zie schets). Stel de temperatuur van de binnenkomende stoom op 160°C,
en de afgewerkte op 120°C.
:De warmte-overdracht tussen de vloei stof en &81; 1.9iQden~8Ferl~e
stoom kan beschreven worden door
r/J
w 1 6 3 , 87 7 , 2-=
4, 1.2 24.3,600U
1900'I
/m
20c
sec. A T LI To - ., TL áT In 0 Q TL D T 0 160-140 20°C <1 TL 120-80 40°C Ä T 20 -40 -20 20 In 40 -0,693 6828,22. 4,2 3,6 -28,9° C- - - -
- - - -
--5·1.2 A Pw U. & neem A m 2 24 -7989~02 1000.28,9 1 92,9.10- 3 7~989 28,9 ft2 0,2763 m 2Voor A"-buis is het warmte-uitwisselend oppervlak/ft lengte
0,163 ft2 (20). Neem een lengte van 5 ft, dus per buis een
2 10,76
oppervlak van 0,815 ft • Nodig is dus 0,815 13,2 ~ neem 14 bui zen.
Voor een goede warmteuitwisseling moet de stoom turbulent bewegen; het is dus nodig de doorsnede van de mantel
/~~U~,
van de verdamper zo te ~-en, dat het Re-getal boven de
is.
-
14 buizen nemen een oppervlak in van2
Ti. 1.56
14 x 4 2665 mm 2
Neem voor de doorsnede van de mantel van de verdamper 160 mm, dat is een oppervlak van 220,96 cm2•
2
0,0174 m
Re :P.V.D
1
Het vrije oppervlak is dus 200,96 - 26,65 = 174,31
"diameter" = 0,148 m D = 0,148 m. Stel V stoom -1 3 ,265. 1. 1,48. 10 1,52.10-5 :Pstoom
1
stoom 32000 10 dm/sec 3,265 kg/m3-5
1,52.10 N 2 cmDi~t Re-getal krijgen we indien we het vrije oppervlak als één buis beschouwen. De werkeli~heid is de ruimte verdeeld in een aantal
buizen met een kleinere diameter. Het Re-getal zal dus vrD groter zijn; de stroming i s zeker turbul ent.
De grootte van de afscheider berekenen we naar de hoeveelheid
stoom die er ontwikkeld wordt.
Volgens de materiaalbalnns wordt er 8~6,5 kg stoom + 0,5 kg laktamdamp ontwikkeld per 24 h, d.i. per h 35,3 kg
Stel dat dit pij 1400C wordt verdampt, dan is de dampstroom
35,3 x 413 273 x 22,4 1 3 66~4.10 3 00 18,5 l/sec
Stel de stoomsnelheid op 10 dm/sec, dan moet de afscheider een doorsnede hebben van minimaal 1,85 dm.
We nemen voor de afscheider de maten ~ 500 en h= 700.
- 25
-6. Nevenbehoeften van het bedrijf
6.1 Warmte-behoefte
Bij dit bedrijf hebben we veel warmte nodig (zie overzicht
warmte-balans). Als warmte-overdragend media hebben we:
stoom van 1 ata (lOOoe) 273.773,9 kcal
stoom van 4,2 ata (145°C) 130.391,8 kcal
stoom van 6,3 ata (1600e) 163.877,2 kcal(114.765,2kcal:
dowtherm-damp van 270°C 92.552,1 kcal
De behoefte is voor aàle ui tgedrumt pe.L' ton eindprodukt ,
behalve die tussen haakjes, dit is per 7 ton eindprodukt.
6.2 Water-behoefte
Be behoefte kunnen we in 2 delen splitsen:
\
,\ .i
1. gezuiverd water, nodig om
a) de katalysator op te lossen
b) de smelt uit de kolom te koelen
c) het snijdsel uit te wassen
dit water is te maken door gewoon water met een
ionenwisselaar te behandelen.
2. koelwater van gemiddeld
~;~~
)
nodig MlIl voora) de koeler van het déstillatie-appa~aat
b) de koelpan
6.3 Stikstof-behoefte
Dit stikstof moet zuurstof-vrij zlJn. Het in de handel
ver-krijgbare stikstof bevat nog te veel zuurstof, en dit moet dus nog
worden gezuiverd. Daartoe wordt het gas, tesamen met H
2 in een
op 1500e verhitte oven geleid, gevuld met koperspanen. Dit bindt het zuurstof als koperoxyde, dat weer door het watersotof gereduceerd
wordt tot koper en water.
-LITERATUUR 1)
,-2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12).
X
13) 14) 15) 16) 17) 18) 1~) 20) - 26 -LUDI:MIG, H. HERM.ANS, P. Ei.SKURA'rOV, S .M. , S'l'REPIKEEV,
A • A • & KAlifARSKA YA, E • i~ •
HOPFF,
H.,
lvlULLER,A &YfElifGBR;F.
KLARE,H.
ARIYUKI AIlLt,RA
Chem.Techn. 4(1952)523
Rec.Trav.chim.Pays-Bas 72(1953)798 Kolloid Zhurn. (USSR) 14(1952)185
C.A. 46(1952)8506c
:Die Polyamide (1954) 330
V
Technologie und Chemie der synthe-
L;I
tischen Fasern aus Polyamide (1954)87
J.Chem.Soc.Japan 74(1953)631
C.A. 48(1954)1088 i AKU-gegevens (zie ingesloten brief)
PERRY : Chem.Eng.Handbook (1951)234 ~
International Critical Tables Vol.V (1929) 158
Kunststoff-Taschenbuch (1956) 122 !,/ ,.
US-patent no.2.735.839 (21/3-1956)
=
Ned.patent no: 74.965Zwitsers patent no: 270.844 (16/12-1950)
Nederlands pat no: 66.140 (15/7-195~)
Britetpa nt no: 788.851 (2/1-1958)
Ned. ~nt aanvraag no: 180.424 (15/7-1957)
ROTHE,M. & KUtJTZ,J<'.\{. : Ann. 609(1957)88
:DRP 748.253 (11/6-195 8 - 23/3-1944) US patent 2.241,.321 (6/5-1941)
ZAHlif,H & Dl!J'I'ERllIlANN,H. : Chem.Ber. 90(1957)2176
:Di~aat Technisch-physische scheidingsmethoden, pag.5
J.
Ove:czicht Materiaalbalans Overzicht Warmtebalans
stof in uit soort warmte
benodigd ontwikkeld
_._-_
.. ~ ..mengvat
1
kaprolaktam1034,6
kg mengvat1
opwarmen vanijsazijn
3,9
kg laktam +65
.17
9,8
kcalsmelt
1038,5
~lL ijsazijn 14§..L~_ kc~l:_1038,5
kg1038,5
kg nodig65.325,9
kcal_ ...
mengvat
2
-aminokapron- mengvat2
opwarmen vanzuur
60,1
kg -aminokapron-1803,
0
kcalwater
78,1
kg zuur +oplossing
13
8
,2
kg water2205,0
kcal138,2
kg138,
2
kg nodig4008,0
kcal.~_ .. -...
---polymerisatie- kaprolaktam
1034,6
kg polymerisa-polymeridatie-kolom -aminokapron-
60,1
kg tiekolom warmte27924,3
kcalzuur opwarmen van
ijsazijn
3,9
kg "laktam"71855,8
kcalwater
78,1
kg water434,0
kcalpolymeer
100(;,0
kg ijsazijn344,4
kcalextraheerbare
100,0
kg verdampingswarmtestoffen ("laktar
")
van laktam140,8
kcalstoom
86
,
8
kg water4767 2 ,0
kcallakt am-damp
0,8
kg oploswarmte van29,4
kcal1176,7
kg1187,6
kg ijsazijn in water120476,4
kcal27924,3
kcal~.
"
Materiaalbalans vvarmtebalans
- _._._-
-stof in uit soort warmte
benodigd ontwikkeld
wasser polymeer-snDdsel 1000 kg wasser opwarmen van het
100 kg waswater 130.000,0 kcal
waswater 1000 kg v jh snijdsel 70.200,0 kcal
polymeer 1000 kg v/h f'laktam" 4.240,0 kcal
snijdsel 10 kg 150 kg nodig 204.440,0 kcal waswater 850 kg I1 "_. ~. 90 kg 2100 kg 2100 kg
droger polymeer- 1010 kg
II
dr'oger opwarmensnijdsel 150 kg
II
v /h snijds el 44.400,0 kcalpolymeer- 1010
11
afkoelen
snijdsel IO,7J:~g v/h water 2841,7 kcal
waterdamp 149,3 kg verdampen
v/h water I 88.83J,5 kcal
1160 kg 1160,0 kg 133.233,5 kcal
2.841,7 kcal
- - -
-~. J.
..l
Materiaalbalans Warmt ebalans
in uit benodigd vrijkomend
--indampen "laktam"-oplossing
850,0
kg indampen verwarmen van 17 .GOO kcal90,0
kg water140
kcalwater en laktam
846,5
kg 111aktam"720
kcal0
,
5
kg1 .432,0
kcallIlaktamIl
3,5
kg verdampen van89
,
5
kg water1
44
.
497
,
2
kcal- ~_. _ _ ~v _ _ _ _
laktam
88
kcal-940,0
kg940,0
kg163
.
877,2
kcal
---destillatie- ~tam
416,5
kg verwarmen i vanapparaat lagere polymeren
210,0
kgI
water
409,2
kcalwater
24,5
kg I laktam18326,0
kcal1 aktam-damp
416,5
kg residu9240,0
kcalwaterdamp
24,5
kg verdampen vanresidu
210,0
kg water13426,
°
kcal651
,0 kg6
51
,0 kg laktam733
04z0
kcal_. --
---114705,2
kcal---
-_ .. _~---"._----,--koeler laktam-damp
416,6
kg afkoelen vanwaterdamp
24,5
kg laktamdamp9655,2
kcallaktam
402,3
kg352,8
kcalwater
3,7
kg waterdamp1965,8
kcallakt am-damp
14,7
kgI
kondenserenvr
waterdamp
20,7
kg laktamdamp70804,8
kcal441
,0 kg 441,~ kg waterdamp506z2
kcalcu I ~ 11 ~: f:i- t±t H-,I+H+- tt
..
f+t t T-l±! ,H j- r1±~H
I R" :t, # ~ :~HljË 1+ lilt=! .~~~ 1I =t rh Re Tt-=;: ~t: iHIt~UfUb lfê~:~
~
1
Ii:!
I:
~IIUi!
1!11t~~Efl?!I
I
:
ftl
A
bW~~ft
!!ti
I+tt 1 ++++ f-tti ;; 11 i i+!l ' 1I,"'rt i"+t",b
0;
~ó' ~,' I,»----:lJ>-~ J<. H>Á)
f '\ ., I o /, J.-' I ~~l
tti Ir
. R,I"T : ~. Iî!! n ~'
~
",H+!
'IL! I H· Hit 1I ~.I!'. Jljfu 1+':~:
---·
·
·
·
·
·
·
·
·
·
·
·
·
·
·
, • , ,·
·
·
·
·
,·
, , , ,·
,·
·
·
·
·
·
·
·
·
,·
·
·
·
·
·
·
)·
·
·
,·
·
·
·
, ,·
·
, ,·
·
·
·
·
,·
, ,·
·
I·
,·
, , , ,·
·
·
·
·
·
,·
':)\'t...Wl • T. D .V\
'1
(OhL
Mi"tlc.(.tA-,t-C.'-'"
J-.wi~t.( Tu..t~O~41.1....t,..tc-. ~
\1"",
'flJ-
~
I
~.kt.rl.(~(. ~&~'l4. ~(
~
U
cw(uWU'f'
f~tt..·.
r·
~ N-/./'i ~ .,
rc.L ....+i't :
p
b
.
{lA ....
).'IC,AM ..~~(A..
,4~
~t ~(U.t.
~8
RuJ~t~~. ~
'lA..1-~.t
WW
k~d'k
p.
\t,?
f
y~
Ir·
'l-el J~~('
C> uc.t